Extra oefenopgaven H7

Extra oefenopgaven H7 & 8
Benodigdheden:

Binas, pen, schrift, rekenmachine, laptop
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Extra oefenopgaven H7 & 8
Benodigdheden:

Binas, pen, schrift, rekenmachine, laptop

Slide 1 - Slide

Hoeveel perioden heeft een periodiek systeem?
A
18
B
7
C
118
D
5

Slide 2 - Quiz

Welke kleur hebben de metalen in het BINAS periodiek systeem?
A
Blauw
B
Geel

Slide 3 - Quiz

Welk metaal is het enige metaal dat bij
kamertemperatuur vloeibaar is?
A
Kwik
B
Ijzer
C
Koper
D
Goud

Slide 4 - Quiz

Welk van de volgende stoffen komt altijd voor als
twee-atomig molecuul?
A
Jood
B
Boor
C
Natrium
D
Helium

Slide 5 - Quiz

Een Argon atoom heeft atoomnummer 18 en massagetal 40. Hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft dit atoom?
A
p=18, n=22 & e=18
B
p=40, n=22 & e=18
C
p=18, n=18 & e=18

Slide 6 - Quiz

De lading van het chroomion in het zout met de volgende formule is...
A
1+
B
3+
C
6+
D
9+

Slide 7 - Quiz

Is dit een moleculaire stof?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Een ... bestaat uit een metaal + niet-metaal
A
Zout
B
Moleculaire stof
C
Metaal

Slide 9 - Quiz

De verhoudingsformule van tin(IV)nitraat is Sn(NO3)4
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van magnesiumbromide?
A
MgBr
B
MgBr2
C
Mg2Br

Slide 11 - Quiz

De formule van natriumsulfaat is Na2SO4.
Wat is het massapercentage natrium in natriumsulfaat?
A
15%
B
43,3%
C
32,4%
D
50%

Slide 12 - Quiz

Wat is het massapercentage jood in calciumjodide?
A
76,0%
B
86,4%
C
Het juiste antwoord staat er niet tussen

Slide 13 - Quiz

De molecuulmassa van alcohol/ethanol is 46,0 u
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat is het atoomnummer en symbool van een atoom met een massa van 79 en 34 protonen?

Slide 15 - Open question

Wat is de formule van Calciumhydroxide?

Slide 16 - Open question

De formule is Fe2(SO4)3. Wat is de lading van één ijzerion?
A
1+
B
2+
C
3+
D
4+

Slide 17 - Quiz

Bereken hoeveel zuurstof nodig is voor de verbranding van 35 g magnesium
A
18 gram
B
23 gram
C
28 gram
D
35 gram

Slide 18 - Quiz

Als een molecuul met H wordt verbrand, ontstaat er H2O na de pijl
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Bij een volledige verbranding van koolstof (C) ontstaat:
A
CO
B
CO2

Slide 20 - Quiz

Welke reacties zijn ontledingsreacties?
A
2NH3 --> 3H2 + 2N2
B
H2O (aq) --> H20 (g)
C
H2 + 2 O2 --> 2 H2O
D
2 H20 --> H2 + O2

Slide 21 - Quiz

Hoeveel typen ontledingsreacties zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quiz

Hier staan enkele reactievergelijkingen:
1 CH4(g)+ 2 O2(g) → CO2(g) + 2 H2O(l)
2 2 CuO(s) → 2 Cu(s) + O2(g)
3 H2S(g) + 2 O2(g) → SO2(g) + 2 H2O(l)
4 2 HCl(g) → H2(g) + Cl2(g)
Welke reacties zijn verbrandingsreacties
A
1 en 4
B
1 en 3
C
1 en 2
D
2 en 4

Slide 23 - Quiz

Wat is de naam van PCl3?
A
Forfortrichloride
B
Monofosfortrichloride
C
Triforsforchloride
D
Fosforchloride

Slide 24 - Quiz

Wat is de naam van FeCO3

Slide 25 - Open question

Wat is de naam van P2O3?

Slide 26 - Open question

Wat is de formule van koperhydroxide?

Slide 27 - Open question