4.6 Warmte 2K Straling

WARMTE 
Hoofstuk 4 - 2 Kader
Paragraaf 4.6 - Straling
Docent: S.L. Kramer
1 / 17
next
Slide 1: Slide
naskNatuurkunde / Scheikunde+1Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WARMTE 
Hoofstuk 4 - 2 Kader
Paragraaf 4.6 - Straling
Docent: S.L. Kramer

Slide 1 - Slide

2 Kader
Hoofdstuk 4 Warmte 

  1. Warmtebronnen
  2. Brand!
  3. Verbranding en milieu
  4. Geleiding
  5. Stroming
  6. Straling

Slide 2 - Slide

2K - 4.6 Straling
LEERDOELEN 4.1

  • Je kunt voorbeelden van warmtebronnen geven.
  • Je kunt uitleggen hoe chemische of elektrische energie van een warmtebron wordt omgezet in warmte.
  • Je kunt het verbrandingsschema van aardgas tekenen.
  • Je kunt het verschil tussen volledige en onvolledige verbranding uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe je een koolstofmono-oxidevergiftiging kunt voorkomen.

Slide 3 - Slide

2K - 4.6 Straling
LEERDOELEN 4.2

  • Je kunt uitleggen wat de ontbrandingstemperatuur van een stof is.
  • Je kunt de drie voorwaarden noemen waaraan moet zijn voldaan om een brand te laten ontstaan.
  • Je kunt de drie manieren noemen om een brand te blussen en telkens een voorbeeld geven van zo'n blusmethode.

Slide 4 - Slide

2K - 4.6 Straling
LEERDOELEN 4.3

  • Je kunt voorbeelden geven van schadelijke stoffen voor het milieu die ontstaan bij verbranding.
  • Je kunt uitleggen wat het versterkte broeikaseffect is.
  • Je kunt uitleggen hoe een huis met een warmtepomp wordt verwarmd.

Slide 5 - Slide

2K - 4.6 Straling
LEERDOELEN 4.4

  • Je kunt het warmtetransport door warmtegeleiding in een radiator uitleggen.
  • Je kunt uitleggen waarom een temperatuurverschil een voorwaarde is voor warmtetransport door warmtegeleiding.
  • Je kunt uitleggen waarom sommige stoffen goede of slechte warmtegeleiders zijn.
  • Je kunt een voorbeeld geven van stoffen die slechte warmtegeleiders zijn.
  • Je kunt uitleggen waarom je isolatiemateriaal en dubbelglas bij de bouw van een huis gebruikt.

Slide 6 - Slide

2K - 4.6 Straling
LEERDOELEN 4.5

  • Je kunt met een voorbeeld warmteoverdracht door convectie uitleggen.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen warmtestroming en warmtegeleiding.
  • Je kunt uitleggen hoe je warmtestroming in water kunt gebruiken om water zonder pomp door een cv-installatie te laten stromen.
  • Je kunt uitleggen waarom moderne cv-ketels altijd een pomp hebben.

Slide 7 - Slide

2K - 4.6 Straling
LEERDOELEN 4.6

  • Je kunt warmtetransport door straling met een voorbeeld uitleggen.
  • Je kunt voorbeelden geven van voorwerpen die infrarode straling kunnen uitzenden.
  • Je kunt uitleggen wat absorberen betekent.
  • Je kunt verklaren waarom je in een wit T-shirt minder last hebt van de warmte dan in een zwart T-shirt.

Slide 8 - Slide

2K - 4.6 Straling
Begrippen

  • Warmtestraling
  • Absorberen

Slide 9 - Slide

2K - 4.6 Straling
Warmtetransport door straling
De foto is van een zonnehuis. De zon levert een groot deel van de warmte die voor het verwarmen van zo’n huis nodig is. Alleen op echt heel koude dagen moet je de cv-ketel inschakelen.

Slide 10 - Slide

2K - 4.6 Straling
Warmtestraling

De zon straalt in alle richtingen licht en warmte uit. Een deel daarvan komt op aarde terecht. De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen. Op haar hoogste punt staat de zon in het zuiden. Dan bereikt de meeste zonnestraling de aarde. Deze vorm van warmtetransport noem je warmtestraling. 

Door straling kan warmte over grote afstanden worden vervoerd. Als het zonlicht de aarde bereikt, heeft het een reis afgelegd van ongeveer 150 miljoen kilometer.

Slide 11 - Slide

2K - 4.6 Straling
Infrarode straling

De gloeidraad van een gloeilamp heeft een temperatuur van ongeveer 2200 °C. Als een voorwerp zo heet is, straalt het licht uit. Dat kun je zien.

De temperatuur van een hete radiator is 70 tot 80 °C. Bij deze temperatuur zendt een voorwerp geen zichtbaar licht uit. Het voorwerp zendt wel infrarode straling uit die je ogen niet kunnen zien. Je kunt die straling wel voelen, bijvoorbeeld als je een hand voor een hete radiator houdt. Ook kun je deze straling met speciale camera’s fotograferen.

Slide 12 - Slide

2K - 4.6 Straling
Verwarmen door stroming en straling
 

Radiatoren verwarmen een kamer zowel door stroming (50 tot 70%) als door straling (30 tot 50%). 

Slide 13 - Slide

2K - 4.6 Straling
Straling uitzenden en absorberen
Een voorwerp kan warmte afstaan door straling uit te zenden. Een radiator straalt warmte uit naar voorwerpen in een kamer. Een voorwerp kan ook straling opnemen. Je noemt dat absorberen. Het voorwerp wordt dan warm. De aarde wordt warm als ze het licht van de zon absorbeert. Je hand wordt warm als die de straling van een hete radiator absorbeert.

Straling kan dus warmte vervoeren.  De warmte gaat daarbij altijd van het voorwerp met de hoogste temperatuur naar het voorwerp met de laagste temperatuur. Zonnestraling wordt het beste geabsorbeerd door donkere, doffe voorwerpen. Daardoor krijg je het te warm als je met een zwart T-shirt in de hete zon loopt. In een wit T-shirt heb je minder last van de warmte, omdat de kleur wit de zonnestraling grotendeels weerkaatst.

Slide 14 - Slide

2K - 4.6 Straling
De cv-pomp

Een cv-installatie zonder pomp is niet erg handig. Het water stroomt maar langzaam rond. Daardoor duurt het lang voor de radiatoren goed warm zijn. Bovendien moet je de cv-ketel in de kelder plaatsen. Moderne cv-ketels hebben daarom altijd een pomp. Zo’n pomp kan het hete water net zo snel laten rondstromen als nodig is. Een bijkomend voordeel is dat je de cv-ketel overal in huis kunt plaatsen.

Slide 15 - Slide

2K - 4.6 Straling
LEERDOELEN 4.6


  • Je kunt warmtetransport door straling met een voorbeeld uitleggen.
  • Je kunt voorbeelden geven van voorwerpen die infrarode straling kunnen uitzenden.
  • Je kunt uitleggen wat absorberen betekent.
  • Je kunt verklaren waarom je in een wit T-shirt minder last hebt van de warmte dan in een zwart T-shirt.

Slide 16 - Slide

2K - 4.6 Straling
Huiswerk

  • Maken vragen 1 tm 14 online
  • De les daarna: Leren paragraaf 4.4 tm 4.6 voor SO

Slide 17 - Slide