§5.3 Deel 2: Migratie

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Hey!

Goed dat je er bent!

Pak jouw spullen alvast:

• Doe je boeken open zodat ik het huiswerk kan zien.
  
• Log alvast in bij LessonUp
• B: Ga alvast aan de slag met blz. 24
• K: Ga alvast aan de slag met blz. 27

Leerdoel

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom tijdens de Nederlandse Opstand de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden ontstond.

Wat weet je nog van de vorige keer?

A: ik volg de les klassikaal

B: ik ga zelfstandig aan de slag met het lesdoel.

1. Klassikaal
2. Zelfstandig

Zelfstandig:

1. Begin met het lezen van de definities van de volgende begrippen: Emigratie, Immigratie, Migratie & Natuurlijke bevolkingsgroei

2. Kies één van de volgende opties om je begrip van de begrippen te laten zien:

• Maak een korte animatie (maximaal 1 minuut) die de verschillen tussen emigratie, immigratie, migratie en natuurlijke bevolkingsgroei illustreert.
  
•  Schrijf een kort verhaal (ongeveer 200 woorden) waarin je een personage introduceert dat een van de bovengenoemde begrippen ervaart. Beschrijf de situatie en de impact ervan op het personage.
• Ontwerp een infographic die de statistieken van emigratie, immigratie, migratie en natuurlijke bevolkingsgroei in een bepaald land of regio van de wereld laat zien. Gebruik grafieken, pictogrammen en korte beschrijvingen om de informatie te presenteren.

Zorg ervoor dat je werk duidelijk en begrijpelijk is voor anderen die mogelijk minder bekend zijn met deze begrippen.

Wanneer je klaar bent, sla je werk op als een digitaal bestand (bijv. .pdf, .jpg, .mp4) en upload je het naar het aangewezen platform of map voor deze opdracht.

Aan de slag!

Maken:

B:blz. 24, 25 & 26

K:blz. 27, 28 & 29

Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.

Migratie = het verhuizen van de ene woonplaats naar de andere woonplaats

Verschillende soorten migratie

Migrant = Iemand die verhuist van de ene woonplaats naar de andere woonplaats.

Emigrant = Iemand die vertrekt uit een gebied of land naar een ander gebied of land. 

Immigrant = Iemand die zich vestigt in een gebied of land vanuit een ander gebied of land. 

Wat zijn redenen voor emigratie?

Welk begrip hoort hierbij;
Iemand die vertrekt uit een gebied of land?

1. Migrant
2. Emigrant
3. Immigrant
4. Vemigrant

Welk begrip hoort hierbij;
Iemand die zich vestigt in een gebied of land?

1. Migrant
2. Immigrant
3. Emigrant
4. Vemigrant

De gemeente Utrecht bekijkt hoeveel mensen van buiten Europa in Utrecht komen wonen.

Naar welke groep kijkt de gemeente Utrecht?

1. Emigranten
2. Immigranten
3. Migranten
4. Multicultureel

Welke kleur op de kaart hoort hierbij;

In de landen met de kleur (..?..) vindt meer emigratie dan immigratie plaats.

1. Blauw
2. Groen
3. Oranje
4. Grijs

(Af)maken

Maken:

B:blz. 24, 25 & 26

K:blz. 27, 28 & 29

Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.

Zelfstandig werken: lever hier de uitwerking in.