H1 + 2 - Diagnostische toets

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Herhaling H1 en H2

Diagnostische toets

Hoort het bij na of sk?

scheikunde

natuurkunde

Eitjes bakken

roesten

verbranding

uitharden van beton

lijmen

vuurwerk

Bevriezen van water

versnellen op de fiets

zwaartekracht

Natuurkunde

Scheikunde

Allebei

Natuurkunde

Scheikunde

Natuurkunde

Scheikunde

Alles om ons heen bestaat uit stoffen.
Stoffen kun je opdelen in twee groepen, welke twee groepen zijn dit?

Reageerbuisknijper

Kroezentang 

Erlenmeyer

maatcilinder

driepoot

indampschaaltje

Sleep de stof naar de juiste groep.

Zuivere stof

Mengsel

Lucht

Melk

Thee

Goud

Kraan-water

Modder

Suiker

Sleep de naam naar het onderdeel van de brander. 

Gas schroef

Luchtschijf

Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein

km²

dam²

cm²

mm²

m²

hm²

dm²

Grootheid of eenheid?
Selecteer alle grootheden!

1. Meter
2. Tijd
3. Afstand
4. Graden Celcius

Is temperatuur een grootheid of eenheid?

1. Grootheid
2. Eenheid

Grootheid of eenheid...
kilometer

1. grootheid
2. eenheid

Grootheid of eenheid...
afstand

1. grootheid
2. eenheid

Grootheid of eenheid:

Centimeter

1. Grootheid
2. Eenheid

Grootheid of eenheid:

Inhoud

1. Grootheid
2. Eenheid

Is liters een grootheid of eenheid?

1. Grootheid
2. Eenheid

De pauzevlam is

1. rood
2. geeloranje
3. blauw
4. groen

De pauzevlam gebruik je

1. als je de brander even niet nodig hebt
2. als je iets warm wilt houden
3. als je veel moet verwarmen

Erlenmeyer 

Trechter

Petrischaaltje

Pipet

Maatcilinder

Horlogeglas

Bekerglas

Reageerbuis

Erlenmeyer 

Trechter

Maatcilinder

Bekerglas

Reageerbuis

Sleep het voorwerp en wat het doet naar de naam.

douche

brandblusser

blusdeken

oogdouche

noodknop

brandende kleding

brand blussen

alle elektriciteit/gas direct uit

gevaarlijke stof in oog

bijtende stof op lichaam

Wat is moet je niet doen bij een practicum in het lab?

1. Altijd een veiligheidsbril dragen
2. Lang haar in een staart dragen
3. Je tas onder de tafel opbergen
4. Je labjas dragen en dichtknopen

Sleep de zin naar het juiste begrip

Waarneming

Conclusie

Onderzoeksvraag

Hete lucht stijgt op

In de openhaard ging een papieren zak omhoog.

Het opstijgen van de papieren zak lag niet aan de rook.

Boven een vuur zonder rook stijgt een papieren zak ook op.

Zou het door de stinkende rook in de haard komen?

Noem drie voorbeelden van een stof

Wat zijn 2 stofeigenschappen van hout

1. Geur en smaak
2. Hout is een isolator en is brandbaar
3. Hout is goedkoop en duurzaam
4. Hout drijft en is makkelijk te bewerken

Suiker

1. Zuivere stof
2. Mengsel

suiker in water geeft een

1. oplossing
2. suspensie
3. emulsie
4. schuim

Waar staat de juiste omschrijving

1. A = filter B= filtraat C = residu
2. A = filtraat B = filter C = residu
3. A = filter B = residu C = filtraat
4. A = filtraat B = residu C = filter

Noem 4 stofeigenschappen

Wat zijn stofeigenschappen?

1. kenmerken van een stof
2. massa van een stof
3. volume van een stof

Wat zijn stofeigenschappen?

1. Kleur, geur, brandbaarheid, vierkant
2. Geur, kleur, brandbaarheid, smaak
3. Brandbaarheid, hardheid, rondheid
4. Hardheid, kleur, geur, doorzichtigheid

Wat is een oplossing?

Een oplossing is altijd

1. Kleurloos
2. Troebel
3. Helder
4. Wit

Ik heb een oplossing van water en zout. Ik wil dit van elkaar scheiden.
Welke scheidingsmethode kan ik hiervoor gebruiken?

1. Filtreren
2. Zeven
3. Extraheren
4. Allemaal niet

Ik heb een suspensie van thee met theebladjes.
Ik ga dit filtreren. Wat is het residu?

1. Thee
2. Theeblaadjes
3. Theeblaadjes en kleurstof
4. Water

Koppel de juiste woorden aan een plaatje/begrip.

Oplosmiddel

Opgeloste stof

Residu

Filtraat

Water

Geur

Kleur

Smaak

Koffie

Aan welke stofeigenschap kun je benzine herkennen?

Aan welke stofeigenschap kun je water herkennen?

Beschrijf zo goed mogelijk wat het verschil is tussen een oplossing en een suspensie.

Hoe bereken je het volume
van een blokje?

1. l x b x h
2. l + b + h
3. l - b - h
4. l : b : h

Welke formule hoort bij de onderdompelmethode

1. Volume = eindstand -beginstand
2. Volume = beginstand - eindstand
3. Volume = eindstand + beginstand
4. Volume = beginstand / eindstand

Bereken de dichtheid; beginstand is 60 ml en eindstand is 78 ml en de weegschaal geeft 204,3 g aan.

Bereken de dichtheid van het blokje. Welk materiaal kan dit zijn?

    dichtheid = 

 massa/ volume