Hormonen

Hormonen Regeling
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hormonen Regeling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven
  • Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benomen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van hormonen?

Slide 3 - Mind map

Wat zijn hormonen?

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Hormonen zijn stoffen die de werking van organen regelen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe werken Zenuwstelsel en hormoonstelsel samen?

Slide 6 - Slide

Hormonen regelen langzame en langdurige processen
vb: stofwisseling, voortplanting, groei en ontwikkeling. 

Hormoonklieren --> geven hormoon af aan het bloed --> via bloed naar hele lichaam --> hormonen zijn werkzaam in weefsel en organen die gevoelig voor zijn


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

1. Het hormoonstelsel regelt processen in het lichaam door hormonen af te geven

2. Het zenuwstelsel regelt processen in het lichaam door impulsen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

1. Wat bedoeld de mug met het woord zoets in de zin: "ik kan wel wat zoets gebruiken?
2. Is het bloed dan van diabetes patiënt 'zoeter' dan gezond patiënt? waarom?
3.  Wat is diabetes? Wat is het probleem bij diabetes? wat gaat er mis?

We gaan deze les ook kijken naar hoe het normaal proces verloopt. 
(als extra kunnen we kijken naar diabetes)
Wat is glucose?
A
Glucose is een brandstof dat afkomstig is van planten door fotosynthese
B
Glucose is een vorm van vet en dient als brandstof

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Na eten

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bloedsuikerspiegel

Slide 12 - Slide

Waarom wil je niet dat de glucose hoog blijft in je bloed?
Door welk hormoon daalt het glucosegehalte in je bloed?
A
Glucose
B
Diabetes
C
Insuline
D
Adrenaline

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welk orgaan maakt insuline?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Insuline

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welk hormoon veroorzaakt de verandering van glucosegehalte tussen t1 en t2?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Adrenaline

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Insuline 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

glucose wordt in de lever omgezet naar...
A
glycogeen
B
glucagon

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

glycogeen
Glycogeen = Geen hormoon!

Opgeslagen in: Spieren en Lever

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Door welk hormoon neemt bloedsuikerspiegel weer toe?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Door welk hormoon neemt bloedsuikerspiegel weer toe?
A
Hypofyse
B
Adrenaline
C
Glucagon
D
Insuline

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Eilandjes van langerhans
Produceren: insuline en glucagon

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Glucagon

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Deze hormonen worden in de alvleesklier gemaakt:
A
insuline, glucose, glycogeen
B
insuline, glycogeen en glucagon
C
insuline en glucagon
D
glucose, glycogeen en glucagon

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Als de bloedsuikerspiegel in je bloed te laag is, wordt....
A
minder glucagon afgegeven
B
meer glucagon afgegeven
C
meer insuline afgegeven
D
minder insuline afgegeven

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

  1. Hoe ontstaat diabetes?
  2. Welk orgaan maakt insuline aan?
  3. Hoe gaat insuline naar de spieren?
  4. Wat is insuline?
1. Hoe ontstaat diabetes?
2. Welk orgaan maakt insuline aan?
3. Hoe gaat insuline naar de spieren?
4. Wat is diabetes

Slide 27 - Slide

Hormoonklieren --> geven hormoon af aan het bloed --> via bloed naar hele lichaam --> hormonen zijn werkzaam in weefsel en organen die gevoelig voor zijn

Extra: Diabetes 

Slide 28 - Slide

Verschil tussen diabetes type 1 en 2

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Herhaling

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Herhaling

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Terugkoppeling/ Feedback

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Welk hormoon?

Slide 33 - Slide

Wat voel je ?
Welk Hormoon?
A
Adrenaline
B
Insuline
C
Glycogeen
D
Hypofyse

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Adrenaline
1.  Waar zorgt adrenaline voor?
2. Waarom is het belangrijk dat bloedsuikerspiegel stijgt door adrenaline?
3. Waarom is langdurige 
stress niet goed?




Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Adrenaline wordt gemaakt in
A
alvleesklier
B
schildklier
C
hypofyse
D
bijnieren

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Adrenaline
- Wordt gemaakt in de bijnieren


Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk dat bloedsuikerspiegel stijgt/daalt in gevallen van stress?
A
bloedsuikerspiegel stijgt omdat je energie nodig hebt
B
Bloedsuikerspiegel neemt juist af als je stress hebt

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk dat de bloedsuikerspiegel stijgt in gevallen van stress?
Adrenaline --> Glycogeen wordt omgezet in Glucose --> Bloedsuikerspiegel stijgt



Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Adrenaline
- Snelle hartslag en ademhaling
- ‘vlucht-of-vecht-hormoon’

Veel glucose en zuurstof in al je cellen........Snel veel energie!

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

De bijnier
  • De bijnier ligt boven de nier
  • De bijnier maakt adrenaline
  • Adrenaline = paniekhormoon
Zorgt voor:
=> snellere hartslag
=> snellere ademhaling
=> meer verbranding
Dus meer energie

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

vb van leerling toepassen. 
Huiswerk:

- Maak paragraaf 6 online

Slide 43 - Slide

This item has no instructions