1 Ik vond de toets wiskunde
behoorlijk pittig, ondanks mijn
grondige voorbereiding.
2 Ik kan met zekerheid zeggen dat dit product een goede kwaliteit heeft.
3 Mijn oom is al zestig en gaat studeren aan de universiteit.
4 Door een stommiteit van de keeper was winnen niet meer mogelijk.
5 Elke dag een grote hoeveelheid snoep is niet goed voor je gezondheid.
6 De majesteit was erg hartelijk naar het volk op Koningsdag.
7 De directeur is afwezig maar met een beetje geluk is hij zo terug.
8 Bungeejumpen lijkt mij een gevaarlijke activiteit.
9 Mijn vrienden vertellen mij altijd de waarheid.
10 Vond jij dit dictee moeilijk of best eenvoudig?