Kinderparticipatie les 4

Projecten GPM 

Kinderparticipatie 
Les 5
Periode 7
Studiejaar 2020-2021
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Projecten GPM 

Kinderparticipatie 
Les 5
Periode 7
Studiejaar 2020-2021

Slide 1 - Slide

Ga naar https://lessonup.app/
Inlogcode staat linksonderin

Slide 2 - Slide

Deze week: 
Online als klas opstarten: 
Hoe ver ben je met de opdrachten 
Gezamenlijk aan het werk
Bespreken opdracht 
Online als klas afsluiten 

Slide 3 - Slide

Projectproduct
Je levert vier producten op:

  • een vooronderzoek
  • een plan van aanpak en een productplan
  • een presentatie
  • een definitief product.

Slide 4 - Slide

Programma 
lesweek 5
15 t/m 19 maart
Plan van Aanpak 
lesweek 6
22 t/m 26 maart 
Projectplan 
lesweek 7
29 t/m 2 april
Geen les 
lesweek 8
5 t/m 9 april
Inleveren Projectplan en Plan van aanpak 
Lesweek 9 
12 t/m 16 april
Presentatie 

Lesweek 10 
Eindverslag/reflectieverslag

Slide 5 - Slide

Hoe Hoe ver ben je met de opdrachten?
Alleen het startverslag af?
Alleen het vooronderzoek af?
Beide?

Slide 6 - Open question

Weet je nog kinderparticipatie?
Wat is dat?

Slide 7 - Open question

Wat vind je van deze vorm van participatie ?

Slide 8 - Open question

Een nieuwe tuin 


Na een grondig analyse van de werking adhv een Ziko vat de buitenschoolse opvang Teerlinck het plan op om de buitenruimte aan te pakken. Ze trekken de kaart van speelnatuur en kiezen voor een ruw terrein waar kinderen uitgedaagd worden en avontuurlijk kunnen spelen. Nadat de plannen door landschapsbureau „fris in het landschap‟ ontwikkeld werden, volgt er een infovergadering voor de kinderen. De kinderen worden samen met de pers uitgenodigd op „een persconferentie‟ en krijgen adhv foto‟s en 3D-filmpjes een eerste blik op de toekomstige buitenruimte. Na de presentatie volgt een receptie met kinderchampagne en kunnen de kinderen de plannen nog eens van dichtbij bekijken en al hun vragen op de architecten afvuren.

Slide 9 - Slide

Wat vind je van deze vorm van participatie ?

Slide 10 - Open question

. IDEEËNBUS In BSO Harekino staat de vakantie voor de deur. Vakantieweken zijn steeds een speciale periode. De kinderen zijn dan vaak volledige dagen in de opvang aanwezig waardoor er andere activiteiten mogelijk zijn. De kinderen kunnen twee weken voor de krokusvakantie, wensen posten in de ideeënbus. Na twee weken zal de begeleiding de brievenbus leegmaken en selecteert ze enkele voorstellen om als activiteit verder uit te werken.

Slide 11 - Slide

Werkvormen
• Spelvorm
Je kunt een spel maken waarbij je kaartjes ontwikkelt over het onderwerp. Geef elk kind om beurten een kaartje met daarop een stelling of vraag over het onderwerp, waarop kinderen mogen reageren of hun mening geven. Deze vorm is geschikt voor max. 10 kinderen.
• Post-it
Als de mening van de hele groep gewenst is, is dit een goede manier. Alle kinderen krijgen 3 memoblaadjes. Hierop kunnen kinderen hun mening over het onderwerp geven. Deze kun je eventueel categoriseren in deelonderwerpen. Hang in je BSO een groot vel en laat kinderen hun post-its hierop plakken. Spreek een tijdsbestek af, bv. een week, zodat alle kinderen de kans krijgen hun blaadjes op te plakken. Op deze manier  verzamel je alle meningen/ideeën. Op een later moment verdeel je samen met de kinderen de post-its in verschillende categorieën en heb je alles verzameld.
• Foto’s
Deze vorm is vooral goed als je dingen qua inrichting of speelgoed wil veranderen of aanschaffen. Ook met de jongste kinderen is dit een goede vorm. Koop 3 weggooi-cameraatjes en laat elk kind 3 foto’s maken van iets wat hij/zij zou willen veranderen. Na ontwikkelen van de foto’s mag elk kind vertellen waarom ze iets willen veranderen en hoe en wat. Plak samen met de kinderen de foto’s op een groot vel en schrijf in steekwoorden erbij wat elk kind vertelt.

Deze vorm is ook geschikt met de jongste groep. Laat kinderen over het onderwerp dichten, een
verhaal schrijven, tekenen, scheuren, plakken etc. op grote vellen papier. Ga bij elk kind zitten en
vraag wat hij/zij ermee bedoelt en schrijf dit erbij in steekwoorden.
Stel deze ‘kunstwerken’ ten toon aan de rest van de groep en aan ouders.
• Discussie
Deze vorm is vooral geschikt voor de wat oudere kinderen, vanaf 8 à 9 jaar. Vraag iemand als
voorzitter. Leg de taak van de voorzitter uit. Vraag iemand om de meningen in steekwoorden op te
schrijven op een groot vel papier. En spreek goed af dat wanneer iemand aan het woord is, anderen
moeten luisteren. Dit kun je bevorderen door een knuffel of voorwerp aan de spreker te geven: als je
de knuffel vast hebt, ben jij aan het woord en luistert de rest. 

Slide 12 - Slide

Kinderinspraak bestaat uit acht stappen die samen een voortdurend en steeds terugkerend proces vormen:

1. Kiezen van een onderwerp
2. Voorbereiding
3. Informatie geven
4. Brainstormen
5. Het maken van een plan
6. Presenteren van de resultaten
7. Realiseren van de resultaten
8. Evaluatie

Slide 13 - Slide

Opdracht 3: Plan van aanpak
Nu het vooronderzoek is afgerond, gaan jullie aan de slag met de voorbereidingen voor het
ontwikkelen van een kinderparticipatieplan. Het is belangrijk om goed inzicht te hebben in
de doelgroep en de doelen die jullie willen bereiken met het plan.
Jullie maken een plan van aanpak met daarin de beginsituatie, de probleemanalyse, de
doelbepaling en de stappen die nog gezet moeten worden. Gebruik hiervoor Werkmodel
Plan van aanpak. Neem in het plan van aanpak ook op:
- Hoe zorgen jullie ervoor dat het kinderparticipatieplan bruikbaar is in de praktijk?
- Hoe zorgen jullie ervoor dat het plan duidelijk en overzichtelijk is voor medewerkers?
- Hoe krijgen ouders uitleg over het kinderparticipatieplan? Wordt er een presentatie
gegeven of een nieuwsbrief gemaakt?

Slide 14 - Slide

Projectplan 
Vervolgens ga je aan de slag met het productplan:
• een inhoudsopgave
• een beschrijving van het gekozen onderwerp
• een verantwoording voor het gekozen onderwerp
• de visie van de kinderopvang
• de wet- en regelgeving rondom het onderwerp.
• Niveau 4:
- een literatuurlijst met minimaal tien tips voor pedagogisch medewerkers/onderwijsassistenten voor meer informatie over het onderwerp van het productplan (boeken, websites, artikelen)
- een agenda met daarop minimaal vijf cursussen, lezingen, symposia en dergelijke die interessant kunnen zijn voor pedagogisch medewerkers/onderwijsassistenten om meer te weten te komen over het onderwerp van het productplan.


-

Slide 15 - Slide

Aan het werk 
Maken opdracht 3 





Na de afgesproken tijd bespreken we de antwoorden klssicaal 
timer
40:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide