What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
extra opd
extra opd
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
extra opd
Slide 1 - Slide
Oefentoets spelling
H1 t/m H5
Nieuw Nederlands
Slide 2 - Slide
Hoofdstuk 1
Trema, apostrof, accenttekens en cedille
Slide 3 - Slide
Samenstellingen schrijf je zoveel mogelijk aan elkaar
A
goed
B
fout
Slide 4 - Quiz
Kies de juiste samenstelling
A
Kippenhok
B
Kippehok
Slide 5 - Quiz
Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
minijurk
B
mini-jurk
Slide 6 - Quiz
Welke variant is goed geschreven?
A
ontplooiing
B
ontplooïng
Slide 7 - Quiz
Welke variant is goed geschreven?
A
baby'tje
B
babytje
C
babietje
Slide 8 - Quiz
wel of geen koppelteken?
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen
Slide 9 - Quiz
wel of geen koppelteken
A
dvdcollectie
B
dvd-collectie
Slide 10 - Quiz
In welk antwoord staat een woord. met een 'accent aigu'?
A
carrière
B
crêpe
C
soirée
Slide 11 - Quiz
Hoofdstuk 2
Met of zonder -n?
Slide 12 - Slide
Beide(n) zijn getrouwd en hebben kinderen.
A
beide
B
beiden
Slide 13 - Quiz
De chocoladeletters waren beide(n) gebroken.
A
beiden
B
beide
Slide 14 - Quiz
Sommige(n) moesten nog een treinkaartje kopen.
Slide 15 - Open question
Die broers maken altijd ruzie en meestal hebben ze beide(n) schuld.
Slide 16 - Open question
Hoofdstuk 3
Schrijfwijze van getallen
Slide 17 - Slide
De minister wilde ......... miljoen bezuinigen.
A
6-tig
B
zestig
C
60
Slide 18 - Quiz
De staatsgreep vond plaats op ..........
A
vijftien mei negentieneenenzestig
B
15-5-1961
C
15 mei negentieneenenzestig
D
15 mei 1961
Slide 19 - Quiz
Hoewel ik om 14:00 uur een afspraak had, moest ik .............. wachten op de orthodontist.
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur
Slide 20 - Quiz
Hoofdstuk 4
afkorting, letterwoord, initiaalwoord, verkorting, symbool
Slide 21 - Slide
Wat is KLM?
A
afkorting
B
letterwoord
C
initiaalwoord
D
verkorting
Slide 22 - Quiz
Wat is z.g.a.n.?
A
afkorting
B
letterwoord
C
initiaalwoord
D
verkorting
Slide 23 - Quiz
Wat is prof?
A
afkorting
B
letterwoord
C
initiaalwoord
D
verkorting
Slide 24 - Quiz
Hoofdstuk 5
Leestekens
Slide 25 - Slide
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
mieke heeft veel dieren kippen schapen en honden
Slide 26 - Open question
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
als het pijn doet geef je maar een gil
Slide 27 - Open question
More lessons like this
Oefentoets Spelling H1 t/m 4
May 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Oefentoets Spelling H1 t/m 5
September 2023
- Lesson with
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
HA3: Spellingquiz 2
March 2022
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
HA3: Spellingquiz 2
June 2022
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
ww spelling
October 2022
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
HA3: Spellingquiz 2
March 2022
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Oefentoets Spelling 3 vwo dec 2023
December 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
M 3 Met of zonder n?
10 days ago
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1-3