Theoretische arbeidsproces

Theoretisch proces van het rendement

1 / 53

Slide 1: Slide

AutotechniekMBOStudiejaar 3,4

This lesson contains 53 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Theoretisch proces van het rendement

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Na het volgen van de les kun je:

De basis Gaswet regels toepassen in de formule .
De concepten van warmte en de verschillende vormen van energieoverdracht uitleggen en toepassen in een berekening.

p V = n R T

Slide 3 - Slide

Wat gebeurt er met de fles?

Wordt kleiner

Blijft gelijk

Wordt groter

Slide 4 - Quiz

Theoretische arbeidsproces

C= graden Celcius omrekenen Tk<--->Tc = -273,15 en andersom is het =+273,15

Slide 5 - Slide

Theoretische arbeidsproces

C= graden Celcius omrekenen Tk<--->Tc = -273,15 en andersom is het =+273,15

F= Graden Fahrenheit omrekenen van Tc<--->Tf

{Tf=9/5 * (Tc +32)} {Tc=5/9 * (Tf-32) }

Slide 6 - Slide

Theoretische arbeidsproces

C= graden Celcius omrekenen Tk<--->Tc = -273,15 en andersom is het =+273,15

F= Graden Fahrenheit omrekenen van Tc<--->Tf

{Tf=9/5 * (Tc +32)} {Tc=5/9 * (Tf-32) }

K= Kelvins<---> Fahrenheit. TF =(TK −273.15)×1.8 +32

Van Fahrenheit <---> Kelvin TK=(TF-32)/1,8+273,15

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

constant

isotherm proces

wet van Boyle

onderzocht de relatie tussen de druk en het volume van een gas

p 1 \cdot V 1 = p 2 \cdot V 2

p \cdot V =

Slide 9 - Slide

Vraag

Een gasfles bevat een gas onder een druk van 150 bar en heeft een volume van 5 liter. Bereken het volume dat het gas inneemt wanneer de druk zakt naar omgevingsdruk 1, aangenomen dat de temperatuur constant blijft(isotherm proces).

Slide 10 - Slide

Antwoord

p1=150 bar V1=5 liter p2=1 bar V2=?

Liter

\frac{​ 1 5 0 \cdot 5 ​ ​}{​ 1 ​} = V 2 = 750

Slide 11 - Slide

Constant

wet van Charles

Vertelt over de relatie tussen de temperatuur en het volume van een gas.

\frac{​ V 1 ​ ​}{​ T 1 ​} = \frac{​ V 2 ​ ​}{​ T 2 ​}

\frac{​ V ​ ​}{​ T ​} =

Direct evenredig

Slide 12 - Slide

Vraag

Een colafles met een inhoud van 0,5 liter wordt dichtgeknepen terwijl de omgevingstemperatuur 17 °C is. Vervolgens wordt de fles in een waterbad van 100 °C gelegd, waarna deze terugkeert naar zijn oorspronkelijke inhoud van 0,5 liter. Bereken het volume van de fles toen deze werd dichtgeknepen, aangenomen dat de druk constant blijft.

Slide 13 - Slide

Antwoord

V1=? T1=17+273=290 K V2=0,5L T2=100+273=373K

\frac{​ T 1 \cdot V 2 ​ ​}{​ T 2 ​} = V 1

\frac{​ 2 9 0 K \cdot 0 . 5 L ​ ​}{​ 3 7 3 K ​} = 0.389 L

Slide 14 - Slide

conastante

Wet van Gay-Lussac

Vertelt de relatie tussen de druk en temperatuur van een gas.

\frac{​ p 1 ​ ​}{​ T 1 ​} = \frac{​ p 2 ​ ​}{​ T 2 ​}

\frac{​ p ​ ​}{​ T ​} =

Slide 15 - Slide

Vraag

Een CNG-tank heeft een beschadigde beschermingsplaat. Bij een omgevingstemperatuur van 15°C, is de nominale druk van de tank is 200 bar. De tank bevindt zich in in de buurt van het uitlaatsysteem en wordt hierdoor met 50 graden verwarmd. Wat is de nieuwe druk in de tank?

Slide 16 - Slide

Antwoord

T1 =15+273,15=288,15K (absolute temperatuur)

T 2 =15+50+273,15=338,15K (nieuwe temperatuur).

p 2 = \frac{​ 2 0 . 0 0 0 . 0 0 0 \cdot 3 3 8 , 1 5 ​ ​}{​ 2 8 8 , 1 5 ​}

p 2 = 23470414.71 P a s c a l

p 2 = 234, 7 b a r

Slide 17 - Slide

Samenvoeging tot de ideale gaswet

=Druk in (Pa)

V=Volume in (m³ of L)

=Aantal moleculen gas (mol)

R= Gas constante = 8,314 J/(mol.K)

T=Temperatuur (K)

*volume in Liters ---> R = (0.0821)

p V = n R T

n

p

Slide 18 - Slide

De mol

\cdot

Slide 19 - Slide

De mol

...aanduiding voor een aantal

Vb:

1 dozijn = 12 stuks

Slide 20 - Slide

De mol

...aanduiding voor een aantal

Vb:

1 dozijn = 12 stuks

1 gros schoenveters = 144 schoenveters

Slide 21 - Slide

De mol

...aanduiding voor een aantal

Vb:

1 dozijn = 12 stuks

1 gros schoenveters = 144 schoenveters

1 mol stof = 6,022 10²³ deeltjes (atomen, moleculen of ionen)

\cdot

Slide 22 - Slide

De wet van Avogadro

Gelijke volumes van gassen, onder dezelfde druk en temperatuur, bevatten een gelijk aantal deeltjes (moleculen)

1 mol waterstofgas (H²) bevat 6,022 × 10²³ moleculen waterstof
1 mol zuurstofgas (O²) bevat 6,022 × 10²³ moleculen zuurstof
1 mol natriumionen (Na⁺) bevat 6,022 × 10²³ Na⁺-ionen.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

V = \frac{​ n \cdot R \cdot T ​ ​}{​ p ​}

p = \frac{​ n \cdot R \cdot T ​ ​}{​ V ​}

De wetten van Boyle, Charles, en Gay-Lussac

Slide 25 - Slide

Wat is warmte?

Slide 26 - Slide

Wat is warmte?

Een vorm van energie (Q) [J]

Slide 27 - Slide

Wat is warmte?

Een vorm van energie (Q) [J]

E k = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot m \cdot v^{​ 2 ​ ​}

Slide 28 - Slide

Wat is warmte?

Een vorm van energie (Q) [J]

E k = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​} \cdot m \cdot v^{​ 2 ​ ​}

E p = m \cdot g \cdot h

Slide 29 - Slide

Wat is warmte?

Een vorm van energie (Q) [J]

Ek=1/2*m*v² (Mechanisch)

E p = m \cdot g \cdot h