Dag 1

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: 
Bellen en Mailen

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: 
Bellen en Mailen

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 1 - Slide

afwezig
  • als je er niet bent
  •  met je aandacht bij andere dingen
  • tegenstelling: aanwezig
  • Zin: Hij is wegens ziekte lang afwezig geweest.
  • Zin: Ze leek afwezig tijdens het gesprek.

Slide 2 - Slide

de beslissing
  • de keuze die je maakt
  •  een keuze die bepaalt wat er gebeurt
  • meervoud: de beslissingen
  • Zin: De docent maakt de beslissing om de les anders te doen.
  • Zin: Ik ga niet op de fiets, dat is mijn beslissing.

Slide 3 - Slide

eindigen
  • niet verder gaan; niet doorgaan
  • iets laten ophouden; iets niet verder laten gaan
  • tegenstelling: beginnen
  • Zin: De film eindigt met een prachtig beeld van de bergen.
  • Zin: Gijs eindigde zijn verhaal met een leuk grapje.

Slide 4 - Slide

de handtekening

  • je naam zoals je die met de hand schrijft op officiële papieren
  •  moet altijd hetzelfde zijn
  • meervoud: de handtekeningen
  • Zin: Ik moest mijn handtekening op het formulier zetten.
  • Zin: Een handtekening is van iedereen anders.

Slide 5 - Slide

de toestemming
  • het feit dat iets mag
  • de goedkeuring
  • je geeft toestemming of je krijgt het.
  • Zin: Ze kregen geen toestemming om een huis te laten bouwen.
  • Zin: Ik wil graag toestemming van de docent om naar huis te gaan, ik ben ziek.

Slide 6 - Slide

Wat betekent :
afwezig
A
je bent ergens
B
je bent er wel
C
je bent er niet
D
je wilt ergens naar toe

Slide 7 - Quiz

Geef een ander woord voor het woord :
eindigen
A
beginnen
B
doorgaan
C
opnieuw
D
stoppen

Slide 8 - Quiz

Als je een beslissing maakt, dan.................
A
maak je een keus
B
maak je geen keus

Slide 9 - Quiz

Heb jij wel eens ergens toestemming voor gegeven?
Zo ja, waarvoor?

Slide 10 - Mind map

Schrijf op een papier je handtekening en maak er een foto van

Slide 11 - Open question

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 12 - Slide

Sommige leerlingen zijn vaak ................., misschien omdat de ziek zijn

Slide 13 - Open question

.... .................... van de docent is: vandaag gaan we een toets maken.

Slide 14 - Open question

Onder de brief, moet je een .......................... zetten.

Slide 15 - Open question

Om naar de dokter te mogen gaan, moet je .................. vragen aan je docent.

Slide 16 - Open question

We ................... de dag altijd met een leuke opdracht.

Slide 17 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 
afwezig, de beslissing, eindigen, de handtekening en toestemming


Slide 18 - Slide