Leesstrategieen

7-4mh1 - lundi, le 3 novembre
- Niet persé op je eigen plek
- Zorg dat je naast iemand zit

Vandaag te verdienen: 0,4 punt op je proefwerk in de examenweek

1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

7-4mh1 - lundi, le 3 novembre
- Niet persé op je eigen plek
- Zorg dat je naast iemand zit

Vandaag te verdienen: 0,4 punt op je proefwerk in de examenweek

Slide 1 - Slide

L'exercice d'aujourd'hui
Maak een poster, waarop je alle signaalwoorden verdeelt (Les 1: deel 1, Les 2: deel 2)
Tijd: Twee lesuren -  Gebruik telefoon: ja
Samenwerking: maximaal 2 personen. Alles vandaag af: 0,4 op je proefwerk
Voorbeelden van categorieën:
Nadruk
Positief
Negatief
Vergelijking
Oorzaak
Voorbeeld
Opsomming

Slide 2 - Slide

signaalwoorden 1
d'abord - puis - ensuite - enfin - finalement - après tout - à savoir - aussi - aussi (aan het begin van de zin) - d'autant plus que - bien sûr - car - c'est à dire - c'est pourquoi - deuxièmement - également - en effet - en fait  - en outre - et - évidemment - même - non seulement, mais aussi -  notamment -  parce que - de plus - premièrement - sans (aucun) doute - surtout - troisièmement - mais

Slide 3 - Slide

signaalwoorden 2
à condition que - afin de - d'ailleurs - ainsi - à la fois - alors - à moins que - au contraire  - au fond - au lieu de - bien que - bref - comme - donc - du reste - mais - malgré - néanmoins  - ou bien.., ou bien  - par contre - par exemple - peut-être - possible - pour (que) - pourtant - probable(ment)  - quand même - quant à    - sans doute - si - toujours est-il - d'une part..., d'autre part

Slide 4 - Slide

Examenvragen
Scanvragen
Bij scanvragen wordt er gericht gevraagd naar bepaalde concrete informatie. Je hoeft hiervoor niet de hele tekst te lezen, maar scant de tekst op bepaalde woorden totdat je de passage gevonden hebt waarin je denkt het antwoord te kunnen vinden.

Slide 5 - Slide

Examenvragen
Gatentekst (invulvragen)
In een gatentekst is een woord of woordgroep weggelaten. De ontbrekende woorden moet je invullen.


Slide 6 - Slide

Examenvragen
Aanpak scanvragen
1. Lees de vraag.
2. Bedenk waar je het antwoord zou kunnen vinden.
3. Scan de tekst op deze informatie.
4. Lees de uitgekozen passage nauwkeurig.
5. Formuleer een antwoord.

Slide 7 - Slide

Examenvragen
Aanpak gatentekst (invulvragen)
1. Lees de tekst vóór en na het gat nauwkeurig.
2. Lees de antwoorden nog niet.
3. Bepaal de functie van het in te vullen woord of tekstgedeelte.
4. Bepaal de woordsoort die ingevuld moet worden.
5. Bepaal wat het verband is tussen het deel vóór en na het gat.
6. Verzin zelf een invulling.
7. Schrijf de vertaling achter elk antwoord.
8. Kies het juiste antwoord en vul dat op de plek van het gat in de zin in om
te kijken of het qua betekenis en woordvolgorde past.



Slide 8 - Slide

Examenvragen
Open vragen
Bij een open vraag worden geen keuzemogelijkheden gegeven en moet je dus zelf een antwoord formuleren. Je moet ze meestal in het Nederlands beantwoorden.




Slide 9 - Slide

Examenvragen
Aanpak open vragen
1. Lees de vraag nauwkeurig. 
2. Lees het stuk tekst waar de vraag over gaat gedetailleerd.
3. Onderstreep het gedeelte waarin het antwoord staat.
4. Formuleer een antwoord.
5. Lees de vraag nog eens door en check of je wel precies antwoord geeft op de vraag.




Slide 10 - Slide

Examenvragen
Meerkeuzevragen
Om meerkeuzevragen goed te kunnen beantwoorden, zoek je naar aanwijzingen in de tekst waarop de vraag betrekking heeft. Soms leiden aanwijzingen niet direct naar het juiste antwoord. Vaak lijken meerdere antwoorden juist. In dat geval moet je de afstreepmethode gebruiken.





Slide 11 - Slide

Examenvragen
Aanpak meerkeuzevragen
1. Bekijk de tekst (oriënterend lezen) om een idee te krijgen waar de tekst over gaat.
2. Ga na wat je al weet over het onderwerp.
3. Lees de meerkeuzevraag (alleen de vraag!).
4. Bepaal in welk tekstdeel je het antwoord moet zoeken.
5. Lees dat stuk door en probeer zelf in gedachten een antwoord te formuleren.







Slide 12 - Slide

Examenvragen
Aanpak meerkeuzevragen (vervolg)
6. Lees nu pas de meerkeuzeantwoorden door. Stel van elk antwoord vast of het goed zou kunnen zijn of onzin is. Streep foute antwoorden weg.
7. Zoek in de tekst naar aanwijzingen die belangrijk kunnen zijn voor je keuze en onderstreep deze woorden.
8. Meestal kun je nu het antwoord al kiezen. Lukt dat niet, streep dan de minst waarschijnlijke antwoorden weg.







Slide 13 - Slide