Voor de Italiaanse keuken worden de volgende gangen onderscheiden:
Aperitivo, (aperitief) een alcoholisch drankje voorafgaand aan de maaltijd.
Antipasto, betekent voorafgaand aan de maaltijd, is een hapje vooraf. Dit kan een warm of koud gerecht zijn. Bijvoorbeeld een kleine salade.
Primo, eerste gang. Een klein warm gerecht. Bijvoorbeeld pasta, soep of risotto.
Secondo, hoofdmaaltijd. Vaak gebakken vis of vlees.
Contorno, bijgerecht dat bij de Secondo wordt geserveerd. Vaak salade of gekookte groenten.
Formaggio e frutta, het eerste nagerecht. Dit is een kaasplankje en/of fruit.
Dolce, iets zoets zoals taart, cake, tiramisu of gelato.
Caffè, een kop koffie.
Digestivo, een klein glas sterke drank. Bijvoorbeeld likeur, grappa of limoncello. Dit om de gerechten die zwaar op de maag liggen wat te verzachten.