KUA_5H_theater_klassiek

Welkom bij KUA
  1. Log in via LessonUp.com.
  2. Met de code die hier links onder in beeld staat.
  3. Graag eigen naam gebruiken, dank.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom bij KUA
  1. Log in via LessonUp.com.
  2. Met de code die hier links onder in beeld staat.
  3. Graag eigen naam gebruiken, dank.

Slide 1 - Slide

Theater
Het theater zoals we dat nu kennen vindt zijn oorsprong in de Klassieke Oudheid:

  • Griekse tragedie
  • Griekse komedie

Slide 2 - Slide

Wat heb je ontdekt over Aristoteles
en theater?

Slide 3 - Mind map

De Griekse Tragedie
  • Geschreven in de 5e eeuw v. Chr.
  • Schrijvers: Aeschylos (ca. 525-456 v.C.), Sophocles (496-406 v.C.) en Euripides (484-406 v.C.)
  • Inhoud: heldensagen en mythen
  • Thema’s: liefde, jaloezie, verraad, wraak en dood
               -> Universeel en dus nog steeds van toepassing

Slide 4 - Slide

Wat heb je nog meer genoteerd over tragedies?

Slide 5 - Mind map

Begrippen tragedie 
  • Mimesis
  • Eleos 
  • Phobos
  • Catharsis 

Slide 6 - Slide

Definitie tragedie Aristoteles
“Een tragedie is een nabootsing (mimesis) van een serieuze en volledige handeling die een zekere omvang heeft, in aangenaam gestileerde taal…door handelende personen en niet in de vorm van een vertelling, met als doel het opwekken van mee-lijden (eleos) en vrees (phobos) resulterend in de zuivering (catharsis) van dergelijke emoties.” (Poetica 1449b.)

Slide 7 - Slide

Begrippen
  • Mimesis = nabootsing, weergave zintuigelijk waarneembare werkelijkheid.
  • Eleos = medelijden (mee lijden)
  • Phobos = angst, vrees
  • Catharsis = emotionele zuivering 

Slide 8 - Slide

Catharsis
Samenvallen van lichaam (emotie) en geest (herkennen en reflecteren).

- emotionele zuivering -

Het beschrijft een extreme verandering in emotie die optreedt bij een personage en bij het publiek als gevolg van sterke gevoelens zoals verdriet, angst, medelijden, of zelfs gelach.



Slide 9 - Slide

Aristotelische principes
  • De eenheid van handeling, de scènes volgen elkaar in logische volgorde op, er zijn geen flashbacks.

  • Eenheid van tijd, de tragedie speelt zich af in 1 dag, het liefst van zonsopgang tot zonsondergang.

  • Eenheid van plaats, het verhaal speelt zich steeds af op dezelfde plek.


Slide 10 - Slide

Griekse Tragedie
Er zijn vijf bedrijven met de volgende fasen:

  1. expositie: de uiteenzetting van wat voorafgegaan is om wat volgt te kunnen begrijpen;
  2. intrige: de verwikkeling, de ontwikkeling van een probleem wordt geschetst;
  3. climax: het opvoeren van de spanning (door het toespitsen van het conflict);
  4. catastrofe: hoogtepunt van de spanning en het begin van de ondergang van de held;
  5. peripetie: de beslissende wending en de afwikkeling.

Slide 11 - Slide

Griekse Tragedie 
  • (Nood)lot - (bijv. Oeidipous)
  • Klassieke tragische held: De held is verwikkeld in een reeks fatale gebeurtenissen die hem overkomen of die hij over zich afroept door een tragische vergissing te begaan, waardoor hij zijn treurig noodlot niet meer kan ontlopen. Komt wel tot inzicht in zijn falen.


Slide 12 - Slide

Griekse Tragedie 
Deus ex machina: plottwist door bovennatuurlijke interventie


Rei: renaissancistische term voor koor (=reidans, zang met dans)
De rei onderscheidt zich van het in de handeling betrokken koor doordat ze tussen de bedrijven door de moraliserende commentaar van de ideale toeschouwer verwoordt.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Griekse Tragedie
Speelstijl:
De stemming in het klassiek drama is doorlopend ernstig en verheven; dat hangt samen met het feit dat er vrijwel alleen hooggeplaatste personen in optreden.

Publiek:
het klassiek drama richt zich vooral tot de hoorder, het is vaak een praatstuk, het gaat om ideeën en minder om het kijkspel, het spektakel, de actie.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video