This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
THEME 5 : Grammar
Slide 1 - Slide
Hoe vorm je de present perfect (werkwoorden)?
Slide 2 - Open question
Present perfect
have/has + voltooid deelwoord have = I, you, we, you they has = he, she, it Voltooid deelwoord: 1. regelmatig werkwoord + ed > I have worked 2. onregelmatig werkwoord 3e vorm > I have been
Slide 3 - Slide
Present perfect
Voorbeelden: I have worked since 3 am. She has been to London twice. We have walked for 2 hours now.
Deze zinnen bevatten altijd een vorm van hebben + het tweede werkwoord is een voltooid deelwoord.
Slide 4 - Slide
Present perfect
Gebruik present perfect: 1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang. 2. praten over ervaringen. 3. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.
Slide 5 - Slide
Hoe vorm je de past simple (werkwoorden)?
Slide 6 - Open question
Past simple
De past simple bestaat uit 1 werkwoord.
Dit ww zet je in de verleden tijd. 2 manieren: 1. werkwoord + ed > worked 2. tweede rijtje van de onregelmatige werkwoorden > been
Slide 7 - Slide
Past simple
Wanneer gebruik je de past simple? - iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen.
Je kan de past simple herkennen aan woorden als: last year, yesterday, in 2010. Dit zijn tijdsbepalingen.
Slide 8 - Slide
Verschil present perfect en past simple
Wat is het verschil? Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen. Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.
Slide 9 - Slide
Verschil present perfect en past simple
signaalwoorden:
Present perfect: already, for, since, how long. (fynejas) Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
I have been in Nottingham for a week.
A
Present perfect
B
Past simple
Slide 12 - Quiz
It was on offer last week.
A
Present perfect
B
Past simple
Slide 13 - Quiz
Yet
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 14 - Quiz
Yesterday
A
Past Simple
B
Present Perfect
Slide 15 - Quiz
Two days ago
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 16 - Quiz
For 5 years
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 17 - Quiz
Never
A
Past Simple
B
Present perfect
Slide 18 - Quiz
A year ago
A
Past simple
B
Present Perfect
Slide 19 - Quiz
Already
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 20 - Quiz
So far
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 21 - Quiz
How long
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 22 - Quiz
A decade ago
A
Past simple
B
Present perfect
Slide 23 - Quiz
Present perfect of past simple?
Volg deze stappen 1. Is het op dit moment aan de gang? ja: present perfect - nee: ga naar vraag 2 2. Gaat het over ervaringen tot nu toe? ja: present perfect - nee: ga naar vraag 3. 3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar? ja: present perfect - nee: past simple.