Tussentoets AFP P2 2324

1 / 20
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

wat betekent pancreas?
A
maag
B
lever
C
alvleesklier
D
12 vingerige darm

Slide 2 - Quiz

Hormonen zijn:
A
Regelstoffen
B
Voedingsbestanddelen
C
afvalproduct

Slide 3 - Quiz

Welke hormonen spelen een rol bij de glucosespiegel:
1 hormonen uit de alvleesklier;
2 hormonen uit de hypofyse;
3 hormonen uit de schildklier;
4 hormonen uit een bijnier.

A
Alleen 2 en 3
B
Alleen 2.
C
Zowel 1 als 4.
D
alleen 1

Slide 4 - Quiz

De alvleesklier maakt de hormonen insuline en glucagon aan. Wat is de functie van deze twee hormonen? Deze hormonen regelen de:
A
hoeveelheid gal.
B
bloedsuikerspiegel.
C
dikte van de klieren.
D
productie van maagsap.

Slide 5 - Quiz

Adrenaline wordt gemaakt in de....
A
Alvleesklier
B
Schildklier
C
Hypofyse
D
Bijnieren

Slide 6 - Quiz

Welk orgaan is geen hormoonklier
A
Eierstok
B
Speekselklier
C
Alvleesklier
D
Bijnieren

Slide 7 - Quiz

Wanneer is glucagon hard nodig?
A
Bij te hoge bloedsuikers
B
Als er ketonen gemaakt worden
C
Bij een hypoglykemie met een gedaald bewustzijn
D
Bij iemand met DM die braakt

Slide 8 - Quiz

Waar wordt glucagon geproduceerd?
A
Alveesklier
B
Lever
C
Bijniermerg
D
Bijnierschors

Slide 9 - Quiz

Wat kan er in de stofwisseling mis gaan bij Diabetes Mellitus type 2?
A
Insuline wordt te snel afgebroken nadat het in het bloed is opgenomen
B
Insuline heeft in de weefsels minder effect
C
A en B allebei
D
A en B allebei niet

Slide 10 - Quiz

Wat is een hypoglykemie ?
A
te hoge glucosespiegel
B
te lage glucosespiegel
C
een hartinfarct
D
tekort aan insuline

Slide 11 - Quiz

Wat is een gemiddelde glucosespiegel ?
A
boven de 13
B
hoger dan 6
C
tussen 4 en 8
D
tussen 10 en 12

Slide 12 - Quiz

Wat is diabetes?
A
De alvleesklier maakt te weinig insuline aan
B
De lever maakt te veel insuline aan
C
De lever maakt te weinig insuline aan .
D
De alvleesklier maakt te veel insuline aan

Slide 13 - Quiz

Iemand met diabetes
A
mag geen suiker eten
B
moet heel veel sporten
C
moet regelmatig eten
D
moet weinig eten

Slide 14 - Quiz

BIJ IEMAND MET DIABETES DIE EEN HYPER HEEFT
A
IS DE BLOEDSUIKER TE HOOG
B
IS DE BLOEDSUIKER TE LAAG

Slide 15 - Quiz

Wat helpt NIET bij een hypo?
A
Dextro (Druivensuiker)
B
Glucagon
C
Glucose
D
Insuline

Slide 16 - Quiz

Wat kan een oorzaak van een hypo zijn?
A
Te weinig of anders eten
B
Verkeerd spuiten
C
Teveel sporten
D
Alle bovenstaande antwoorden

Slide 17 - Quiz

een driehoekje van Kiernan is:
A
een onderdeel van de lever
B
een levercel
C
een onderdeel van de endeldarm
D
een galsteen

Slide 18 - Quiz

glucogeogenese is
A
het afbreken van glucose
B
het nieuw aanmaken van glucose
C
het omzetten van glucose naar glycogeen
D
het afbreken van fructose

Slide 19 - Quiz

Lipolyse
A
de afbraak van eiwitten
B
de opbouw van vetten
C
de opbouw van eiwitten
D
de afbraak van vetten

Slide 20 - Quiz