1. J. vd Vondel, G.A. Bredero, P.C. Hooft.
2. Luiken in de toneelvloer (acteurs komen op/verdwijnen), Spiralen rollen suggeren golvende zeeën, Spectaculaire effecten met verlichting, vuur, rook of water, Door middel van touwen en katrollen mensen/vogels/wolken laten zweven door de lucht.
3. Er zaten teveel katholieke elementen in zoals katholieke gebeden, een katholiek lied en een monnik.
4. Herkenbare/alledaagse personages en/of handelingen. Eenvoudig verhaal, Er zit een moraal/boodschap in, Het is een komisch toneelstuk wat mensen aan het lachen maakt, De taal is eenvoudig, vlot en levendig.
5. (Engelse) blijspelacteurs?
6. De calvinisten
7. Hoe noem je een klassiek theaterstuk waarin een verhaal met een ernstige afloop zit?