Ik werk toch zeker niet voor saus!?! versie 2

Ik werk toch zeker niet voor saus!?!
Een inkijkje in het arbeidsrecht
sollicitatie-dag 4 april 2023
1 / 35
next
Slide 1: Slide
RechtsvakkenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ik werk toch zeker niet voor saus!?!
Een inkijkje in het arbeidsrecht
sollicitatie-dag 4 april 2023

Slide 1 - Slide

Programma
Introductie workshopleider
Introductiefilmpje 
Beginsituatie, vragen: Waar sta jij in het onderwerp?
Aan de slag: arbeidsrecht in de praktijk!
Casus bespreken
Stellingen 
Peiling (3 vragen) over de workshop

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Wat heeft dit filmpje met rechten voor de werknemer te maken?

Slide 4 - Open question

Heb jij een arbeidsovereenkomst?
(of gehad)?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Is het hebben van een arbeidscontract belangrijk?
Ja
Nee
Weet ik niet
Geen mening

Slide 6 - Poll

Weet jij wat er zoal in een arbeidsovereenkomst staat?

Slide 7 - Mind map

Casus voorbeeld arbeidsovereenkomst
Casus uitdelen: niet op schrijven!
Schrijfpapier uitdelen.
10 minuten in tweetallen voorbereiden op papier.
Daarna bespreken. (zie volgende dia's)

Slide 8 - Slide

Vragen in de casus volgen hierna: 
handen aan de knoppen!

Slide 9 - Slide

1) Wat betekent:
een ‘contract voor bepaalde tijd’?
A
een vast contract
B
een tijdelijk contract
C
iets anders
D
een contract voor bepaalde personen

Slide 10 - Quiz

2) Waarom is de datum indiensttreding belangrijk?
(meerdere redenen)

Slide 11 - Mind map

3)Ten aanzien van artikel 2 ‘functie’:
Stel, er staat in jouw taakomschrijving niks over koffiezetten en schoonmaken.
Je werkgever zegt jou dat jij de eerstvolgende werkdag aan de beurt bent om de koffieruimte op te ruimen na de pauze.

Moet je dat doen?


A
Ja altijd
B
Nee nooit
C
Ligt eraan

Slide 12 - Quiz

4)Ten aanzien van artikel 3 ‘werktijden’:
Stel, er staat in jouw contract dat je bent aangenomen voor 30 uren. Je werkgever vraagt je om wat langer door te werken omdat nog niet alle orders zijn verwerkt.

Moet je dat doen?

A
Ja altijd
B
Nee nooit
C
Ligt eraan

Slide 13 - Quiz

5)Ten aanzien van artikel 4 ‘CAO’:
Stel, jouw werkgever zegt: ‘ik betaal jou het minimumloon want daarmee voldoe ik aan de Wet Minimumloon dus ik ben niet in overtreding.’ Het bedrijf valt onder een minimum-CAO.

Klopt het wat hij zegt?

A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz




6) Ten aanzien van artikel 5 ‘salaris’:
Stel, er staat in jouw contract dat je elke maand wordt uitbetaald op de 25e. Op een dag kondigt je werkgever aan ‘sorry jongens, de volgende maand wordt je uitbetaald op de 30e in plaats van de 25e want de administratief medewerkers zijn dan allemaal met vakantie.’

Klopt het wat hij zegt?



A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

7) Ten aanzien van artikel 6 ‘vakantiedagen’:
Stel, iemand had in 2022 recht op 100 uren aan vakantiedagen omdat hij 25 uur per week werkt. (je hebt altijd 4 keer je aantal uren recht)
Diegene heeft van zijn 100 uren er 75 verbruikt (3 weken) en heeft dus nog 1 week vakantie staan.
Zijn werkgever zegt vandaag 4 april: ‘jammer dan, die week komt nu te vervallen, had je die maar op moeten nemen in 2022.’

Klopt het wat hij zegt?

A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

8) Ten aanzien van artikel 7 ‘vakantiegeld’:
Stel, in je arbeidsovereenkomst staat een vakantietoeslag opgenomen van 7,5%.

Klopt dat?

A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

9) Ten aanzien van artikel 8 ‘opzegging’:
Stel, je wilt bij je werkgever weg vandaag (4 april) terwijl je weet dat je deze maand eigenlijk nog moet uitwerken (de opzegtermijn) en je doet dat niet.

Mag dat?

A
Ja natuurlijk
B
Nee natuurlijk niet
C
Ja maar...

Slide 18 - Quiz


10) Ten aanzien van artikel 9 ‘slotbepalingen’:
Er staat hier dat het Nederlands recht van toepassing is.
Stel, iemand uit Polen heeft dit contract gekregen en heeft in Nederland in loondienst gewerkt.
Zijn werkgever zegt tegen hem: ‘Deze regels gelden niet voor jou, kijk maar er staat Nederlands recht, en jij bent een Pool.’

Klopt dat?

A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Stellingen
2 kaartjes uitdelen. (niet genoeg kaartjes, dan per tweetal)

Duim omhoog (= stelling klopt) duim omlaag (= stelling klopt niet)

Slide 20 - Slide

1. 'Tijdelijke werknemers hebben geen recht op scholing'

Slide 21 - Slide

Klopt niet!
Ook mensen met contracten voor bepaalde tijd hebben recht om cursussen te volgen. Dat geldt ook voor parttimers trouwens!

Slide 22 - Slide

2. 'Een parttimer heeft dezelfde rechten als een fulltimer.'

Slide 23 - Slide

Klopt!
Uiteraard is de betaling van loon, vakantietoeslag, vakantiedagen en verlof wel naar rato van je aanstelling.

Slide 24 - Slide

3. 'Bij ontslag heb je recht op een werkloosheidsuitkering.'

Slide 25 - Slide

Klopt niet altijd!
Bij ontslag op staande voet heb je je recht op WW verspeeld.



Slide 26 - Slide

4. 'Bij ziekte word je de eerste dagen niet altijd doorbetaald.'

Slide 27 - Slide

Klopt!
In je schriftelijke arbeidsovereenkomst of de CAO staat óf en hóeveel procent je wordt doorbetaald bij ziekte de eerste dagen. 
Bij langduriger ziekte perioden wordt je minimaal 70% doorbetaald.

Slide 28 - Slide

'In Nederland is de werknemer goed beschermd.'

Slide 29 - Slide

Klopt!
Werknemers worden in Nederland door veel wetten beschermd tegen machtsmisbruik van werkgevers. Dankzij de vakbonden zijn deze wetten (en ook de CAO's) tot stand gekomen!

Interesse in je rechten als werknemer? Of in het recht in het algemeen?
Ga naar www.rijksoverheid.nl

Slide 30 - Slide

Einde.
Wij willen graag weten wat jij ervan vond!

Slide 31 - Slide

De workshop voldeed inhoudelijk aan mijn verwachtingen.
Helemaal
Grotendeels
Neutraal
Een beetje
Helemaal niet

Slide 32 - Poll

De workshop vond ik leuk/interessant om te volgen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Ik heb wat geleerd in deze workshop.
Veel
Voldoende
Weinig
Een beetje

Slide 34 - Poll

Bedankt voor je aandacht!
Vragen? Stel ze gerust maar gezien de tijd graag per mail:
a.steenbergen@kw1c.nl of kamer VD223
l.heufke@kw1c.nl of kamer VD204


Slide 35 - Slide