Herhaling H6

Lesdoelen 2e lesuur
Herhaling verdelingen
Herhaling spreiding 
Herhaling betrouwbaarheidsinterval
Zelfstandig werken: verder met planning die vorig lesuur is opgegeven

1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesdoelen 2e lesuur
Herhaling verdelingen
Herhaling spreiding 
Herhaling betrouwbaarheidsinterval
Zelfstandig werken: verder met planning die vorig lesuur is opgegeven

Slide 1 - Slide

Vorige les:
We hebben het herhaald wat verdelingskrommen zijn.
Wat weet je nog?

Slide 2 - Slide

Met wat voor soort verdeling heb je hier te maken?

Slide 3 - Open question

Schets de cumulatieve verdelingskromme, upload een foto van jouw schets.

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Vergelijken spreiding
cijfer
5
6
7
8
frequentie
2
6
6
1
Behaalde cijfers H5wa1
Behaalde cijfers H5wa2
cijfer
3
5
7
9
frequentie
2
5
6
3

Slide 6 - Slide

Bij welke klas is er een grotere spreiding?
A
H5wa1
B
H5wa2
C
ik weet het niet

Slide 7 - Quiz

Kijk goed naar de bovenstaande figuren: Welk gegeven is NIET gelijk voor deze 3 klassen?

Slide 8 - Slide

Welk gegeven is NIET gelijk voor deze 3 klassen
A
Gemiddelde
B
Mediaan
C
Standaardafwijking
D
Spreidingsbreedte

Slide 9 - Quiz

weet je nog...

Slide 10 - Slide

Betrouwbaarheidsintervallen
De schatting van een proportie

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
Op het Vellesan College is zes maanden geleden een onderzoek gehouden. 14 van de 50 willekeurig gekozen leerlingen heeft gezegd de app TikTok te gebruiken
De steekproefproportie 0,28 leidt tot een schatting van 28% voor de hele school.

Slide 12 - Slide

Begrippen
Proportie betekent: 'verhouding'  of 'deel'.
Dit is altijd een getal tussen 0 en 1 (zoals de steekproefproportie 0,28 in het voorbeeld)
en steekproefpercentage is dan 28%
Zo spreken we ook van populatieproportie en populatiepercentage als de hele populatie ondervraagd zou zijn.




Slide 13 - Slide

Uitspraak over de populatie
Het is niet verstandig om te zeggen dat de populatieproportie 0,28 is. Er is altijd een foutenmarge. 
Op grond van de steekproef schatten we de popultatieproportie tussen de grenzen 0,28+x en 0,28-x
Deze grenzen bepalen het betrouwbaarheidsinterval.
Hoe groter je x kiest , hoe meer kans dat je een juiste bewering doet.

Slide 14 - Slide

Betrouwbaarheidsinterval
In de statistiek willen we vaak met 95% zekerheid zeggen dat de populatieproportie tussen de steekproefproportie -x en de steekproefproportie +x ligt.
Het blijkt dat je bij het veelvuldig uitvoeren van de steekproef de normale verdeling krijgt. 
Het gemiddelde van de normale verdeling is de populatieproportie. De standaardafwijking bepaal je met de steekproefproportie.

Slide 15 - Slide

Met welke formule bereken je die standaardafwijking? En wat is het 95% betrouwbaarheidsinterval volgens de vuistregels van de normale verdeling?

Slide 16 - Open question

Betekenis van het 95% betrouwbaarheidsinterval

Op grond van de steekproefproportie kunnen we met 95% zekerheid zeggen dat de populatieproportie tussen de gevonden grenzen zit.

Slide 17 - Slide

Bereken het 95% voor het onderzoek het betrouwbaarheidsinterval. Wat betekent dit?

Slide 18 - Open question

Wat als we een grotere steekproef hadden genomen?
A
Dat maakt niets uit voor het betrouwbaarheidsinterval
B
Dat wordt het betrouwbaarheidsinterval groter
C
Dan wordt het betrouwbaarheidsinterval kleiner
D
Geen idee, ik ben al helemaal klaar mee!

Slide 19 - Quiz

Ik wil de volgende les nog graag extra uitleg over:

Slide 20 - Mind map