This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Sleep het woord naar de juiste zin.
De accu van je telefoon opladen
De verbranding van een blok hout.
Het ademen van dieren.
Natuurkunde
Scheikunde
Biologie
Slide 3 - Drag question
Sleep de afbeelding naar het juiste woord.
Scheikunde
Natuurkunde
Slide 4 - Drag question
Sleep het juiste woord naar de zin.
Een stof verandert in een andere stof. Dat hoort bij
Een stof verandert van toestand. Dat hoort bij
natuurkunde
scheikunde
Slide 5 - Drag question
Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen een stof en een materiaal.
Slide 6 - Open question
In een practicumlokaal moet je je aan bepaalde veiligheidsvoorschriften houden. Noem er 3 regels voor de veiligheid.
Slide 7 - Open question
Waarom mag je bij Nask nooit proeven aan een stof?
A
Dit kan vies zijn
B
Je mag sowieso niet eten in het lokaal
C
Het kan gevaarlijk zijn
D
Omdat de docent het zegt
Slide 8 - Quiz
Hoort de zin bij de onderzoeksvraag of bij de conclusie van een onderzoek? Sleep de zin naar het juiste rode vlak..
Onderzoeksvraag
Conclusie
Valt een vol blikje frisdank net zo snel als een leeg blikje frisdrank?
De massa van een liter water is minder dan de massa van een liter beton.
Hoe lang duurt het voordat water kookt?
Alcohol kookt bij 78 graden Celsius
Slide 9 - Drag question
Sophie fietst van huis naar school. Ze kan 2 routes nemen, 1 door het dorp van 5 Km. De tweede route gaat langs het dorp en is 7 Km, bij route 2 heeft ze de hele tijd harde wind mee. Verzin zelf een onderzoeksvraag bij deze tekst.
Slide 10 - Open question
Je gaat aan een stof ruiken. Je houdt de fles een beetje van je af en je haalt de dop eraf. Daarna wapper je met je hand boven de fles.
Waarom wapper je met je hand?
A
omdat de stof anders niet verdampt
B
Damp kun je alleen ruiken als hij goed met lucht is vermengd.
C
Je verspreidt de damp zodat je nooit teveel slechte stof inademt.
Slide 11 - Quiz
Je gaat een proef doen met een brander. Hoe moeten de luchtschijf en de gasknop staan voordat je de brander op de hoofdkraan aansluit? De luchtschijf moet .... gedraaid zijn en de gasknop moet ..... staan.
A
open/open
B
dicht/dicht
C
open/dicht
D
dicht/open
Slide 12 - Quiz
Brander
Reageerbuis
Reageerbuisrek
Driepoot met gaas
Bekerglas
Erlenmeyer
Maatcilinder
Slide 13 - Drag question
Is deze stopwatch analoog of digitaal?
A
Analoog
B
Digitaal
Slide 14 - Quiz
Hoeveel tijd geeft de stopwatch aan? Rond af op hele seconden.
A
25 seconden
B
85 seconden
C
145 seconden
D
205 seconden
Slide 15 - Quiz
Wat geeft deze weegschaal aan?
A
70 kg
B
75 kg
C
76 kg
D
80 kg
Slide 16 - Quiz
eenheid
grootheid
tijd
meter
temperatuur
graden celsius
afstand
kilogram
breedte
volume
oppervlakte
massa
liter
Slide 17 - Drag question
Met een weegschaal meet je de grootheid …. en de eenheid …...
A
Liter en volume
B
Volume en liter
C
Massa en gram
D
Gram en massa
Slide 18 - Quiz
Met een maatcilinder meet je de grootheid …. en de eenheid …...