Rechten en plichten bij een nulurencontract

Rechten en plichten bij een nulurencontract
1 / 19
next
Slide 1: Slide
RetailMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Rechten en plichten bij een nulurencontract

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je wat jouw rechten en plichten zijn bij een nulurencontract.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over rechten en plichten bij een nulurencontract?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Jouw werkgever moet je minstens 4 dagen van tevoren oproepen voor werk
Als jouw werkgever jou minder dan 4 dagen van tevoren oproept, ben je niet verplicht om te komen werken.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voor iedere oproep moet je tenminste 3 uren betaald krijgen
Ook als de gewerkte tijd korter is.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Je hoort minimaal het minimumloon te verdienen
Of cao-loon als er een cao op jou van toepassing is.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Je hebt recht op vakantiegeld en doorbetaalde vakantie-uren

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wanneer ontvang je vakantiegeld?
A
Meestal in mei of juni
B
Eind van het jaar als kerstbonus
C
Op je verjaardag
D
Elke maand bij je salaris

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn doorbetaalde vakantie-uren?
A
Uren die je kunt ruilen met collega's
B
Uren die je extra kunt werken
C
Uren die je onbetaald moet opnemen
D
Uren die je tijdens je vakantie betaald krijgt

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn doorbetaalde vakantie-uren?
A
Uren die je extra werkt om vakantiedagen te verdienen.
B
Uren die je doorbetaald krijgt terwijl je op vakantie bent.
C
Uren die je moet opnemen voordat je op vakantie gaat.
D
Uren die je onbetaald krijgt tijdens je vakantie.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is vakantiegeld?
A
Een verzekering voor vakantiekosten.
B
Een extra betaling die je ontvangt voor je vakantie.
C
Een betaalmethode voor vakantie-activiteiten.
D
Een korting op vakantieboekingen.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions




Bij ziekte krijg je minimaal 70% van je loon
Met uitzondering van de wachtdagen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Geen recht op doorbetaling bij ziekte als je niet was ingeroosterd
Beschrijf de situatie waarin je geen recht hebt op doorbetaling bij ziekte.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Een werknemer heeft geen recht op doorbetaling bij ziekte als hij/zij niet was ingeroosterd.
Onrechtvaardigheid jegens werknemers zonder rooster.
Terecht, werkgevers moeten alleen betalen voor gewerkte uren.
Werkgevers moeten flexibiliteit hebben om personeel niet in te roosteren.
Het zou afhankelijk moeten zijn van de reden van niet inroosteren.

Slide 14 - Poll

This item has no instructions

Na 12 maanden recht op contract met vaste uren
Gebaseerd op het gemiddeld aantal gewerkte uren in de periode van 12 maanden.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
> minstens 4 dagen van tevoren oproepen voor werk. Als jouw werkgever jou minder dan 4 dagen van tevoren oproept, ben je niet verplicht om te komen werken.
> tenminste 3 uren betaald krijgen, ook als de gewerkte tijd korter is.
> minimaal het minimumloon te verdienen.
> Je hebt recht op vakantiegeld en doorbetaalde vakantie-uren.
> Ben je ingeroosterd en word je ziek, dan krijg je minimaal 70% van je loon 
> Als jouw contract 12 maanden heeft geduurd, dient jouw werkgever jou een contract met vaste uren aan te bieden. Het aantal vaste uren is gebaseerd op het gemiddeld aantal gewerkte uren in de periode van 12 maanden.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.