§2.1: Kennismaking met het Middellandse Zeegebied

§2.1 Kennismaken met het Middellands zeegebied
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

§2.1 Kennismaken met het Middellands zeegebied

Slide 1 - Slide

Ontwikkeling van toeristenstromen
  • pionier
  • elite
  • massatoerisme
-veel mensen
-zelfde periode
-zelfde plek

Slide 2 - Slide

Ken je de volgende begrippen?
  • binnenzee
  • schiereiland
  • bekken
  • delta
  • lagune

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

lagune meer tussen strand en strandwal

Slide 5 - Slide

Bekken = diepe delen zee

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Dichtheid water
  • zoutgehalte
  • temperatuur

Slide 8 - Slide

Water met een hogere dichtheid heeft over het algemeen:

  • lagere temperatuur
  • hoger zoutgehalte
  • zinkt naar de diepte
Water met een lagere dichtheid heeft over het algemeen:

  • hogere temperatuur
  • lager zoutgehalte (zoeter)
  • blijft aan de oppervlakte

Slide 9 - Slide

Lesdoelen
  • Hoe kan de kenmerkende natuurlijke plantengroei in het Middellandse Zeegebied worden verklaard? 
  • Op welke manier bepaalt de natuurlijke omgeving de landbouw in het Middellandse Zeegebied?

Slide 10 - Slide

Vegetatie

Slide 11 - Slide

Vegetatie
  • Aangepast aan extreme omstandigheden (droogte, brand, hoge temperaturen, reliëf, rotsachtige bodems)
  • Kleine naald- en leerachtige bladeren; tegengaan verdamping
  • Lange wortels; water uit diepere lagen
-> Voorbeeld: tijm

Slide 12 - Slide

Plantengroei
3 types:

1. Loofbomen:
  • lange wortels
  • Kleine leerachtige bladeren
  • Behouden blad tijdens droge periode. 

Slide 13 - Slide

Plantengroei
2. Bladverliezende struiken
  • bloeien in voorjaar

Slide 14 - Slide

Plantengroei
3. Maquis
  • dicht struikgewas
  • Harde altijd groene bladeren
  • tussendoor bloeiende planten

Slide 15 - Slide

Landbouw

Slide 16 - Slide

Mediterrane akkerbouw
  • Droge akkerbouw: gehele jaar, laagland --> Cyclus: 1 jaar gebruiken, 1 jaar braak (1 jaar extensieve                                     veeteelt)
  • Boom- en struikencultuur: steilere, minder vruchtbare hellingen. 
  • Irrigatielandbouw: vlakkere, vruchtbaardere dalen aan de kust, 3 tot 5 oogsten per jaar, arbeids- en kapitaalintensief. 

Slide 17 - Slide

Veeteelt
  • Weinig economische betekenis
  • Extensief
  • Nomadisch (verdwijnt) of transhumance

Slide 18 - Slide