Rekenen les 8 18ORS/18ORV

Leerjaar 3: verpleegkundig rekenen
Maten
BMI
Vochtbalans
Medicatie
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerjaar 3: verpleegkundig rekenen
Maten
BMI
Vochtbalans
Medicatie

Slide 1 - Slide

Zelfstandig nogmaals doorlopen:
https://LessonUp.app/invite/h/ZL4D7jKFKxXMRQWqq
Inhoud 
Leerdoelen
Herhaling: hulpmiddelen
Vorige week: antwoorden reader oplossen/verdunnen
Instructie en oefening: Maten
Instructie en oefening: BMI
Instructie: Vochtbalans
Instructie en oefening: Medicatie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- De student kan maten omrekenen binnen het metriek stelsel
- De student kan een BMI en gewenst gewicht berekenen
- De student kan een vochtbalans opstellen en de beoordelen
De student heb of ontwikkel een oplossingsstrategie om context gebonden bewerkingen over medicatie uit te voeren.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herhaling: Hulpmiddelen
Lesmateriaal: Reader (CumLaude) en PowerPoints (CumLaude)

Rekenmachine
Kladblaadje
Hulpkaart (CumLaude) of spiekboekje verpleegkundig rekenen (via nursing)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vorige week:
antwoorden reader hoofdstuk oplossen en verdunnen
Oplossen                                                        Verdunnen
1. 400 mg                                                         1. 80 ml 5% oplossing en 120 ml water
2. a 20 mg & b  4 druppels                       2. 50 ml 3% oplossing en 100 ml water
3. 10 mg                                                            3. 100 gram & 30 ml 10% oplossing
4. 10 gram                                                       4. 6%
5. 40 gram
6. 10 gram
7. 30 ml                                                          Begrijp je niet waarom je een vraag niet helemaal goed had,
8. 15 gram                                                    neem deze vraag dan mee naar het consultatie uur
9. 250 ml
10. 1000 ml

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Maten omrekenen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke maten gebruiken we in de verpleegkunde vooral?

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Maten in de verpleegkunde
Voorbeelden

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Afbeelding uit de reader
Er volgen nu een aantal oefenopgave
Na de oefenopgave volgt de uitleg

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

1 cc = 1 ml
1 ml = .... druppels
(kijk eventueel op de hulpkaart)

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

0,2 liter = ... ml
(kijk eventueel op de hulpkaart)

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

0,2 liter  = 200 ml
Van Liter naar Milliliter is drie stapjes
Elk stapje naar beneden is x 10
Drie stapjes van x 10 zijn samen x 1000
0,2 x 1000 = 200 ml

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

250 microgram = ... mg
(kijk eventueel op de hulpkaart)

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

250 microgram = 0,25 mg
Van microgram naar milligram is drie stapjes
Elk stapje omhoog is : 10
Drie stapjes van : 10 zijn samen : 1000
250 : 1000 = 0,25

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

6 dl = .. ml
(kijk eventueel op de hulpkaart)

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

6 dl  = 600 ml
Van deciliter naar milliliter is twee stapjes
Elk stapje naar beneden is x 10
Twee stapjes van x 10 zijn samen x 100
6 x 100 = 600 ml

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

BMI (body mass index)
Gewicht in verhouding tot lengte

Kijk op de hulpkaart, welke formule zie je? 
Klik door wanneer je de formule gevonden hebt
 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

BMI (body mass index)
Gewicht in verhouding tot lengte

Welke formule zie je op de hulpkaart?

BMI = Gewicht in kilogram : (lengte in meter x lengte in meter )

 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Oefensom (rond af op 2 decimalen)
Gewicht = 60 kilogram
Lengte = 1,55m
BMI = ??

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

BMI = Gewicht in kilogram : (lengte in meter x lengte in meter )

BMI = 60 : ( 1,55 x 1,55)
BMI = 60 : 2,4025
BMI = 24,97

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Oefensom (rond af op helen)
Gewicht = ???
Lengte = 1,55m
BMI = 25

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Oefensom (rond af op helen)
Oefensom (rond af op helen)
BMI =  25
Lengte = 1,55m
Gewicht = ???

Formule op de hulpkaart             BMI = Gewicht in kilogram : (lengte in meter x lengte in meter )
Je hebt een andere formule nodig, want met deze formule bereken je BMI. Als je niet weet welke formule je nodig hebt. Plaats de bestaande formule dan in een driehoek. (klik naar de volgende dia voor het vervolg van deze uitleg)



Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Oefensom (rond af op helen)
Oefensom (rond af op helen)
BMI = 25
Lengte = 1,55m
Gewicht = ???

Afbeelding 1             BMI = Gewicht in kilogram : (lengte in meter x lengte in meter )
Afbeelding 2            Laat de = en de gedeeld door streep weg


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Oefensom (rond af op helen)
Oefensom (rond af op helen)
BMI = 25
Lengte = 1,55m
Gewicht = ???

Afbeelding 1 BMI = Gewicht in kilogram : (lengte in meter x lengte in meter )
Afbeelding 2 Plaats de = bij hetgeen jij wilt weten

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Oefensom (rond af op helen)
Oefensom (rond af op helen)
BMI = 25
Lengte = 1,55m
Gewicht = ???

Afbeelding 1 BMI = Gewicht in kilogram : (lengte in meter x lengte in meter )
Afbeelding 2 De B en LL staan naast elkaar, dan plaats je een x ertussen (als twee letter boven elkaar staan, komt er een gedeeld door streep)
Afbeelding 3 Als je de driehoek nu uitleest, dan zie je : G=B x LL. Als je hier een formule van maakt krijg je 
Gewicht = BMI x (Lengte x Lengte)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Oefensom (rond af op helen)
Oefensom (rond af op helen)
BMI = 25
Lengte = 1,55m
Gewicht = ???

Gewicht = BMI x (Lengte x Lengte)
Gewicht = 25 x (1,55 x 1,55)
Gewicht = 25 x 2,4025
Gewicht = 60,0625
Rond af op helen
antwoord = 60

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vochtbalans
Informatie  
- 24 uur (Bijv. van dinsdag 10.00 tot woensdag 10.00)
- Wordt gedaan bij bijv. bij risico op over- (hartfalen) of onder vulling (braken)
- Bloed & insensible loss (zweet) tellen we niet mee. Zweet alleen op indicatie en door de arts uitgerekend
- Wel: vochtintake (dik en dun vloeibaar, ook infusen e.d.) & uitscheiding (urine, defecatie, braaksel, draainvocht, hevels)




Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Vochtbalans

Formule:
hoeveelheid vocht in – hoeveelheid vocht uit
Uitkomst:
positieve vochtbalans (>0) Patiënt krijgt meer vocht binnen dan hij verliest
Negatieve vochtbalans (<0) Patiënt verliest meer vocht dan hij binnenkrijgt



Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Medicatie
Reader:
Het hoofdstuk medicatie bestaat uit een stukje algemene informatie, dan druppelmedicatie en vervolgens injecteren.

Les:
In deze les bespreken we druppelmedicatie en injecteren. 


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Druppels
Je hebt geleerd: 1 ml = 20 druppels

Op de volgende dia komt een oefenopgave over het rekenen met medicatiedruppels 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Wanneer een ampul 100 IE/2ml bevat en de patiënt 20 IE moet krijgen. Hoeveel druppels geef je dan?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Wanneer een ampul 100 IE/2ml bevat en de patiënt 20 IE moet krijgen. Hoeveel druppels geef je dan? 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Injecteren
Welke formule staat er op de hulpkaart? 
Wat bereken je hiermee?

Beantwoord deze vragen voor jezelf en controleer je antwoord op de volgende dia

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Injecteren
Welke formule staat er op de hulpkaart?
Voorschrift : Aanwezige hoeveelheid per ml = te injecteren hoeveelheid in ml 

Wat bereken je hiermee?
Hoeveel ml je moet opzuigen en injecteren

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

De patiënt moet 4mg lidocaïne toegediend krijgen. Hoeveel ml injecteer je?
(klik op de afbeelding)

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Injecteren
De patiënt moet 4mg lidocaïne toegediend krijgen. Hoeveel ml injecteer je?

Voorschrift : Aanwezige hoeveelheid per ml = te injecteren hoeveelheid in ml 
          4            :                             10                                 =   0,4 


Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Injecteren
Let op! Voorschrift en aanwezige hoeveelheid moeten altijd in dezelfde eenheid zijn. 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

De patiënt moet 6000 microgram lidocaïne toegediend krijgen. Hoeveel ml injecteer je?
(klik op de afbeelding)

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Injecteren
De patiënt moet 6000 microgram lidocaïne toegediend krijgen. 
Hoeveel ml injecteer je?

6000 microgram = 6 milligram

Voorschrift : Aanwezige hoeveelheid per ml = te injecteren hoeveelheid in ml 
          6            :                             10                                 =   0,6


Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Verder (agenda)
Verder oefenen in de reader
'' Maten/BMI/Vochtbalans/Medicijnen''
Voor de volgende les afronden 

Alvast lezen: infusie en transfusie 



Slide 40 - Slide

This item has no instructions