Thema 3.1 Les 6.1 Stadsgroen

Thema Wonen
Les 6.1 Stadsgroen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Groentechnische wereldMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema Wonen
Les 6.1 Stadsgroen

Slide 1 - Slide

Van grijs naar groen

Slide 2 - Slide

Natuur, omdat de stad het waard is
In de stad hebben we de natuur keihard nodig, bijvoorbeeld om regenwater af te voeren en hitte te temperen. Bomen zorgen voor schonere lucht, bijen bestuiven bloemen en groen is aantoonbaar goed voor ons welzijn. Bovendien is de natuur in zichzelf al waardevol. Daarom werken onderzoekers aan projecten rond bedreigde dieren en planten in de stad, stadslandbouw en groene bedrijfsterreinen.



“Er gebeurt veel, maar er zijn ook nog grote hindernissen te nemen.”

Slide 3 - Slide

Kun jij voorbeelden noemen van groene objecten in de stad?

Slide 4 - Open question

Mensen en groen
Veel stadsmensen zitten veel, hebben te weinig lichaamsbeweging en ervaren vaak onrust en stress. 
In een groene omgeving:
- Voelen mensen zich prettiger en gelukkiger;
- Zijn mensen vaker buiten en bewegen meer;
- Worden mensen minder snel ziek en zieke mensen herstellen sneller;
- Spelen kinderen vaker buiten en presteren beter op school.

Slide 5 - Slide

'Modern groen' 

Slide 6 - Slide

Groeiende steden​
Iedereen ziet steeds meer het belang van natuur in stedelijke omgevingen. In 1950 leefde 30 procent van de wereldbevolking in stedelijke gebieden, nu bijna het dubbele en dat het aantal blijft groeien is de voorspelling. Dit noem je verstedelijking.
De voedselvoorziening voor de groeiende bevolking gaat ten koste van natuurgebieden, die steeds kleiner worden. Het aantal in het wild levende dieren is de afgelopen vijftig jaar wereldwijd gemiddeld met 60 procent is afgenomen.

“Als we niet uitkijken, verdwijnt alle natuur met de verstedelijking”

Slide 7 - Slide

Groen en educatie

Slide 8 - Slide

Kinderboerderij

Slide 9 - Slide

Hertenkamp

Slide 10 - Slide

Vlindertuin

Slide 11 - Slide

Blote voetenpad

Slide 12 - Slide

Vleermuizen en mossen
De meeste dieren houden niet van lawaai, menselijke activiteiten en verstoring.
Voor ongeveer 10 procent van de plant- en diersoorten vormt de stad echter juist een toevluchtsoord. Deze soorten vinden eten, onderdak en nestgelegenheid aan de stadsranden en in de stad. Bijvoorbeeld rond sportvelden, volkstuintjes en op bedrijfsterreinen waar weinig mensen komen, en in parken, plantsoenen, hofjes, begraafplaatsen en stadswallen.

“Het grappige is dat de stad, in de ogen van dieren, een rotsachtige omgeving is. Daardoor kunnen gierzwaluwen er goed nestelen. Maar er zijn ook bijzondere mossen en varens die je op oude stadsmuren of tussen klinkertjes kunt vinden”.
En wat te denken van de vleermuizen, die overwinteren in de beschutting van zolders en oude kerken?

Slide 13 - Slide

Jagen bij kunstlicht
Ook steeds meer roofdieren ontdekken de stad, waar het hele jaar veel voedsel te vinden is. Vossen, steenmarters, sperwers, haviken en slechtvalken komen steeds vaker voor in de stad. Haviken maken bijvoorbeeld gebruik van de dekking van gebouwen en van kunstlicht tijdens de jacht na zonsondergang.

Slide 14 - Slide

Moestuin

Slide 15 - Slide

Balkontuin

Slide 16 - Slide

Verticale tuin

Slide 17 - Slide

Groeifactoren
... wordt vervolgd....

Slide 18 - Slide

Hoe zit het ook alweer? Wie heeft gelijk?
Ben zegt dat een plant water, licht en CO2 opneemt en daar vervolgens onder andere O2 van maakt.
Harry zegt dat een plant water, licht en O2 opneemt en daar vervolgens onder andere CO2 van maakt.
A
Ben heeft gelijk
B
Harry heeft gelijk
C
Beiden hebben gelijk
D
Geen van twee heeft gelijk

Slide 19 - Quiz

Welke groeivoorwaarde is in een verticale tuin niet optimaal voor de onderste planten?
A
Ruimte
B
Temperatuur
C
Voeding
D
Water

Slide 20 - Quiz

Tegen een stadsgevel loopt de temperatuur al snel meer op dan in een tuin.
Welke oplossing kun jij bedenken om de planten in goede gezondheid te houden?

Slide 21 - Open question

Wat is de juiste omschrijving van het begrip 'levende tuin'
A
Alle tuinen zijn 'levende tuinen'
B
Er is in het ontwerp rekening gehouden met dieren en planten.
C
Een voor de mensen leefbare tuin
D
Geen idee

Slide 22 - Quiz

Opdracht
Fotocollage groen in de stad

Slide 23 - Slide

Opdracht
Balkontuin maken van afvalmateriaal

Slide 24 - Slide

Werken aan I.O.

Slide 25 - Slide