This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Groepsgedrag, normen en waarden
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
•Weet je het verschil tussen groepsgedrag en groepsdruk.
•Weet je wat normen en waarden zijn.
•Weet je wat normen en waarden met elkaar te maken hebben.
•Weet je dat normen en waarden kunnen verschillen per groep, cultuur, tijd en situatie
Slide 2 - Slide
Wat zie je op het plaatje?
Wat heeft groepsgedrag hiermee te maken?
Slide 3 - Slide
Groepsgedrag
Groepsgedrag: Je kan bij verschillende groepen horen en in elke groep is er een bepaald gedrag dat bij deze groep past. (Toch kan je in al deze groepen jezelf zijn.)
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Groepsgedrag of groepsdruk?
Slide 6 - Slide
Groepsgedrag en groepsdruk
Groepsgedrag: Het gedrag wat mensen in een groep vertonen.
- In een voetbalstadion
- Het dragen van merkkleding
Groepsdruk: Je wordt ergens tot gedwongen omdat de groep het ook doet .
Positief - Motivatie, steun en veiligheid
Negatief - Roken, drinken, drugsgebruik en pesten
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Normen en waarden
Een waarde is iets wat een persoon of een groep belangrijk vindt in het leven.
Een norm is een idee over wat normaal is of een regel over hoe je je moet gedragen.
Welke Norm zie je hier?
Welke Waarde zie je hier?
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
#doeslief Welke waarden en normen passen hierbij?
Slide 11 - Mind map
Voorbeelden van normen
Eerst wachten totdat mensen zijn uitgestapt, voordat je in de bus of trein stapt.
Niet vreemdgaan als je een relatie hebt.
Iets wat je geleend hebt ook weer terug geven.
Bedanken als iemand je helpt.
Als een collega een keer voor jou invalt, ook voor hem invallen.
Oudere mensen aanspreken met ‘u’.
Opstaan voor bejaarde of zwangere mensen in het ov.
Je troep in de vuilnisbak gooien.
Afstand houden van degene voor je bij de pinautomaat
Doen wat een docent of leidinggevende vraagt aan je
Slide 12 - Slide
Dilemma's
Waarden kunnen ook botsen met elkaar, hoe?
Het is dus lastig om te bepalen welke waarde het 'belangrijkst' is. Dit noemen ze een dilemma.