Opdracht: schrijf het begin van je sprookje
Schrijf vandaag het begin van jouw sprookje:
Stap 1: Je sprookje begint met: “Er was eens …..
Wanneer speelt jouw sprookje zich af?
Stap 2: Wie is de hoofdpersoon in jouw sprookje?
Hij/Zij heet …..
Stap 3: Waar woont jouw hoofdpersoon?
Hij/Zij woont…..
Stap 4: Op een dag ….
Kies een activiteit. Dit is een doe-woord. Wat gaat jouw hoofdpersoon doen?
Stap 5: Hij/Zij vertrekt met een …
Kies een vervoermiddel voor je hoofdpersoon.
Stap 6: Hij/zij komt een slechterik tegen.
Wie is de slechterik in jou sprookje?