Les 4_begeleiden nieuwe medewerkers

Begeleiden van collega's en stagiaires 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Begeleiden van collega's en stagiaires 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning:
- Theorie werkbegeleider 
- Theorie faalangst
- Uitleg opdracht 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Werkbegeleider 
Een werkbegeleider schoolt nieuwe beroepsbeoefenaren in de praktijk. 
Werkbegeleiding gebeurt bij stagiairs, maar ook bij nieuwe medewerkers
 De werkbegeleider heeft verschillende taken: organiseren, opleiden en begeleiden.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leren in verschillende fases; 
- De kennismakingsfase
- De introductie- of inwerkfase
- De werk- en leerfase 
- De evaluatie- en beoordelingsfase.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Werkbegeleider als organisator 
In de kennismakings- en inwerkfase -> grote rol als organisator 
In de werk-leerfase ->  geef je de stagiair zelf een grotere rol in de organisatie van zijn leerproces en help je bij het plannen en uitvoeren van BPV-opdrachten.
In de evaluatie- en beoordelingsfase -> evalueren en beoordelen 

Slide 5 - Slide

In de kennismakingsfase en inwerkfase -> grote rol als organisator van het leerproces van de stagiair. Je stagiair loopt en kijkt in deze fase veel met je mee. Je geeft de stagiair gelegenheid om vragen te stellen. In de werk-leerfase geef je de stagiair zelf een grotere rol in de organisatie van zijn leerproces. In deze fase help je de stagiair bij het plannen en uitvoeren van BPV(beroepspraktijkvorming)-opdrachten.
De werkbegeleider als opleider
- Voorbeeldfunctie 
- Geeft instructie in handelingen en laat stagiaire daarna oefenen
- Motiveert de student 
- Samen verantwoordelijk voor het planen van opdrachten 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De werkbegeleider als begeleider 
- Voeren van begeleidingsgesprekken
- Evalueren en gezamenlijk reflecteren 
- Feedback geven op je leerproces
-  Bespreken van gebeurtenissen of situaties die indruk maken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De werkbegeleider als beoordelaar
Je beoordeeld het handelen en de beroepshouding 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Beoordelingsprocedure 
- Tussenevaluatie -> formatief (feedback/verbeterpunten op leerproces) 
- Eindbeoordeling -> summatief (onvoldoende/ voldoende) 
- Als een stagiaire niet goed functioneert dan is dossieropbouw belangrijk, wat gaat er niet goed, wat heb jij daaraan gedaan, enz. 
- De leidinggevende is eindverantwoordelijke 

Slide 9 - Slide

Als een stagiair niet goed functioneert, moet je dit op tijd aangeven. In elke praktijkleerperiode of stage zijn er minstens twee beoordelingsgesprekken. Halverwege de stage vindt er een tussenbeoordeling plaats, waarbij je een oordeel geeft over het functioneren. De stagiair kan hiervan leren, zijn functioneren verbeteren en groeien in het leerproces. Aan het eind van de stage geef je een eindbeoordeling. Het functioneren wordt langs een meetlat gelegd, de beoordelingslijst. Je geeft een oordeel: voldoende of onvoldoende.
Behalve de stagiair en de werkbegeleider hebben ook anderen een rol bij de beoordeling. De leidinggevende van de afdeling is eindverantwoordelijk voor de beoordeling. De (stage)docent van school en de praktijkbegeleider kunnen een rol spelen bij het beoordelen van de stagiair.
De werkbegeleider en andere disciplines 
- samenwerking met collega's 
- praktijkbegeleider 
- Stageconsulent
- Leidinggevende 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De werkbegeleider in gesprek 
Geplande gesprekken 
- Hierin wordt de voortgang van de stagiaire besproken 

Slide 11 - Slide

Als werkbegeleider voer je ook geplande of formele gesprekken met stagiairs. Deze gesprekken zijn vaste momenten waarop je kijkt naar het functioneren van de stagiair. Je geeft als werkbegeleider feedback op het functioneren van de stagiair. Je beoordeelt zijn functioneren. Dit gebeurt tijdens een beoordelingsgesprek. De beoordeling van de stage bepaalt mede of de stagiair voldoet aan de eisen van de opleiding en het beroep.

Introductiefase
- leren kennen en opbouwen van vertrouwen 
- Geven van informatie 
- Bespreken van het plan (opgeteld door de stagiaire) 

Slide 12 - Slide

In de introductiefase probeer je de stagiair te leren kennen en de stagiair leert jou kennen. Dit schept onderling vertrouwen. Bovendien krijg je zo veel informatie over de stagiair. In het introductiegesprek bespreek je wat je van elkaar verwacht. Je maakt afspraken. Wanneer de verwachtingen duidelijk zijn, kun je elkaar daar ook op aanspreken. De stagiair brengt zijn plan voor de stage in. Samen bespreek je of dit realistisch en haalbaar is. Past dit bij het praktijkleerplek en de cliënten op de werkplek? Het is ook wenselijk om in dit gesprek te vragen hoe de stagiair het best leert. Welke leerstijl heeft hij? Hoe kun jij daar als werkbegeleider het best bij aansluiten? De stagiair legt de afspraken schriftelijk vast. Door de stagiair het verslag te laten schrijven, kun je nagaan of jullie hetzelfde hebben begrepen.
Begeleidingsgesprekken 
Tijdens de stage heb je als werkbegeleider regelmatig gesprekken met de stagiair.

Je bespreekt met de stagiair hoe het gaat op de werkplek. 
Je bespreekt ook hoe het loopt met de opdrachten en andere schoolzaken 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Beoordelingsgesprekken
De stagiair een beoordeling voor het leren in de praktijk. 
- Tussenevaluatie 
- Eindevaluatie 
De inhoud van dit gesprek mag nooit een verrassing zijn! In de begeleidingsgesprekken werk je al toe naar dit gesprek.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Faalangst 
Faalangst is angst die ontstaat wanneer iemand beoordeeld of geobserveerd wordt. 
Hierdoor presteert de persoon minder. 
Gezonde spanning staat een prestatie niet in de weg, faalangst wel. 
Faalangst ontstaat vaak over een langere periode vanuit een negatief spiraal 

Slide 15 - Slide

Bijvoorbeeld als je een toets moet maken, wel hebt geleerd, maar denkt dat je het niet kunt. Door te denken dat je iets niet kunt, presteer je minder. Je wordt dan negatief beoordeeld. Deze negatieve beoordeling is slecht voor je zelfvertrouwen. Zo blijft de faalangst bestaan.
Hoe herken je faalangst? 
Wanneer een stagiair opvallend gedrag laat zien, kan dat een signaal zijn. Bijvoorbeeld een sterke vecht- of vluchtreactie.
Tips: 
Geef complimenten en benoem de leerpunten. 
Geef feedback op gedrag en niet op persoon 
Benoem dat falen mag; stage is om te leren 
Geef de tip om een faalangsttraining te volgen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De opdracht:
De opdracht is het begeleiden van een collega of stagiaire 
Optie: 
1. Werk een collega of stagiaire in 
2. Maak een complete inwerkmap 

Tip: Profiel GHZ -> dit is ook een examenonderdeel voor het CGI 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions