This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
5.4 Nederland tijdens de Koude Oorlog
Slide 1 - Slide
Herhalen 5.3
Slide 2 - Slide
de EGKS staat voor...?
A
Europese Groep voor Klimaat en Straling
B
Europa groep Kolen en staat
C
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
D
Europese Gemeenschap voor Klimaat en Straling
Slide 3 - Quiz
De EGKS is opgericht omdat...
A
Europese landen zo meer geld konden verdienen.
B
De Europese landen de oorlog konden winnen.
C
Europese landen nu sneller oorlog konden voeren tegen Rusland.
D
De kans op een Europese oorlog veel kleiner werd.
Slide 4 - Quiz
Wie was GEEN lid van de EGKS?
A
Nederland
B
Belgie
C
Oost-Duitsland
D
Frankrijk
Slide 5 - Quiz
Welk van de volgende organisaties is de jongste?
A
EG
B
EEG
C
EGKS
D
EU
Slide 6 - Quiz
Waar zet UNICEF zich voor in?
A
Verbetering van de gezondheid van kinderen
B
Verbetering van voedselproductie
C
Verbetering van onderwijs, wetenschap en cultuur
D
Verbetering van de gezondheidszorg
Slide 7 - Quiz
Unicef is onderdeel van de VN
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
De leden van de Veiligheidsraad hebben het 'vetorecht'. Wat betekent dit?
A
Dat de leden elkaars besluiten kunnen tegenhouden
B
Dat de leden oorlogen kunnen uitvechten
C
Dat de leden diplomatie konden wegvegen als optie
D
Dat de leden gedwongen moeten samenwerken
Slide 9 - Quiz
Begrippen:
wederopbouw, consumptiemaatschappij, amerikanisering, jongerenculturen, Tweede Feministische gold, secularisatie, ontzuiling
Slide 10 - Slide
Kenmerken jaren '40 en '50
Wederopbouw dankzij Marshallhulp (= geldleningen uit de VS).
Opbouw van de verzorgingsstaat (= uitkeringen) dankzij minister-president Drees. (Uiteindelijk meer sociale grondrechten)
Slide 11 - Slide
Willem Drees & koningin Juliana
Premier tussen 1948 en 1958.
SDAP
Verantwoordelijk voor opbouw van de verzorgingsstaat.
Koningin tijdens dekolonisatie.
Wilde altijd graag zeggen wat ze vond, maar dit mocht niet.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Kenmerken jaren '60 en '70 - I
Welvaart (= o.a. hogere lonen) NL wordt een consumptiemaatschappij (= mensen kopen steeds meer luxeproducten).
Amerikanisering = de NLse cultuur gaat steeds meer lijken op de Amerikaanse cultuur.
Slide 14 - Slide
Kenmerken jaren '60 en '70 - II
Door welvaart, meer vrije tijd en amerikanisering ontstonden jongerenculturen als de nozems, provo’s en hippies. Zij hadden kritiek op gezagsdragers (politie, leraren, ouders, politici).
Slide 15 - Slide
Nozems
Hippies
Provo
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Kenmerken jaren '60 en '70 - III
Jonge vrouwen startten de Tweede Feministische Golf. Dolle Mina verzette zich tegen ongelijkheid en wilden de ‘pil’ en ‘recht op abortus’.
Ontzuiling (= zuilen verdwijnen) en secularisatie (= meer ongelovigen).
Door de welvaart zijn gastarbeiders nodig voor het ongeschoolde, slecht betaalde werk. NL wordt een multiculturele of pluriforme samenleving.
Slide 18 - Slide
npokennis.nl
Slide 19 - Link
Sociale grondrechten 1983
Naast klassieke grondrechten zijn er sinds 1983 ook sociale grondrechten (overheid moet zorgen dat mensen een goed bestaan hebben)
Bescherming door de overheid
Recht op bestaanszekerheid
Recht op onderwijs
Recht op gezondheidszorg
Recht op woongelegenheid
Recht op bewoonbaarheid
Recht op werk
Recht op rechtsbijstand
Slide 20 - Slide
Klassieke grondrechten
(Vanaf:..........)
Voorbeelden:
Sociale grondrechten
(Vanaf:...........)
Voorbeelden:
Slide 21 - Slide
Migranten
Doordat Nederlanders hoger opgeleid zijn, willen ze minder ongeschoold werk doen: gastarbeiders komen naar NL.
Uit kolonies (Suriname, Antillen + Indonesië) komen ook migranten.
Dit zorgt voor verschillende spanningen die nog steeds merkbaar zijn.