Thema 2 Organen en cellen 1 vmbo-bk BVJ max 22/23 LB

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

thema 2 Organen en cellen

ja/nee-vragen

Is een orgaanstelsel een groep organen die samenwerken?

1. ja
2. nee

Regelt de celkern alles wat er in de cel gebeurt?

1. ja
2. nee

Geven de bladgroenkorrels planten een groene kleur?

1. ja
2. nee

Kun je cellen met het blote oog zien?

1. ja
2. nee

Is de maag een orgaan?

1. ja
2. nee

Zitten er wortelharen aan het uiteinde van de hoofdwortel?

1. ja
2. nee

Hebben dierlijke cellen een celwand?

1. ja
2. nee

Zitten vacuolen in de kern van een plantencel?

1. ja
2. nee

Noem je de cellen van een plant plantaardige cellen?

1. ja
2. nee

meerkeuzevragen

Vormen de spieren van je lichaam samen een cel, een orgaan of een orgaanstelsel?

1. een cel
2. een orgaan
3. een orgaanstelsel

Welke van de volgende organen behoort tot het verteringsstelsel?

1. het hart
2. de holle ader
3. de lever
4. het ruggenmerg

Deze afbeelding hoort bij de volgende vraag.

Kijk naar de afbeelding op de vorige bladzijde.

Tot welk orgaanstelsel behoort dit orgaan?

1. tot het ademhalingsstelsel
2. tot het bloedvatenstelsel
3. tot het verteringsstelsel
4. tot het zenuwstelsel

Wat heeft een dierlijke cel?

1. bladgroenkorrels
2. celmembraan
3. celwand
4. vacuole

Deze afbeelding hoort bij de volgende 2 vragen.

Kijk naar de afbeelding op de vorige bladzijde.

Welk orgaan wordt aangegeven met nummer 3?

1. hart
2. lever
3. maag

Kijk nogmaals naar de afbeelding.

Welk orgaan wordt aangegeven met nummer 7?

1. dikke darm
2. dunne darm
3. lever
4. maag

In een cel ontstaan 2 kernen. Hoe noem je dit?

1. celdeling
2. groei
3. kerndeling
4. plasmagroei

In een organisme komen onder andere cellen, organen en orgaanstelsels voor.
Zet de woorden in de juiste volgorde van GROOT naar KLEIN.

1. cel - organisme - orgaan - orgaanstelsel
2. orgaan - orgaanstelsel - cel - organisme
3. organisme - orgaan - orgaanstelsel - cel
4. organisme - orgaanstelsel - orgaan - cel

Deze afbeelding hoort bij de volgende vraag.

Kijk naar de afbeelding op de vorige bladzijde.

Welke onderdelen van deze plantaardige cel komen ook bij dierlijke cellen voor?

1. 1, 2 en 5
2. 1, 3 en 5
3. 2, 3 en 6
4. 2, 5 en 6

Welk deel van de plantaardige cel is een stevige laag om de cel?

1. de celkern
2. de celwand
3. de vacuole

Wat is celplasma?

1. water met opgeloste zouten
2. water met opgeloste stoffen
3. water met vitamines
4. water met zuurstof

open vragen

Noem de 4 organen van een plant.

Wat is de vacuole?

Zet de volgende zinnen in de goede volgorde. Noteer alleen de nummers.
1. De dochtercellen groeien
2. Er ontstaan twee nieuwe cellen
3. De cel splitst zich in tweeën
4. In de moedercel ontstaan twee kernen.

Lisanne wil een preparaat van de cellen in haar wangslijmvlies maken. Ze gebruikt daar een kleurstofoplossing voor.

Waarom heeft Lisanne een kleurstofoplossing nodig?

EINDE VAN DE TOETS