This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Thema 17: (Goede) vrienden?
Hoofdstuk 5
Schooltaalwoorden
Slide 1 - Slide
Programma
Nakijken / controleren
introductie thema 17: video & vragen
woordenlijst & themawoorden
online: toets/opdrachten
offline: opdrachten werkboek & mijn woordenboek
Slide 2 - Slide
Nakijken / controleren
De opdrachten die je gemaakt heb bij thema 16 worden eerst nagekeken en beoordeeld door je docent.
Wanneer dit correct en volledig is, mag je verder met thema 17.
Slide 3 - Slide
1. Vertel eens over een vriendschap. Sinds wanneer bestaat deze vriendschap? Wat is er kenmerkend aan jullie vriendschap? Hoe gaan jullie om met meningsverschillen?
Slide 4 - Open question
2. Wat vind jij belangrijk in een vriendschap?
Slide 5 - Mind map
3. Wat wordt bedoeld met 'Een goede buur is beter dan een verre vriend'? Ben je het daarmee eens?
Slide 6 - Open question
3. Schrijf hieronder een briefje voor een goede vriend/vriendin/bekende waarin je laat merken dat je diegene waardeert.
Slide 7 - Open question
Woordenlijst
Zoek de woordenlijst van thema 17 erbij.
Begin op de volgende, nieuwe bladzijde in je aantekeningenschrift en zet bovenaan, op de bovenste regel: Thema 17 (Goede) vrienden?
Neem de woorden en hun betekenis over in je aantekeningenschrift (de kolom 'wat' hoef je niet te doen).
WERK NETJES
Is er iets niet duidelijk, roep dan je docent erbij.
Slide 8 - Slide
Themawoorden
Kun je zelf nog enkele woorden toevoegen die passen bij het thema? Noteer er minimaal 3 in je aantekeningenschrift.
Zoek de betekenis op van deze woorden en noteer deze.
Kies 3 themawoorden en teken bij elk woord een poppetje dat het woord uitbeeldt.
Slide 9 - Slide
Online
inloggen via Magister.
Thema 17: (Goede) vrienden?
eerste opdracht (toets) maken.
Is je score hoger dan 80%, dan ga je naar de volgende slide (Offline)
Is je score lager dan 80%, dan maak je eerst de opdrachten online.
Slide 10 - Slide
Offline
Begin in opdrachten en maak opdracht 1 & 2 op blz. 48 .
Draai je boek om (mijn woordenboek) en maak de opdracht van thema 17 op blz. 12.
Draai je boek weer om en maak de thuisopdracht 3 op blz. 49.