This lesson contains 23 slides, with text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Quote: wat betekent dit?
§2.1Water tegenhouden en ruimte geven deel 1
Slide 1 - Slide
§2.1 Water tegenhouden en ruimte geven
Slide 2 - Slide
Programma van de les
Bekendste overstromingen
Dijkverzwaring
Ruimte voor de Rivier
Maatregelen
Aan de slag
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Slide
De twee bekendste overstromingen
1953: Watersnoodramp --> Deltacommissie en daarna Deltawerken
Hoogwater 1993 en 1995 leidde bijna tot een ramp --> Deltaplan Grote Rivieren en daarna Ruimte voor de Rivier
Slide 6 - Slide
Nieuw waterbeleid
Het nieuwe waterbeleid breekt met de traditie van dijkverzwaring, hard pompen en snel lozen.
Slide 7 - Slide
Dijken en uiterwaarden
Dijkverzwaring
Slide 8 - Slide
Beperkingen dijkverzwaring
Waarom kan je een dijk niet oneindig hoog en breed maken?
De dijk zal uiteindelijk onder zijn eigen gewicht wegzakken in de slappe ondergrond.
Slide 9 - Slide
Dijk ophogen geen oplossing
Dijk zal uiteindelijk wegzakken in de slappe ondergrond
Dijk ophogen dan wordt een dijk ook breder
Dijkverzwaring: sedimentatie in winterbed, rivier hoogt zichzelf op.
uiterwaarde alleen niet genoeg op extra water op te vangen
Water gaat er ook onderdoor
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Ruimte maken voor de rivier
Vanaf 1995: Deltaplan Grote Rivieren en de Wet op de waterkering (rond 2000 grootste zwakheden opgelost)
Niet meer dijkverzwaring, maar meer ruimte voor de rivier
Idee uitgewerkt in programma Ruimte voor de Rivier
€ 2,3 miljard
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Slide
Het grote plaatje
Slide 15 - Slide
Binnen- en buitendijkse gebieden
Buitendijkse maatregelen
1. Rivierbedverruiming
2. Rivierbedverdieping
3. Uiterwaardvergraving
4. Nevengeul
5. Kribverlaging
6. Dijkverlegging
7. Obstakelverwijdering
Binnendijkse maatregelen
8. Retentiebekken
9. Noodoverloopgebied
Slide 16 - Slide
Buitendijkse maatregelen
Uiterwaardvergraving
Het geheel of gedeeltelijk afgraven van de uiterwaard zodat er meer water in het winterbed past.
Nevengeul
Relatief kleine geul die min of meer evenwijdig aan de hoofdgeul loopt en die bij een gemiddelde waterstand en bij laagwater niet of nauwelijks water afvoert, maar die bij hoogwater de afvoercapaciteit van de rivier vergroot.
Verdieping van het zomerbed
Het uitbaggeren van het zomerbed is duur en doordat de rivier steeds nieuw slib aanvoert, helpt deze maatregel maar voor korte tijd.
Kribverlaging
Het verlagen van de kribben om bij hoogwater de opstuwing te verminderen.
Rivierbedverruiming
Het landinwaarts verplaatsen van de winterdijk om een grotere waterafvoer mogelijk te maken. Heet ook rivierbedverbreding.
Obstakelverwijdering
Verwijdering van een obstakel of begroeiing uit het rivierbed dat de waterafvoer belemmert.
Slide 17 - Slide
Binnendijkse maatregelen
Retentiebekken
Een binnendijks omdijkt gebied waarin bij hoogwater tijdelijk water opgeslagen kan worden
Noodoverloopgebied: Polder Noordwaard in de Biesbosch
Aan het Nationaal Park De Biesbosch grenst de polder Noordwaard. Dit landbouwgebied is in de afgelopen jaren deels ontpolderd (figuur 2.28). Delen van dijken zijn afgegraven waardoor het gebied enkele keren per jaar onder water staat, vooral in de wintermaanden.
Hoogwatergeul
Zeer ingrijpend is de aanleg van een nieuwe rivierloop buiten het winterbed, dus in het binnendijkse land. Zo’n hoogwatergeul ligt tussen twee speciaal voor dit doel gebouwde hoge dijken of hogere gronden in en maakt alleen bij hoogwater deel uit van de rivier
Doel: regen- of rivierwater tijdelijk op te slaan of om nog meer ruimte aan het rivierwater te geven.
Deze maatregelen leiden ertoe dat de waterstand van de rivier lager wordt, zodat er minder druk op dijken komt te staan
Bergen = tijdelijke opslaan van water
Slide 18 - Slide
Retentiebekken
Langs de rivieren retentiebekken (meren) aanleggen
Tijdelijke noodberging
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Noodoverloopgebieden
Slide 21 - Slide
Huiswerk
Maak van 2.1 opdrachten 1 (filmpje in deze lessonup) 2,4,5