PTO-1 Lezen M1

Welkom!
- Pak je boek en ga lekker lezen.

- Terugblik & opdracht 1, blz. 39 bespreken

- Uitleg: woordraadstrategie

- Aan de slag!
timer
10:00
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
- Pak je boek en ga lekker lezen.

- Terugblik & opdracht 1, blz. 39 bespreken

- Uitleg: woordraadstrategie

- Aan de slag!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...

...kun je het onderwerp en deelonderwerpen van een tekst noemen;

...kun je de betekenis van moeilijke woorden uit een tekst halen door synoniemen te zoeken.

Slide 2 - Slide

Welke leesmanier gebruik je als je het onderwerp van een tekst wil weten?
A
Oriënterend lezen.
B
Globaal lezen.

Slide 3 - Quiz

Wat is het doel van globaal lezen?
A
Onderwerp van een tekst vinden.
B
Deelonderwerpen uit een tekst vinden.
C
Titel en bron van een tekst vinden.
D
De plaatjes en tussenkopjes vinden.

Slide 4 - Quiz

Wat doe je als je globaal leest?

Slide 5 - Open question

Wat is een deelonderwerp?

Slide 6 - Open question

Aantekening: synoniem (blz. 24)
In teksten staan vaak onbekende of moeilijke woorden.

Door een woordraadstrategie te gebruiken kun je achter de betekenis komen.

woordraadstrategie 1 = synoniem zoeken

synoniem = ander woord met dezelfde betekenis

*voorbeelden: 
schrijver - auteur / liegen - jokken / kussen - zoenen
 

Slide 7 - Slide

Aan de slag!
Opdracht 1, blz. 25 maken we samen.

Maak opdracht 2 & 3, blz. 25 & 26.

Je werkt zelfstandig, in stilte.


Slide 8 - Slide

Welkom!
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Terugblik
Schrijf de antwoorden in je schrift:

1. Wat is een deelonderwerp?

2. Wat doe je als je globaal leest?

3. Wat is het doel van globaal lezen?

4. Wat is een synoniem?

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
In tweetallen bespreken 
opdracht 2 & 3, blz. 25 & 26.

Je hebt 3 minuten de tijd.

Klaar = zelfstandig werken -->
opdracht 4 & 5, blz. 26
EN
opdracht 2, blz. 40.


timer
3:00

Slide 11 - Slide

Welkom!
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Opdracht 4, blz. 26
1 en 2
 reeks – serie
 conflict – strijd
 huidige – tegenwoordige
 verontwaardigd – kwaad
 kameraadschappelijk – vriendschappelijk
 uiteraard – natuurlijk
3 onder de loep nemen – heel precies bestuderen
4 voor altijd en eeuwig (al. 2); in vuur en vlam staan (al. 2)

Slide 13 - Slide

Opdracht 5, blz. 27
1 Volgens de rechter is er maar één conclusie mogelijk: de butler heeft het gedaan.
2 Vincents huidige zwemtrainer is veel minder streng dan de vorige.
3 Abdul was verontwaardigd omdat de politieagent hem een bekeuring gaf voor fietsen op de stoep.
4 Hoe is het experiment van de gemeente Helmond met gratis busvervoer afgelopen?
5 Kato en haar vader hebben hun conflict over het uitlaten van de hond uitgepraat.
6 Omdat Hesters moeder voor haar werk frequent vliegt, krijgt zij korting bij sommige luchtvaartmaatschappijen.


Slide 14 - Slide

Woordraadstrategie: omschrijving zoeken (blz. 50)
woordraadstrategie 1 = synoniem zoeken
    vb: conclusie = eindoordeel
           frequent = regelmatig

woordraadstrategie 2 = omschrijving zoeken
    vb: Het afgelopen decennium is er veel gebeurd. In deze periode van 10   
            jaar zijn er veel ontwikkelingen geweest op technologisch gebied.
    vb: De geschiedenis van Europa intrigeert mij. Ik vind het vooral boeiend  
           vanwege alle oorlogen.




Slide 15 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 1 & 2, blz. 50.

= af voor het einde van de les.

Je hebt 15 minuten, je werkt in stilte.
timer
15:00

Slide 16 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...

...kun je drie leesmanieren toepassen;

...kun je het onderwerp en deelonderwerpen van een tekst noemen;

...kun je de betekenis van moeilijke woorden uit een tekst halen door een synoniem of omschrijving te zoeken.

Slide 17 - Slide

Begintaak
1. Welke twee leesstrategieen ken je?

2. Wat is een deelonderwerp?

3. Wat is een synoniem?

4. Bedenk een synoniem voor de woorden: kapot & wijzigen.

Slide 18 - Slide

Zoek een synoniem of omschrijving.
R
1 reflex = 

2 conservator =  

3 restaureren =

Slide 19 - Slide

Opdracht 1, blz. 50
1 emigreren – verhuizen naar een ander land
2 profiteren – voordeel hebben
3 minuscule – ontzettend kleine
4 gerangschikt – op volgorde gelegd

Slide 20 - Slide

Opdracht 2, blz. 51
1 coureur – iemand die meedoet aan (auto)races
2 en 3
 in de genen – in het bloed
 compenseren – aanvullen
 debuteerde – voor de eerste keer meedeed
 renstal – autosportteam dat rijdt voor een bepaalde fabriek
 klaargestoomd – in korte tijd getraind
 kritisch – had veel op- en aanmerkingen
 ideale – er was geen betere
 in de voetsporen treden van – een voorbeeld nemen aan

Slide 21 - Slide

Wat is 'zoekend lezen'?

Slide 22 - Open question

Aantekening: zoekend lezen (blz. 64)
Soms wil je snel iets lezen, je bent op zoek naar bepaalde informatie.

Je leest dan:
- titel, tussenkopjes
- andersgedrukte woorden (vet, schuin, gekleurd, onderstreept)
- opvallende tekens (bolletjes, nummeringen, sterretjes, etc.)

Leesstrategie 3 = zoekend lezen

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
Opdracht 1 & 2 blz. 65.

Huiswerk =
voorleesopdracht voorbereiden &
leren voor de toetsweek!

Slide 24 - Slide

Deze les
Oefentoets maken 40 min.

Klaar = vrij verhaal afmaken of lezen in je leesboek
dus GEEN iPad op tafel!

Vrijdag bespreken we de antwoorden!

Slide 25 - Slide

Welkom!
Aan het einde van de les kun je...

...het onderwerp en deelonderwerpen van een tekst benoemen;

...kun je drie leesstrategieen toepassen;

...kun je de betekenis van moeilijke woorden vinden door een synoniem of een omschrijving te zoeken in de tekst.

Slide 26 - Slide

Opdracht 4
Klassikaal bespreken, blz. 67.

Zorg dat de goede antwoorden in je schrift staan!

Slide 27 - Slide

Opdracht
Je krijgt twee tekstjes, opgeknipt in alinea's.

Je werkt in tweetallen.
1. Je legt de alinea's in de juiste volgorde.
2. Bedenk een passende titel.

Wie heeft de juiste volgorde???
timer
3:00

Slide 28 - Slide

Aan de slag!
We lezen klassikaal tekst 4: "Het succes van Spongebob Squarepants" (blz. 41).

--> Maak zelfstandig, in stilte, opdracht 4, blz. 41.

Je hebt 15 minuten de tijd, je werkt in stilte.
timer
15:00

Slide 29 - Slide