This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Neem jij alles aan of geloof jij alles wat je op social media leest?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Betrouwbaarheid van teksten
Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar en objectief.
Daarom moet je een tekst kritisch lezen.
Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op
de bron, de schrijver, het doelvan de tekst.
Slide 9 - Slide
Kritisch lezen
Onbetrouwbaarheid: soms klopt de informatie niet.
(bijv. deskundigheid, verouderde tekst)
Subjectiviteit: informatie wordt weggelaten, omdat de auteur daar belang bij heeft.
(bijv. reclamefolders of artikels in roddelbladen)
Slide 10 - Slide
De bron van een tekst
Een bron moet bij voorkeur actueel zijn en dus niet te lang geleden zijn verschenen.
Daarnaast moet de bron betrouwbaar zijn (Speld, Story, etc.)
Slide 11 - Slide
De auteur van een tekst
Let op de auteur van de tekst. De auteur is onpartijdig als hij objectief naar zaken kijkt. Daarnaast moet je letten op de deskundigheid van de auteur.
Slide 12 - Slide
Het doel van een tekst
Een tekst kan informatie bevatten, maar dat betekent niet dat de tekst betrouwbaar is. Informatie moet kloppen. Reclames zijn (bijna) nooit betrouwbaar.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Wel of niet betrouwbaar? Waarom? Een artikel over antiverouderingspillen in een folder van de drogist.
Slide 15 - Open question
Wel of niet betrouwbaar? Waarom?Een recensie van een avonturenfilm in 7Days.