Grammar

1 / 33
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Write down 3 text purposes
  • Persuade (overhalen)
  • Inform (informeren)
  • Instruct (instrueren)

Slide 3 - Slide

Write down 3 reading strategies and when to use them
  • Skimming
  • Scanning
  • Intensive reading 

Slide 4 - Slide

Word guessing strategies

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

In welke situaties gebruik je een hoofdletter? (Engels)

Slide 11 - Mind map

Neem de zin over en plaats waar nodig een hoofdletter:
terry and louis went to central park last july.

Slide 12 - Open question

Het juiste antwoord is
Terry and Louis went to Central Park last July.

Slide 13 - Slide

Neem de zin over en plaats waar nodig een hoofdletter:
on sunday, i will see the movie star wars and eat at taco bell.

Slide 14 - Open question

Het juiste antwoord is:
On Sunday, I will see the movie Star Wars and eat at Taco Bell.

Slide 15 - Slide

Capitalization
Je gebruikt hoofdletters in de volgende situaties:
  • Namen
  • Marilyn Monroe, the President of the United States, Pepsi Cola, 
  • Plaatsen
  • America, London, the Atlantic, the Sahara, Central Park
  • Cultuur
  • Chinese, the Germans, Australian animals

Slide 16 - Slide

  • Tijden (dagen en maanden)
  • Monday, December
  • Het persoonlijk voornaamwoord ‘I’ (het Engelse woordje voor ik) 
  • Titels (bijv. boeken en films)
  • Spider Man ll, To Kill a Mockingbird
  • Feestdagen
  • Christmas, New Year’s Day

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

A
AN
table
house
egg
chicken
island
phone
orange

Slide 20 - Drag question

Articles
In het Nederlands: lidwoorden.

Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the

Wanneer je in het Nederlands een voor een znw zet, gebruik je in het Engels a of an

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wanneer gebruik je geen bepaald lidwoord in het Engels?
Er zijn 3 gevallen waarin je geen bepaald lidwoord gebruikt:
1. Voorafgaand aan zelfstandige naamwoorden in het meervoud
She likes dolls
2. Voor zelfstandige naamwoorden waar de hoeveelheid niet van bekend is
Fruit is healthy.
3. Voor eigennamen bv. landen, provincies, steden, straten, bergen, eilanden, talen, sporten, mensen
He knows Sofie
He climbed Mount Everest
He lives on Kerkstraat

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

a of an?
..... banana
A
a
B
an

Slide 26 - Quiz

a of an?
.... uniform
A
a
B
an

Slide 27 - Quiz

a of an?
.... ear
A
a
B
an

Slide 28 - Quiz

a of an?
.... university
A
a
B
an

Slide 29 - Quiz

a of an?
.... commercial
A
a
B
an

Slide 30 - Quiz

a of an?
.... avatar
A
a
B
an

Slide 31 - Quiz

Na de vakantie:
  • Combinatie boek (reading) en online (listening) 
  • Toets Chapter 1 B1
  • Werken met overview

Slide 32 - Slide

Thank you & Goodbye!

Slide 33 - Slide