Les 10-01-2021 VVLH02

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Hoi! 

Hoe is het met je?

Vandaag gaan we het hebben over...

Waarom? 

Inhoud: 

- Wat is hospitalisatie? 

- Wat is het hospitalisatiesyndroom?

- Signalen

- Kenmerken

- Oorzaken

- Factoren die van invloed zijn

- Waar ligt jouw invloed? 

Wat is hospitalisatie? 

Letterlijke betekenis: opneming in een ziekenhuisinrichting (zakwoordenboek geneeskunde)

Wat is het hospitalisatiesyndroom? 

Hospitalisatiesyndroom: verschijnselen die niet door een ziekteproces of door medicatie komen, maar door het verblijf in een instelling.

Betekenis:

Ontgroeien van het eigen milieu door langdurig verblijf in een ziekenhuis. Men gedraagt zich anders als ze een lange tijd in een zorginstelling verblijven of werken.

Signalen

- men wil het verblijf verlengen (bewust of minder bewust)

- de persoon beleeft zijn bestaan als het normale bestaan 

- neiging om de toestand van opname voort te laten duren

- terugval in de toestand als er over ontslag gesproken wordt

- moeilijk om te motiveren

Kenmerken

Kenmerken:

1) Initiatiefverlies

2) Veel hetzelfde gedrag

3) Veel herhaling in gedrag

4) Kinderlijk gedrag

5) Afhankelijkheid

6) Onderdanigheid

7) Onzelfstandigheid

8) Apathie

9) Niet meer toekomstgericht zijn / geen visie

10) Negatief zelfbeeld

11) Depressiviteit

12) Sociaal isolement

13) Verlies van spontaniteit

Oorzaken:

Afgenomen belang om zelf beslissingen te nemen over het eigen leven.

o Overgang van een vertrouwde naar nieuwe omgeving

o Verlies van vertrouwde activiteiten

o Afhankelijkheidsrelatie

o Een van de velen

o Atmosfeer van de instelling (alles is gebouwd zodat het voor verschillende zorgvragers bruikbaar is)

Oorzaken (2)

o Verstoring van lichamelijk evenwicht

o Als men benaderd wordt als ‘ dingen

o Overlevingsmechanisme : 'liever verdoofd, dan ten volle de pijn en het verdriet ondergaan’ zei een zorgvrager ooit.

o Men moet samenleven met mensen waar niet voor gekozen is

o Personeel met uniform

Factoren die van invloed zijn:

1) De zorgvrager en zijn vermogens

2) De zorgvrager en zijn netwerk

3) De groep waarin wordt geleefd

4) Het team verpleegkundigen

5) Het beeld van (de visie op) de zorgvrager

Waar ligt jouw invloed?

Waar ligt jouw invloed:

- Laat de zorgvrager aangeven waarbij hij hulp wenst

- Stimuleer eigen initiatief

- Begeleid de zorgvrager in maken van nieuwe contacten

- Verzamel informatie (bij zv en omgeving) naar interesse en hobby

- Vraag bij handelingen om toestemming

En verder...

- Klop voordat je een kamer opgaat

- Betrek de zorgvrager bij de besluitvorming op de afdeling

- Overleg met de zorgvrager hoe handelingen uitgevoerd worden

- Leg de nadruk op het feit dat je er bent voor de zorgvrager

- Creëer mogelijkheden om buitenshuis activiteiten te doen

Tot slot

Zijn er nog vragen?

Met welk gevoel ga je deze les uit?