PA3_C2_Intro_Verbos en presente y descripciones físicas

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Nog langer thuis.
Wat gaan we doen?

alles wat je doen is bonus

minstens 40%
van je volgende cijfers

Esta semana (deze week)

je kunt makkelijk een werkwoord vervoegen

je kunt eigenschappen van mensen benoemen

Wat doe je met de &*# werkwoorden?

stap voor stap, van super makkelijk naar beter

Wij gaan even oefenen
(15 minuten)

Daarna kijken we naar een video :-)

LOS VERBOS

PRACTICAMOS 

NIVEL 1

SER = ZIJN

SOY

ERES

ES

ÉL

TÚ

YO

BUSCAR =  ZOEKEN

BUSCO

BUSCAS

BUSCA

ÉLLA

TÚ

YO

HABLAR =  PRATEN

HABLO

HABLAS

HABLA

EL SEÑOR

TÚ

YO

ESTAR =  ZICH BEVINDEN

ESTOY

ESTÁS

ESTÁ

ÉL

TÚ

YO

LLAMARSE =  HETEN

ME LLAMO

TE LLAMAS

SE LLAMA

EL CHICO

TÚ

YO

VIVIR =  WONEN

VIVO

VIVES

VIVE

JUAN

TÚ

YO

IR =  GAAN

VOY

VAS

VA

LAURA

TÚ

YO

Schrijf in het Spaans:
ik spreek, jij spreekt, hij spreekt

Hablar = spreken

NIVEL 2

BUSCAR =  ZOEKEN

BUSCO

BUSCAS

BUSCA

ÉLLA

TÚ

YO

SER = ZIJN

SOY

ERES

ES

ÉL

TÚ

YO

HABLAR =  PRATEN

HABLO

HABLAS

HABLA

EL SEÑOR

TÚ

YO

ESTAR =  ZICH BEVINDEN

ESTOY

ESTÁS

ESTÁ

ÉL

TÚ

YO

LLAMARSE =  HETEN

ME LLAMO

TE LLAMAS

SE LLAMA

EL CHICO

TÚ

YO

IR =  GAAN

VOY

VAS

VA

LAURA

TÚ

YO

VIVIR =  WONEN

VIVO

VIVES

VIVE

JUAN

TÚ

YO

Schrijf in het Spaans:
ik woon, jij woont, hij woont

Vivir = wonen

NIVEL 3

SOY

ERES

ES

ÉL

TÚ

YO

IK BEN

JIJ BENT

HIJ IS

BUSCO

BUSCAS

BUSCA

ÉLLA

TÚ

YO

IK ZOEK

JIJ ZOEKT

HIJ ZOEKT

ME LLAMO

TE LLAMAS

SE LLAMA

EL CHICO

TÚ

YO

IK HEET

DE JONGEN HEET

JIJ HEET

VIVO

VIVES

VIVE

JUAN

TÚ

YO

JUAN WOONT

IK WOON

JIJ WOONT

VOY

VAS

VA

LAURA

TÚ

YO

IK GA

JIJ GAAT

LAURA  GAAT

Schrijf in het Spaans:
ik zoek, jij zoekt, hij zoekt

buscar = zoeken

NIVEL 4

SER = ZIJN

SOMOS

SOIS

SON

ELLOS

VOSOTROS

NOSOTROS

BUSCAR =  ZOEKEN

BUSCAMOS

BUSCÁIS

BUSCAN

ELLAS

VOSOTROS

NOSOTROS

ESTAR =  ZICH BEVINDEN

ESTAMOS

ESTÁIS

ESTÁN

ELLOS

VOSOTRAS

NOSOTROS

HABLAR =  PRATEN

HABLAMOS

HABLÁIS

HABLAN

LOS SEÑORES

VOSOTRAS

NOSOTROS

LLAMARSE =  HETEN

NOS LLAMAMOS

OS LLAMÁIS

SE LLAMAN

LOS CHICOS

VOSOTROS

NOSOTROS

VIVIR =  WONEN

VIVIMOS

VIVÍS

VIVEN

JUAN Y PEDRO

VOSOTROS

NOSOTROS

IR =  GAAN

VAMOS

VAÍS

VAN

LAURA Y ELENA

VOSOTROS

NOSOTROS

Schrijf in het Spaans:
ik ben, jij woont, wij praten

ser = zijn

vivir = wonen

hablar= praten

NIVEL 5

BUSCO

BUSCAS

BUSCA

BUSCÁIS

ÉLLA

TÚ

YO

IK ZOEK

JIJ ZOEKT

HIJ ZOEKT

JULLIE ZOEKEN

VOSOTROS

VIVO

VIVES

VIVE

VIVEN

JUAN

TÚ

YO

JUAN WOONT

IK WOON

JIJ WOONT

ELLOS

ZIJ WONEN

LLAMARSE =  HETEN

ME LLAMO

TE LLAMAS

SE LLAMA

NOS LLAMAMOS

EL CHICO

TÚ

YO

NOSOTROS

DE JONGEN HEET

JIJ HEET

IK HEET

WIJ HETEN HEET

Schrijf in het Spaans:
ik ga, jij gaat, hij gaat

ir= gaan

00:42

Het meisje moet een jongen zoeken.
Hoe moet de jongen zijn?
(benoem minstens 3 eigenschappen)

00:47

De jongen moet

1. klein zijn en geen bril dragen
2. lang en knap zijn
3. klein zijn en een snor dragen
4. lang zijn en een bril dragen

01:16

Sara ziet op straat...

1. vooral buitenlanders
2. vooral meisjes
3. vooral donkere jongens
4. veel winkels

02:30

Hoe heet het programma?

1. Zoek op straat!
2. Zoek een jongen!
3. Zoek en vind!
4. Vind snel iemand!

Mira a tus compañeros y escoge uno

Juega con otra persona

¿Es un chico?

¿Tiene pelo negro?

¿tiene barba?