What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
§6.3 Volgorde van bewerkingen
§6.3 Volgorde van bewerkingen
§2.1
1 / 50
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
50 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
§6.3 Volgorde van bewerkingen
§2.1
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Doel van de les
Voorkennis
Instructie
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Slide 3 - Slide
Aan het einde van deze les...
... ken je de termen: '
Som', 'Verschil', 'Product'
en '
Quotiënt'.
... weet je in welke volgorde je een lange som moet uitrekenen.
Slide 4 - Slide
Voorkennis activeren
Slide 5 - Slide
Voorkennis activeren
- Verschil tussen twee getallen
- Optelsommen met negatieve getallen
- Aftreksommen met negatieve getallen
- Tegengestelde getallen
- Keersommen met negatieve getallen
- Deelsommen met negatieve getallen
Wat weten we al?
Slide 6 - Slide
Wat is het verschil tussen 4 en -4,3?
Slide 7 - Open question
Bereken:
-7 + 3 = ...
Slide 8 - Open question
Bereken:
-1 + -8 = ...
Slide 9 - Open question
Bereken:
-5 - 2 =
Slide 10 - Open question
Bereken:
12 - -3 =
Slide 11 - Open question
Bereken:
-2 x 3 = ...
Slide 12 - Open question
Bereken:
-4 x -5 = ...
Slide 13 - Open question
Bereken:
-10 : 2 =
Slide 14 - Open question
Bereken:
-25 : -5 =
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Som
Voor de som van twee getallen gebruik je +
Slide 17 - Slide
Som
Voor de som van twee getallen gebruik je +
De som van 2 en 3 is:
2 + 3 = 5
Slide 18 - Slide
Som
Voor de som van twee getallen gebruik je +
De som van 2 en 3 is:
2 + 3 = 5
De som van 2 en 3 is dus 5
Slide 19 - Slide
Wat is de som van 8 en 4?
(Alleen het antwoord invullen)
Slide 20 - Open question
Verschil
Voor het verschil van twee getallen gebruik je -
Slide 21 - Slide
Verschil
Voor het verschil van twee getallen gebruik je -
Het verschil van 2 en 5 is:
5 - 2 = 3
Slide 22 - Slide
Verschil
Voor het verschil van twee getallen gebruik je -
Het verschil van 2 en 5 is:
5 - 2 = 3
Het verschil van 2 en 5 is dus 3
Slide 23 - Slide
Wat is het verschil van 7 en 24?
(Alleen het antwoord invullen)
Slide 24 - Open question
Product
Voor het product van twee getallen gebruik je ×
Slide 25 - Slide
Product
Voor het product van twee getallen gebruik je ×
Het product van 2 en 5 is:
2 × 5 = 10
Slide 26 - Slide
Product
Voor het product van twee getallen gebruik je ×
Het product van 2 en 5 is:
2 × 5 = 10
Het product van 2 en 5 is dus 10
Slide 27 - Slide
Wat is het product van 2 en 7?
(Alleen het antwoord invullen)
Slide 28 - Open question
Quotiënt
Voor het quotiënt van twee getallen gebruik je ÷
Slide 29 - Slide
Quotiënt
Voor het quotiënt van twee getallen gebruik je ×
Het quotiënt van 30 en 5 is:
30 ÷ 5 = 6
Slide 30 - Slide
Quotiënt
Voor het quotiënt van twee getallen gebruik je ×
Het quotiënt van 30 en 5 is:
30 ÷ 5 = 6
Het quotiënt van 30 en 5 is dus 6.
Slide 31 - Slide
Wat is het quotiënt van 20 en 4?
(Alleen het antwoord invullen)
Slide 32 - Open question
Wat is het verschil van 3 en 18?
(Alleen het antwoord invullen)
Slide 33 - Open question
Wat is de som van 17 en 15?
(Alleen het antwoord invullen)
Slide 34 - Open question
Wat is het quotiënt van 18 en 6?
(Alleen het antwoord invullen)
Slide 35 - Open question
Wat is het product van 3 en 4?
(Alleen het antwoord invullen)
Slide 36 - Open question
Volgorde van bewerkingen
Slide 37 - Slide
Volgorde van bewerkingen
Slide 38 - Slide
Volgorde van bewerkingen
1. Bereken wat tussen de haakjes staat
Slide 39 - Slide
Volgorde van bewerkingen
1. Bereken wat tussen de haakjes staat
2. Vermenigvuldig (×) en deel (÷)
Slide 40 - Slide
Volgorde van bewerkingen
1. Bereken wat tussen de haakjes staat
2. Vermenigvuldig (×) en deel (÷)
3. Doe de plus (+) en min (-) sommen
Slide 41 - Slide
Volgorde van bewerkingen
VB:
8 × ( 5 + 1 ) =
1. Bereken wat tussen de haakjes staat
8 × ( 5 + 1 ) = 8 × (6)
2. Vermenigvuldig (×) en deel (÷)
8 × 6 = 48
3. Doe de plus (+) en min (-) sommen
Slide 42 - Slide
Geef het antwoord op de volgende som en bereken in je schrift:
3 + 3 × 4 + 3 = ...
Slide 43 - Open question
Geef het antwoord op de volgende som en bereken in je schrift:
25 ÷ ( 8 - 3 ) = ...
Slide 44 - Open question
Geef het antwoord op de volgende som en bereken in je schrift:
14 + ( 5 - 3 ) × 3 = ...
Slide 45 - Open question
Aan de slag
Maak de volgende opdrachten van §6.3:
timer
1:00
Slide 46 - Slide
Lesdoel
check
Slide 47 - Slide
Aan het einde van deze les...
... ken je de termen: '
Som', 'Verschil', 'Product'
en '
Quotiënt'.
... weet je in welke volgorde je een lange som moet uitrekenen.
Slide 48 - Slide
Lesdoelen:
Ik weet hoe ik '
de som', 'het verschil', 'het product'
en '
het quotiënt'
kan uitrekenen.
Ik ken de volgorde van bewerkingen en kan deze op de goede manier uitvoeren.
Slide 49 - Drag question
Huiswerk voor morgen: §6.3
Opdrachten 3 t/m 12 van §2.1
Slide 50 - Slide
More lessons like this
H6.3 Volgorde van bewerkingen
February 2024
- Lesson with
50 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1C 8 maart (6.3)
March 2021
- Lesson with
45 slides
Wiskunde
Voortgezet speciaal onderwijs
1B 11 maart (6.3 en 6.4)
March 2021
- Lesson with
51 slides
Wiskunde
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
§6.4 De rekenmachine
March 2020
- Lesson with
37 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Getallen
April 2018
- Lesson with
23 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
H6.4 De rekenmachine
February 2024
- Lesson with
21 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
H3 (kgt)
October 2022
- Lesson with
23 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
3.3 Rekenen
September 2022
- Lesson with
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1