2BL B1 Grammatica

Welkom
Ga rustig zitten en pak je leesboek.
timer
10:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Ga rustig zitten en pak je leesboek.
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Blok 1 grammatica
- pv, wwg, ond
- pv, hele ww, vdw

Hoe? Uit het boek en op de iPad
Wie? Iedereen
Hoelang? Het hele uur
Wat moet af? GR 1.3 en 1.4
Huiswerk: Afmaken?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Op het bord staat een vraag. Maak de zinnen en stuur ze op.

Slide 4 - Open question

Nieuw in dit eerste blok is dat de leerlingen het voltooid deelwoord kunnen herkennen en benoemen.
In leerjaar 1 hebben de leerlingen al geleerd om de persoonsvorm te vinden door de tijdproef toe te passen:
Achmed eet een lekker taartje.
U vraagt de leerlingen welk woord in deze zin de persoonsvorm is en hoe ze dat weten. (eet, door de tijdproef, want als je er verleden tijd van maakt, verandert de persoonsvorm in at.)
Vervolgens vraagt u de leerlingen deze zin uit te breiden door gebruik te maken van één of meerdere werkwoorden. De leerling kiest uit:
heeft – zal – gaat – moet – wil
U laat de zinnen op het bord schrijven en de werkwoorden onderstrepen.
Achmed heeft een lekker taartje gegeten.
Achmed zal een lekker taartje eten.
Achmed gaat een lekker taartje eten.
Achmed moet een lekker taartje eten.
Achmed wil een lekker taartje eten.

U wijst erop dat bij ‘heeft’ het ww eten veranderd is in ‘gegeten’. U legt uit dat de onderstreepte woorden bij elkaar horen. Samen maken ze duidelijk wat Achmed doet. Laat dan door de leerlingen bedenken of ze een zin met drie werkwoorden kunnen bedenken (bijvoorbeeld: Achmed zal een lekker taartje gaan eten.)
Vervolgens gaat u na of de leerlingen (nog) weten hoe de andere werkwoorden naast de persoonsvorm in een zin heten (voltooid deelwoord en hele werkwoord). Kunnen ze aanwijzen wat het voltooid deelwoord in deze zinnen is? (gegeten) En het hele werkwoord? (eten). In hoeverre zijn de leerlingen in staat te bedenken hoe je in een zin met meerdere werkwoorden de persoonsvorm kunt vinden. Wie kan dat vertellen?
U sluit af met: In deze paragraaf herhaal je het benoemen van alle vormen van het werkwoord, te weten de persoonsvorm, het hele werkwoord en (nieuw!) het voltooid deelwoord.

Aantekening
Grammatica - werkwoorden benoemen
1 pv zoeken
2 andere ww? -> wwg
3 ja?
       heel ww (woordenboek)
       vdw -> pv = hebben worden of zijn.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Blok 1 grammatica
Opdracht 7 t/m 9

Huiswerk
Blok 1 grammatica 
Opdracht 1 t/m 6
timer
1:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aantekening
Grammatica - zinsontleding
PV - tijdproef
Strepen zetten - in ieder geval om de pv, wat kan verder voor de pv?
WWG - alle ww in de zin
OND - wie of wat + WWG ? / Wie doet het?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Blok 1 Grammatica
Inlog: MVRVANKAMPEN

Huiswerk
Zelftoets afmaken
timer
1:00

Slide 8 - Slide

1 Ik vond de toets wiskunde behoorlijk pittig, ondanks mijn grondige voorbereiding.
2 Ik kan met zekerheid zeggen dat dit product een goede kwaliteit heeft.
3 Mijn oom is al zestig en gaat studeren aan de universiteit.
4 Door een stommiteit van de keeper was winnen niet meer mogelijk.
5 Elke dag een grote hoeveelheid snoep is niet goed voor je gezondheid.
6 De majesteit was erg hartelijk naar het volk op Koningsdag.
7 De directeur is afwezig maar met een beetje geluk is hij zo terug.
8 Bungeejumpen lijkt mij een gevaarlijke activiteit.
9 Mijn vrienden vertellen mij altijd de waarheid.
10 Vond jij dit dictee moeilijk of best eenvoudig?

Pak je pen en schrift!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden spelling
1 Ik vond de toets wiskunde behoorlijk pittig, ondanks mijn grondige voorbereiding.
2 Ik kan met zekerheid zeggen dat dit product een goede kwaliteit heeft.
3 Mijn oom is al zestig en gaat studeren aan de universiteit.
4 Door een stommiteit van de keeper was winnen niet meer mogelijk.
5 Elke dag een grote hoeveelheid snoep is niet goed voor je gezondheid.
6 De majesteit was erg hartelijk naar het volk op Koningsdag.
7 De directeur is afwezig maar met een beetje geluk is hij zo terug.
8 Bungeejumpen lijkt mij een gevaarlijke activiteit.
9 Mijn vrienden vertellen mij altijd de waarheid.
10 Vond jij dit dictee moeilijk of best eenvoudig?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bedankt voor de aandacht

Jullie mogen opruimen en blijven zitten tot de bel gaat.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions