This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Maatschappijleer
CRIMINALITEIT
9.6 Preventie of repressie
Slide 1 - Slide
Planning
- Terugblik 9.5 - Uitleg 9.6 - Leren hoofdstuk 9
Volgende week donderdag: Toets hoofdstuk 9
Slide 2 - Slide
Zet het verloop van een rechtszaak in de goede volgorde
Uitspraak/ Vonnis
Advocaat houdt toespraak
Verhoor getuigen
Aanklacht
Opening
Verhoor verdachte
Officier van Justitie aan het woord
Laatste woord verdachte
Slide 3 - Drag question
Welk begrip pas hierbij? De officier van justitie laat iemand niet voor de rechter laten komen wegens gebrek aan bewijs
A
schikken
B
marchanderen
C
Vervolgen
D
seponeren
Slide 4 - Quiz
Verdachte
Rechter
Officier van justitie
Advocaat
Slide 5 - Drag question
Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie
Slide 6 - Quiz
Je mag niet liegen in de rechtszaal. Hoe heet dit strafbare feit?
A
Bestwil
B
Meineed
C
Smaad
D
Laster
Slide 7 - Quiz
De slottoespraak van de officier van justitie met daarin de strafeis.
A
Tenlastelegging
B
Requisitoir
C
Pleidooi
D
Vonnis
Slide 8 - Quiz
9.6Criminaliteit
Preventie of repressie
Slide 9 - Slide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen welke doelen we met straffen hebben
Verschillende manieren noemen om criminaliteit te verlagen
Je kent de begrippen preventie en repressie
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Drie soorten straffen
Rechters leggen in Nederland jaarlijks tussen de 100.000 en 200.000 straffen op.
Er zijn drie hoofdstraffen:
een geldboete
een gevangenisstraf
een taakstraf
Slide 12 - Slide
Bijkomende straffen of maatregel
Naast de opgelegde straf kun je ook een bijkomende straf of maatregel krijgen.
Bijkomende straf: bijvoorbeeld een rijontzegging, gebiedsverbod of beroepsverbod.
Maatregel: bijvoorbeeld tbs of een schadevergoeding aan het slachtoffer.
Slide 13 - Slide
Waarom straffen we?
Straf dient als afschrikking
De dader leren ander gedrag aanleren
Door opsluiten wordt de samenleving veiliger.
Voor nabestaanden en slachtoffers is het een vorm van wraak of genoegdoening.
Slide 14 - Slide
Criminaliteit verminderen
Over het voorkomen van criminaliteit bestaan verschillende meningen. We noemen er een paar:
Mensen moet harder gestraft worden. Dit noemen we repressie (repressie =onderdrukking)
Daders moeten sneller bestraft worden.
Dit noemen we lik-op-stukbeleid.
Slide 15 - Slide
Criminaliteit verminderen
Rechters kunnen meer taakstraffen opleggen. Leer- en werkstraffen zorgen ervoor dat daders zich beter gaan gedragen.
Door meer toezicht en een grotere sociale controle komen daders minder snel in de verleiding.
Dit noemen we preventie.
Slide 16 - Slide
Preventie of repressie?
Politieke partijen denken verschillend over de aanpak van criminaliteit:
Linkse partijen leggen de nadruk op preventie van criminaliteit. Bijvoorbeeld door schooluitval tegen te gaan en inkomens beter te verdelen en in geval van leer- of werkstraffen uit te delen.
Rechtse partijen zijn voor een hardere aanpak (repressie) door hogere straffen op te leggen en gebruik te maken van lik-op-stukbeleid.
Slide 17 - Slide
Criminaliteit onder jongeren
Eén van de manieren om toekomstige criminaliteit tegen te gaan is voor de overheid om jeugdcriminaliteit sterk aan te pakken. Dit doen zij onder andere door:
Jongeren snel te berechten (heel snel voor de rechter komen)
Jongeren helpen aan een baan of opleiding
Begeleiding en persoonlijke zorg
Jongeren te straffen waar nodig
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Op welke manier kan gezichtsherkenning preventief werken en op welke manier repressief?
Slide 20 - Open question
Slide 21 - Video
Lesdoelen behaald?
Waarom straffen we in Nederland?
Wat voor soort straffen kennen we in Nederland
Hoe willen de de criminaliteit verminderen?
Hoe kijken linkse partijen tegen dit probleem aan?
Hoe kijken rechtse partijen tegen dit probleem aan?