Herhaling thema 5 Oberveren (Verzorging)

Thema 5
Zie jij wat ik zie?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
OmgangskundeSecundair onderwijs

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Thema 5
Zie jij wat ik zie?

Slide 1 - Slide

Wat is interpreteren?
A
pret bij het eten
B
ergens een mening over hebben
C
mening geven over hetgeen je ziet
D
waarnemen

Slide 2 - Quiz

Wat is het verschil tussen waarnemen en observeren?
A
Bij waarnemen gebruik je de zintuigen en bij observeren niet
B
Bij observeren ben je doelbewust bezig.
C
Bij waarnemen hoef je niet te handelen, bij observeren wel.
D
Bij observeren mag je interpreteren.

Slide 3 - Quiz

STAP 1
STAP 2
STAP 3
Observeren zelf 
Registreren 
Observatieplan opstellen 
Identificatiegeghevens invullen 
Nauwkeurig zijn 
Observatieverslag
Gevarieerd zijn
Participeren

Slide 4 - Drag question

Wat is objectief?
A
De feiten
B
Je mening

Slide 5 - Quiz

'Meneer Peeters zal wel weer klachten hebben over het eten!' is een
A
Objectieve observatie
B
Subjectieve observatie

Slide 6 - Quiz

'Zij was zeer slordig gekleed en maakte een onverschillige indruk.'
A
Nauwkeurige observatie
B
Subjectieve observatie
C
Regelmatige observatie
D
Doelgerichte observatie

Slide 7 - Quiz

Mevrouw Stol heeft vocht in beide onderbenen. De omvang van haar kuiten is 45 cm
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 8 - Quiz

Mevr. J heeft 8 keer gevraagd vandaag of ze naar huis mocht. Ze liep de hele middag rondjes.
A
objectief
B
subjectief

Slide 9 - Quiz

Wat betekent participerende observatie?

Slide 10 - Open question

Geef 2 manieren van registreren.

Slide 11 - Open question

Met welke zintuigen observeren we?

Slide 12 - Open question