MA-6 Les 2

1 / 25
next
Slide 1: Slide
MarketingTertiary Education

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

In deze les leer je:
......de vier (4) niveaus waar concurrentie plaatsvindt 
......verschil tussen directe en indirecte concurrentie
......de vijf (5) concurrentiefactoren

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen een homogeen en een heterogeen goed? Noem van ieder 1 voorbeeld.

Slide 3 - Open question

Een beperkt aantal landen in de wereld produceert en exporteert olie. Een oliemarkt is een voorbeeld van ...
A
een monopolie.
B
een oligopolie.
C
monopolistische concurrentie.
D
volkomen concurrentie.

Slide 4 - Quiz

Waarom is het moeilijk om als aanbieder een oligopolie te betreden?
A
veel diploma's nodig
B
Veel kennis en kapitaal nodig
C
het is helemaal niet moeilijk om toe te treden tot een oligopolie

Slide 5 - Quiz

4.4 Concurrentieanalyse
Concurrentie vindt niet alleen plaats tussen de soortgelijke aanbieders, maar de klant (afnemer) heeft ook zelf met concurrentie te maken. 

Slide 6 - Slide

Vier (4) niveaus waar concurrentie plaatsvind
1. Behoefteconcurrentie
2. Productvormconcurrentie
3. Merkenconcurrentie
4. Generiekeconcurrentie



Slide 7 - Slide

Voorbeelden niveaus concurrentie

Slide 8 - Slide

Wat is geen concurrentievorm?
A
Behoefteconcurrentie
B
Generieke concurrentie
C
Reclameconcurrentie
D
Productvormconcurrentie

Slide 9 - Quiz

1. Behoefteconcurrentie
Concurrentie tussen verschillende behoeften van de afnemer (de consument is bereid geld te geven)

Voorbeeld:
Nieuwe Auto en de televisie 

Slide 10 - Slide

2. Productvormconcurrentie
Concurrentie tussen verschillende technische verschijnigsvormen van eenzelfde product.

Voorbeeld: 
Laptop of Desktop


Slide 11 - Slide

3. Merkenconcurrentie
Concurrentie tussen verschillende merken van hetzelfde product.

Voorbeeld
  • Auto merk Audi/ toyota/KIA
  • Tablet Merk Apple/Samsung/Asus

Slide 12 - Slide

4. Generieke Concurrentie
Concurrentie tussen verschillende aanbieders tussen verschillende soorten producten die in eenzelde behoeften zijn. 

We spreken van substituten of subsituten goederen. 
Voorbeelden: Brillenwinkel of ogen laten laseren


Slide 13 - Slide

Een consument heeft 500 euro te besteden. Hiervan wil hij een bank of een laptop
kopen. Hier is sprake van:
A
Behoefteconcurrentie
B
Generieke concurrentie
C
Merkenconcurrentie
D
Productvormconcurrentie

Slide 14 - Quiz

Directe Concurrenten 
Richten zich met dezelfde product/dienst op dezelfde doelgroep. 

Vb: Meubelzaken en Juwelieren

Slide 15 - Slide

Indirecte Concurrenten
Richten zich niet specifiek op jouw doelgroep, maar de doelgroep geeft er wel geld uit. 

Vb. Supermarkt versus een eetcafé.

Slide 16 - Slide

Gandelman Jewerly op Aruba concurreert met Time Square Jewelry Aruba. Hier is er sprake van:
A
Directe Concurrenten
B
Indirecte Concurrenten

Slide 17 - Quiz

4.5 Concurrentiefactoren
Het aantal concurrenten wordt bepaald door de volgende factoren:
1. Het benodigde kapitaal
2. De aard van het product
3. De omgevingsfactoren
4. De eisen van de consument
5. De vraagzijde van de verkoopmarkt

Slide 18 - Slide

Wat is geen concurrentiefactor?
A
Het benodigde Kapitaal
B
Indirecte Concurrenten
C
De omgevingsfactoren
D
De eisen van de consument

Slide 19 - Quiz

1. Benodigde Kapitaal
Het benodigde kapitaal die er nodig is om een bedrijf op gang te brengen. 


Slide 20 - Slide

2. De aard van het product
Bij het opstarten van een bedrijf is er kennis nodig van een zaak (product). 

Slide 21 - Slide

3. De omgevingsfactoren
Grote ondernemingen  kunnen ingrijpende wijzingen in de omgevingsfactoren, zoals economische ontwikkelen, makkelijker opvangen dan kleinschalige ondernemingen.

Slide 22 - Slide

4. De eisen van de consument
Consument is kritisch en wil zo goed mogelijk geholpen worden. 

Slide 23 - Slide

5. De vraagzijde van de verkoopmarkt
Wannneer de vraagzijde van de verkoopmarkt groeit, zullen meer concurrenten tot de markt toetreden, dan wanneer de vraagzijde kleiner wordt.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide