week 6 les 2

1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les devoirs
Casper SO inhalen



HW controle: CH2 = AF!
Faire (maken); memory of domino afmaken en inleveren! + Ch2 alles = af! extra controle ex 32a
Apprendre (leren): voc F + Bloc H
*Oefen met slim stampen 









Slide 2 - Slide

Les buts du cours
Overhoren HW: voc F
Je kunt de woorden en zinnen vertalen in het F/N - N/F
Bloc H: Grammaire:
Je kunt de werkwoorden op -ir vervoegen in de tegenwoordige tijd (présent) en voltooide tijd (passé composé)

Domino maken

Les devoirs: (HW): Ch2 afmaken





Slide 3 - Slide

Overhoren voc F

Slide 4 - Slide

déranger
A
hopen
B
storen
C
volgen
D
afwassen

Slide 5 - Quiz

le jour
A
de dag
B
de nacht

Slide 6 - Quiz

Ik heb er genoeg van!
A
Je ne veux plus!
B
J'en ai assez!
C
C'est fini!
D
C'est tout!

Slide 7 - Quiz

het slachtoffer

Slide 8 - Open question

la tête
A
de arm
B
het been
C
het hoofd
D
de voet

Slide 9 - Quiz

Vertaal: Arnhem a beaucoup d'habitants.

Slide 10 - Mind map

Vertaal: Je vais faire un voyage.

Slide 11 - Mind map

Korte herhaling
Grammaire Bloc H


regelmatige werkwoorden -ir

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Vervoeg:

Nous (finir)
A
Nous finirons
B
Nous finisons
C
Nous finissons
D
Nous finons

Slide 14 - Quiz

Vervoeg:

Tu (choisir)
A
Tu choisit
B
Tu choisi
C
Tu chois
D
Tu choisis

Slide 15 - Quiz

Vervoeg:

Vous (punir)
A
punissons
B
punissez
C
punez
D
punissent

Slide 16 - Quiz

Vervoeg:

Elles (finir)
A
finissent
B
finisse
C
finis
D
finent

Slide 17 - Quiz

Vertaal:
Ik heb gekozen
A
Je choisis
B
J'ai choisi
C
J'ai choisé
D
Je choisissé

Slide 18 - Quiz

Wij hebben nagedacht
A
Nous avons réussi
B
Nous avons rougi
C
Nous avons réfléchi
D
Nous avons fini

Slide 19 - Quiz

Het werkwoord remplir in de tegenwoordige tijd. Combineer de juiste vormen.
Je
Tu
Il/Elle/On
Nous

Vous
Ils/Elles
remplis
remplissent
remplit
remplissez
remplissons
remplis

Slide 20 - Drag question

Het werkwoord finir in de tegenwoordige tijd. Combineer de juiste vormen.
Je
Tu
Il, elle, on
Nous
Vous
Ils, elles
rougis
rougis
rougit
rougissons
rougissez
rougissent 

Slide 21 - Drag question

Hoe ging het overhoren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Au travail! 
Je gaat de meomory of domino maken over de -ir werkwoorden

Ch2 afmaken en nakijken! Wat moet je nog afmaken, nakijken en verbeteren?

Ben je klaar?  Apprendre (leren): PW Ch2 voorbereiden!

*Oefen met slim stampen 

Slide 23 - Slide

Les devoirs
Apprendre (leren): PW Ch2 voorbereiden!

*Oefen met slim stampen of studyGO



Slide 24 - Slide