Week 5-2

et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

ga zitten volgens de plattegrond svp
Pak je boek

Slide 2 - Slide

Programme
  • deadline inleveren Tâche - roman photo
  • bezittelijk voornaamwoord
  • oefenen Hoofdstuk 3
  • Lesson-up
  • volgende week laptop mee dan kan je oefentoets maken in de les

Slide 3 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 4 - Slide

waar= staan  niet waar=zitten
1. mon prof (m)
2. mon matière (v)
3. ta classe (v)
4. leur contrôle (m)

Slide 5 - Slide

blz. 126 + 127
Maken
oef. 30d en 30e
oef. 31a 

Slide 6 - Slide

Châpitre 3
l'école - school

Slide 7 - Slide

Ecrire
- schrijf op één kant van een vel papier:
5 woorden uit de vocabulaire van H3
- schrijf op de achterkant de vertaling van deze woorden
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Ecrire
- je mag gaan staan met je vel papier
- loop naar iemand anders uit de klas en overhoor elkaar de woorden die je hebt opgeschreven
- na 30 seconden loop je naar iemand anders uit de klas en overhoor je elkaar weer
timer
0:30

Slide 9 - Slide

Ecrire
- ik geef jullie cijfers van 1-4 ; onthoud deze cijfers 
- ga met de personen van dezelfde cijfers bij elkaar staan 
- maak samen 2 zinnen met de woorden die jullie op het blaadje hebben staan
- elk groepje schrijft 1 zin op het bord
timer
0:30

Slide 10 - Slide

Lesson-up
log in op Lesson-up

Slide 11 - Slide

Quelle heure est-il?
A
Il est midi.
B
Il est minuit.
C
Il est douze heures.
D
Il est douze heure.

Slide 12 - Quiz

vertaal: il est minuit et demi.
A
Het is half 1 's middags
B
Het is half 12 's middags
C
Het is half 1 's nachts
D
Het is half 12 's nachts

Slide 13 - Quiz

Quelle heure est-il?
A
il est cinq heures
B
C'est cinq heures et quart
C
il est cinq heures moins le quart
D
il est cinq heures et quart

Slide 14 - Quiz

Répond aux questions:
1. Tu es en quelle classe?
2. Qui est ton prof d'Anglais?
3. Est-il/elle sévère?
4. Tu as quelles matières le mardi?
5. Quelle heure est-il?
6. La première recré, c'est à quelle heure?
7. Quelle est ta matière préférée? 

Slide 15 - Slide

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
être (zijn)
Combineer de juiste vorm van être met het goede persoonlijk voornaamwoord
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 16 - Drag question

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
être (zijn)
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 17 - Drag question

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
avoir (hebben)
Combineer de juiste vorm van avoir met het goede persoonlijk voornaamwoord
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 18 - Drag question

Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Ik
Zijn
Haar
Hij
Mijn
Uw
Jij

Slide 19 - Drag question

Les choses en classe + bezit.vnw
Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorden naar het midden
une trousse
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 20 - Drag question

Hieronder zie je woorden staan. Koppel het juiste bezittelijke voornaamwoord aan het bezit.
La voiture (de auto)
Un stylo (een pen)
Mon
Ton
Son
Ma
Ta
Sa
Mes
Tes
Ses

Slide 21 - Drag question

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les plages
notre
nos
leur
leurs

Slide 22 - Drag question

blz 126
oef. 30 a- luister en en onderstreep 
oef. 30b - luister naar de uitleg over het bezittelijk voornaamwoord

Slide 23 - Slide

blz 127
Maken
oef. 30c+d+e en oef. 31a + c
timer
7:00

Slide 24 - Slide

- je mag werken aan je Tâche; de teksten maken 
- je mag woorden van H3 leren met Slim Stampen

Slide 25 - Slide

Huiswerk
  • Inleveren van je tâche deze vrijdag

Slide 26 - Slide