8.2

H8 Atomen en straling
8.2 Radioactief verval
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H8 Atomen en straling
8.2 Radioactief verval

Slide 1 - Slide

Lesplanning
* Huiswerk controle
* Terugblikken 8.1
* Leerdoelen 8.2
* Uitleg 8.2
* Aan de slag

Slide 2 - Slide

8.1
We hebben de stof Broom (BR-72)

Hoeveel protonen, neutronen en elektronen heeft deze stof? 
timer
3:00

Slide 3 - Slide

BR-72
 Atoomnummer: 35
Massaggetal: 72

Protonen (=atoomnummer) : 35
Neutronen (= massagetal - protonen) = 37
elektronen (=gelijk aan protonen) = 35

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 8.2
8.2.1 Je kunt toelichten wat er met de atoomkern gebeurt als een atoom radioactief vervalt.
8.2.2 Je kunt het verschil uitleggen tussen ioniserende straling en straling die niet ioniserend is.
8.2.3 Je kunt een meetinstrument beschrijven waarmee ioniserende straling wordt gemeten.
8.2.4 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de activiteit van een radioactief voorwerp.
8.2.5 Je kunt beschrijven hoe de activiteit van een radioactief voorwerp geleidelijk afneemt.
8.2.6 Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met de halfwaardetijd van een radioactieve isotoop.

Slide 5 - Slide

Stabiele en instabiele kernen
Een radioactieve isotoop heeft atoomkernen die instabiel zijn. Het aantal protonen en neutronen in de kern is dan niet goed in evenwicht.

Dit kan zorgen voor radioactief verval. 
(=Het uit elkaar vallen van atoomkernen)

Slide 6 - Slide

radioactief verval
Bij radioactief verval ontstaat een nieuwe atoomkern met nieuwe eigenschappen.

C-14(Koolstof) vervalt bijvoorbeeld in N-14 (Stikstof).

Er ontstaat een nieuwe stof dit noem je een kernreactie.

Slide 7 - Slide

ioniseren

Door het verval wordt er de hele tijd ioniserende straling uitgezonde. Dit noem je stralingsenergie. 

Dit kan verbindingen tussen atoom en molecuul verbreken. Dit noemen we ioniseren.

Slide 8 - Slide

Activiteit
Het aantal kernen dat in één seconde vervalt, noem je de activiteit.

Je meet de activiteit in becquerel (Bq)

Bij een activiteit van 100 Bq vervallen er elke seconde honderd kernen.


Slide 9 - Slide

Geigerteller
Hoeveelheid ioniserende straling meten. 
Oftewel de activiteit

Slide 10 - Slide

Halveringstijd

De kernen van een radioactief isotoop veranderen dus steeds. Hoe snel dit gebeurd wordt aangegeven in de halveringstijd/halfwaardetijd.




Slide 11 - Slide

Halveringstijd
Dus een halveringstijd van 1 dag houdt in:

0 dagen - 300 Bq - 100%
1 dag - 150 Bq - 50%
2 dagen - 75 Bq - 25%


Slide 12 - Slide

halveringstijd

Slide 13 - Slide

Oefening
De halveringstijd van radioactief jodium is 6 uur. 
Hoeveel procent is er nog over na 18 uur?

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Maken 8.2 opgave: 
2, 3, 4, 6 en 7

Ben je hiermee klaar? 
Dan maak je de test jezelf van 8.2

Slide 15 - Slide