Poster afvalscheiding

• Dienstverlening en Producten
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Ontwerpen

->je maakt iets vanuit je eigen idee

->je mag niet iets namaken en dan zeggen dat het jouw                      ontwerp is: copyrightschending/auteurschending

->vaak digitaal/kan ook op papier

->je voegt afbeeldingen, tekst en vormgeving tot één beeld

->met je ontwerp wil je een boodschap overbrengen

->jouw ontwerp heeft een bepaald doel

Voorbeelden digitale ontwerpen: Poster

Met een poster geef je op een aantrekkelijke manier informatie; je wil iets duidelijk maken

• (reclame)boodschap met plaatjes en tekst
• vanaf afstand goed te lezen zijn

Voorbeelden digitale ontwerpen: Flyer

• reclamedrukwerk dat aan één of twee zijden bedrukt is
• A5 formaat (2 x een A5 = 1 x een ..?)
• korte introductie van een product/dienst

Voorbeelden digitale ontwerpen: brochure en magazine

Informatie in de vorm van een catalogus, boekje of tijdschrift

Vaak met nietjes samengebonden of gelijmd

Voorbeelden digitale ontwerpen: Nieuwsbrief

Veel nieuwsbrieven worden digitaal per e-mail verstuurd.

-moet duidelijk en helder zijn

-met een goede huisstijl waaraan je meteen herkent van         welk bedrijf/stichting de brief komt

-zorgt voor betrokkenheid bij de klant/geïnteresseerde

Doelen die je wilt bereiken met je ontwerp

-commercieel

-informerend

-ter vermaak (vermakelijk)

Doelgroep: welk publiek wil je aanspreken?

Doelgroep: groep mensen die iets gemeenschappelijk hebben:

-leeftijd

-hobby

-werk

-gezondheid

-sport

Noem 3 voorbeelden van een digitaal ontwerp.

Welke 3 doelen zijn er bij het overbrengen van een boodschap?

Bedenk 2 voorbeelden van een doelgroep

De opdracht:

Ontwerp een poster om afval in de prullenbakken gooien en goeie afvalscheiding binnen school te promoten.  

Hoe kan dit beter?  

En hoe zorg je ervoor dat iedereen zijn afval weggooit in de prullenbakken?

We maken er een wedstrijd van!

Hoe maak je nou een goede poster?

je zult voor jezelf een aantal vragen moeten beantwoorden.

• wie
• wat
• waar
• waarom
• hoe

Voor WIE ga jij een poster maken?

Dit noem je de doelgroep.

Het maakt natuurlijk verschil of je deze poster voor bejaarden maakt of voor je klasgenoten. In dit geval maak je het voor jezelf en je klasgenoten. Jullie zijn de doelgroep!

WAT wil je bereiken?

Dit noem je ook wel het DOEL van je poster. 

In dit geval wil je dat iedereen op school zijn/haar afval opruimt en weggooit in de juiste prullenbak 

Wat ga je hiermee bereiken: blije conciërges en een schone school!

WAAR:

Je ontwerpt een poster voor jezelf en je klas/schoolgenoten. Dus de plaats waar de poster komt te hangen is uiteraard ook in school! 

De beste 3 posters van de klas worden geprint op A3 formaat en krijgen een mooie plaats binnen school. 

Maar het waar is natuurlijk ook altijd afhankelijk van je doel en doelgroep.

WAAROM maak je een poster?

Je maakt een poster om het scheiden van afval en natuurlijk het opruimen van je eigen rotzooi te promoten op school. Of het nou leuk is of niet. Bedenk dus wat dingen om te laten zien dat we het ook leuk kunnen maken!

HOE????

Je poster kun je op heel veel verschillende manieren vormgeven. Dat zou niet eens perse op papier hoeven te zijn!

• Tekenen op papier potlood / stiften
• Een collage maken (op google vind je voorbeelden)
• Op de computer maken met bijvoorbeeld het programma Publisher of Word

Lesuur 1

Opdracht camerastandpunten

Je gaat binnen je groepje foto's van elkaar maken.

a. Je klasgenoot is aan het werk en kijkt naar iets. Maak een serie van vijf foto's van je klasgenoot waarin je telkens een ander camerastandpunt gebruikt.

b. Klaar? Wissel van rol. Iedereen staat vijf keer op de foto.

(Als je een groepje van 2 hebt krijg je dus 10 foto's, als je een groepje van 3 hebt krijg je 15 foto's.)

c. Zet al je foto's in Word of Powerpoint in een mooie presentatie. Zet bij elke foto welk camerstandpunt je hebt gebruikt.

Uitleg camerastandpunten:

Een kikvorsperspectief (kikker) is klein en laag bij de grond. Hij moet dus altijd tegen anderen opkijken.

Bij het ooghoogte perspectief past de fotograaf zich aan op de hoogte van het onderwerp. Voor een klein onderwerp gaat hij door de knieën of gaat misschien zelfs op zijn buik liggen en voor een groot onderwerp gaat hij op zijn tenen staan of misschien zelfs op een trapje om toch op “ooghoogte” van het onderwerp te komen.

Tot slot is het vogelvlucht perspectief ook erg duidelijk. Een vogel kijkt in zijn vlucht altijd op de dingen neer.

Naast camerastandpunten kan je ook spelen met je beeld door anders te kaderen.

Lesuur 2 & 3

In de loop van de komende twee weken moet je je instructiefilm gaan maken.

Ik maak hier ruimte voor in de lessen van volgende week, maar het zou ook kunnen dat je dit in je vrije tijd moet doen.

Uiteindelijk word je beoordeeld aan de hand van de volgende zes ingeleverde ELO-opdrachten. Deze opdrachten samen vormen dus je eerste schoolexamencijfer voor D&P:

1) Opdracht 'Presentatie voorbereiden'

2) Opdracht 'Storyboard, script en draaiboek'

3) Opdracht 'Filmquiz'

4) Opdracht 'Collage filmgenres'

5) Opdracht 'Camerastandpunten

6) Opdracht 'Instructiefilm'

In de komende twee lessen ga je in de eerste plaats nog eens checken of je al deze opdrachten al gemaakt en ingeleverd hebt. Het kan zijn dat je een keer ziek was en dus niet alles hebt gemaakt. Ook kan het zijn dat je van onderwerp veranderd bent en dus je storyboard en script moet aanpassen. Of het is misschien zo dat je werk naar mij gemaild hebt, en niet ingeleverd hebt via de ELO. Ik wil dat het ingeleverd wordt via de ELO-opdracht!

Ook ga je de kwaliteit van je ingeleverde werk nog eens nalopen, eventueel samen met mij. LET OP: je wordt beoordeeld op al deze opdrachten! Als jij een broddelwerk hebt ingeleverd, kost je dat punten!

Hoe ziet een instructiefilm eruit?

 

Elke instructiefilm bestaat in elk geval uit een leader, meerdere scènes en een aftiteling. 

Een leader is de begintitel van een film. In de aftiteling laat je alle namen en functies langskomen van degenen die meegewerkt hebben aan de film.

Je filmpje duurt ergens tussen de 2 en 4 minuten.

Je gebruikt meerdere camerastandpunten (zie 'opdracht camerastandpunten')

Je maakt uit boekje 27:  

Taak 1: opdracht 2 t/m 8 op bladzijde 2-10

Taak 2: opdracht 2 op blz. 13-14

Taak 3: opdracht 2 en 3 op blz. 15-20

Taak 4: opdracht 2 t/m 5 op blz. 22-26

Maak hierna de oefentoets digitaal

Voor de digitale methode log je in op de ELO, kies je 'module multimediale producten' en maak je een account aan. Je kunt nu de filmpjes bekijken en tekstbronnen lezen die bij de opdrachten horen.

Je maakt uit boekje 27:  

Taak 1: opdracht 2 t/m 8 op bladzijde 2-10

Taak 2: opdracht 2 op blz. 13-14

Taak 3: opdracht 2 en 3 op blz. 15-20

Taak 4: opdracht 2 t/m 5 op blz. 22-26

Taak 5: opdracht 2 en 3

Klaar? Maak (eventueel digitaal) van boekje 28 de opdrachten van taak 1

Indeling vandaag

- We zien elkaar weer!

Lesuur 1: uitleg begroting maken bij een website + zelf begroting maken

Lesuur 2: verder met begroting maken

Lesuur 3 & 4: in lokaal b1057 uitleg over website bouwen + zelf website bouwen

Begroting

Je gaat per groepje een kostenbegroting maken van je website.

Een kostenbegroting is een overzicht van de kosten die komen kijken bij het ontwerpen, bouwen en onderhouden van een professionele website.

Je krijgt nu eerst uitleg en maakt daarna opdracht 2, 3 en 4 van taak 4 van boekje 29 'website ontwerpen'

Van opdracht 4 maak je screenshots / foto's en deze lever je in via de ELO: t3.dvpr2 --> website begroting

Begroting

Jouw denkbeeldige opdrachtgever moet je betalen voor je werkzaamheden aan de website. Dit bestaat uit:

- Eenmalige kosten: ontwerpen, bouwen en controleren.

- Jaarlijks terugkerende kosten: hosting en onderhoud van de website.

Al deze zaken ga je in een begroting voor je website verwerken.

Reken als uurloon met bedragen tussen de 80 en 120 euro.

Link naar website inleveren

Op de ELO staat de opdracht 'Website link inleveren'

Als je klaar bent met je website, klik je op 'publiceren' 

Je krijgt dan een link naar je website.

Deze link kopieer en plak je in een Word-document, en dit document lever je in via de ELO-opdracht

Ben je klaar, dan ga je de oefentoetsen en begrippentrainers van boekje 29 en 30 maken

Project #3: een flyer of poster maken

Het volgende project is het maken van een flyer of poster.

Deze flyer of poster wordt een reclame voor je website

Je gebruikt een flyer als je een event wilt aanprijzen.

Je gebruikt een poster als je op een andere manier reclame wilt maken voor je website

Klaar met oefentoets? Lever in, voorzien van je naam

Project #3: een flyer of poster maken

Je gaat een flyer of poster maken.

Ook hiervoor maak je eerst weer een schets. 

Je maakt deze opdracht in groepsverband

Maak eerst een keuze of je een bepaalde gebeurtenis (bvb opening van je website) gaat promoten of algemene reclame gaat maken voor je website. In het eerste geval maak je een flyer, in het tweede geval een poster

Waar moet je flyer of poster aan voldoen?

Op beiden moeten de volgende zaken in elk geval staan:

Naam bedrijf, logo, slogan, adres website, contactinformatie, minimaal één product dat je verkoopt

Op een flyer moet daarnaast in elk geval staan:

Naam event, datum, plaats, activiteiten

Op een poster moet daarnaast in elk geval staan:

Waar maak je reclame voor en waarom?

Maar hoe ga ik mijn flyer / poster nu maken?

www.canva.com

Inleveren via de ELO!

Als je klaar bent, maak je digitaal de begrippentrainer en oefentoets van boekje 31

Uiteindelijk ga je nu je website en je flyer / poster presenteren.

Ook dit wordt becijferd.

Je krijgt eerst uitleg van mij en gaat vervolgens zelf aan de slag met je groepje

Je gaat je website presenteren aan een publiek.

Je bepaalt eerst:

- Wat is het doel van je presentatie?

- Wie behoren tot je doelgroep?

- Welke hulpmiddelen ga je gebruiken?

- Bepaal de inhoud: 

1) Inleiding

2) Kern

3) Afsluiting

4) Vragen en opmerkingen

Handige software om flyers of posters mee te maken: 

www.canva.com

Jullie gaan aan de slag met het laatste deel uit het reguliere programma van D&P.

Dit is het onderdeel 'communiceren'.

Jullie hebben een eigen bedrijf opgericht. Jullie hebben hier een filmpje voor gemaakt, een website, een flyer/poster en jullie hebben jullie producten gepresenteerd.

Laten we er nu van uit gaan dat je dit bedrijf daadwerkelijk opgericht hebt.

Er komen klanten. Digitaal óf in een echte winkel. Hoe ga je hiermee communiceren? Daar gaat dit laatste onderdeel over.

Dit onderdeel wordt ook weer afgesloten in een toets en een praktische opdracht.

De praktische opdracht is het maken van een poster. Dit ga je vandaag doen.

De eindtoets is kort en omvat weinig lesstof. In de les van morgen bespreken we deze stof.

Maak een poster over het ontvangen van bezoekers op een evenement voor jouw shop.

De poster gaat over wat je wel en niet moet doen als je bezoekers ontvangt.

Neem een groot vel wit papier. Trek in het midden een lijn van boven naar beneden.

Schrijf aan de linkerkant bovenaan: Dit doe je niet als je bezoekers ontvangt.

Schrijf aan de rechterkant bovenaan: Dit doe je wel als je bezoekers ontvangt.

 

Bedenk wat je op je poster wilt laten zien en hoe je dat doet. Het volgende komt in elk geval langs:

- Hoe registreren we het aantal bezoekers en hoe juist niet?

- Hoe presenteren wij onszelf wel en hoe juist niet? (Denk aan uiterlijk / communicatie)

- Hoe ontvang ik wel / niet gasten? 

- Wie doet wat tijdens dit evenement en hoe doet hij/zij dat goed en juist niet goed?

- Voeg eventueel zelf nog elementen toe.

Maak de poster en lever deze in. Deze is voor het einde van dit uur ingeleverd.

Ook hier hangt een cijfer aan vast

Opdracht 1

Voor gasten is het prettig als je ze verwelkomt met een bordje op de balie waarop bijvoorbeeld een korte tekst en de naam staat van de gastheer/gastvrouw.

Opdracht:

Maak een welkomstboodschap voor de balie.

Bedenk een vriendelijke, korte tekst die past op A4-formaat. Vermeld de tekst in vier talen: Nederlands, Duits, Engels en een taal naar jouw eigen keuze. 

Sluit de tekst af met: uw gastvrouw/gastheer en daarachter je eigen naam.

Inleveren via ELO: 'baliebordje' 

Opdracht 2

Je kent verschillende socialmedia-platforms. En je kent de functies van de social media.

Je gaat een indeling maken van de belangrijkste socialmedia-platforms en hun functie voor jouw bedrijf.

Welke sociale media gaan jullie gebruiken en op welke manier?

Bedenk twee leuke acties voor je social media kanalen en maak daar een collage van, op de computer of op papier. Gebruik de social media logo's.

Lever in via de ELO: social media opdracht

Eindopdracht

Je hebt een eigen bedrijf opgericht. Je hebt een website gemaakt voor je bedrijf, een opening georganiseerd, social media-acties op gezet, een presentatie gehouden, etc.

Als eindopdracht ga je een collage maken van al deze opdrachten bij elkaar. 

Je maakt een PowerPoint-presentatie of Prezi met daarin in elk geval de volgende zaken:

- Inhoudsopgave

- Inleiding: wie zijn jullie en waarom hebben jullie dit bedrijf opgericht?

- Al je gemaakte werk, verdeeld in hoofdstukken. In elk geval moet er in staan: je flyer/poster, je presentatie, je website. Voeg eventueel zelf nog extra werk toe. Hoe meer, hoe beter!

- Conclusie: willen jullie echt verder met dit bedrijf en waarom (wees uitgebreid!)

Zorg voor een goeie layout en een net werkstuk. Deze opdracht heeft een weging van 5.

Eindtoets

De stof van boekje 25 t/m 32 gaan we afronden in één grote eindtoets.

Dit is een toets van een blokuur. Deze doen we volgende week dinsdag (13-06). Deze eindtoets heeft, net als de eindopdracht, een weging van 5.

Onderwerpen eindtoets:

- De instructiefilm

- Je eigen bedrijf

Alles wat je daarbij extra hebt gemaakt:

- De website, folder, poster, presentatie

Boekjes 25 t/m 32 hebben allemaal een oefentoets.

In dit blokuur ga je deze maken. Kijk goed wat je al gedaan hebt.

Je neemt daarnaast digitaal alle lesstof door vandaag.