Week 7 les 1 1hv

Bienvenue!

C'est la semaine 7

Cette semaine: bron E, G & I

Klassikaal: Bron I zinnen

Leerdoelen

Jullie kunnen:

Zeggen in wat voor huis je woont

Zeggen wat je lievelingskleur is

Zeggen of je in een stad of dorp woont

Zeggen of je kamer klein of groot is

Zeggen wat er in je kamer is

Zeggen wat je in je kamer doet

Vandaag

Klassikaal gedeelte = verplicht (15 minuten)

Na deze instructie 5 minuten opstarten

Halve les stil, halve les fluisteren

We pakken het weer op!

Klassikaal: Phrases-clés Bron I

1 Tu habites à la campagne?

2 J'habite en ville

3 Tu habites dans une maison?

4 J'habite dans un appartement/villa

Habiter = wonen

Wat doe je en wat is er in je kamer?

J'ai ____________________ dans ma chambre

Je fais ________________

Je joue _______________

Je regarde _____________________

Instructie: Woorden van bezit

Ze komen op je proef

Dit is het meest belangrijke deel in de Franse taal

1 Mannelijke/vrouwelijke woorden

2 Werkwoorden

Mannelijk / vrouwelijk

Alles wat om deze woorden heen komt verandert

Past zich aan, aan het woord

Mannelijk / vrouwelijk

La grande, jolie maison est ma maison

(Het grote, mooie huis is mijn huis)

Le grand, joli garcon est mon garcon

(de grote, mooie jongen is mijn jongen)

Les grands, jolis maisons sont mes maisons

(De grote, mooie huizen zijn mijn huizen)

Mijn, Jouw, Zijn/Haar

MON - MA - MES

TON - TA - TES

SON - SA - SES

Elke keer dezelfde soorten:

LE - LA - LES

UN - UNE - DES

Voorbeeld: In de proef

___________ fille (mijn)

_____________ chambre (haar)

____________ oncle (jouw)

___________ filles (mijn)

_____________ chambres (zijn)

_____________ oncles (jouw)

Vijf minuten opstarten

Maak:

hoofdtuk 3 Bron I (de zinnen)

hoofdstuk 3 Bron H (woorden van bezit)

! Als je die nog niet af had !

Daarna: in stilte opstarten, vragen aan mij

Evaluatie

Complimenten voor de groep

Zelf verantwoordelijk zijn

Complimenten voor leerlingen

Mensen die zelf de touwtjes in handen nemen