This lesson contains 14 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Slide 2 - Slide
Normen en Waarden
Waarde: iets wat een persoon of groep belangrijk vindt in het leven.
Bijvoorbeeld; respect, eerlijkheid, beleefdheid.
Norm: een idee over wat normaal is, of een regel over hoe je je moet gedragen.
Normen kunnen wettelijke regels zijn, maar ook regels die niet vastliggen (ongeschreven regels)
Slide 3 - Slide
Voorbeelden van normen
Eerst wachten totdat mensen zijn uitgestapt, voordat je in de bus of trein stapt.
Niet vreemdgaan als je een relatie hebt.
Iets wat je geleend hebt ook weer terug geven.
Bedanken als iemand je helpt.
Als een collega een keer voor jou invalt, ook voor hem invallen.
Oudere mensen aanspreken met ‘u’.
Opstaan voor bejaarde of zwangere mensen in het ov.
Je troep in de vuilnisbak gooien.
Afstand houden van degene voor je bij de pinautomaat
Doen wat een docent of leidinggevende vraagt aan je
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Veranderende normen.
Voor de pandemie was een mondkapje niet de norm.
Nu vind men het normaal.
Slide 6 - Slide
groepsgedrag
Groepsgedrag: Je kan bij verschillende groepen horen en in elke groep is er een bepaald gedrag dat bij deze groep past. (Toch kan je in al deze groepen jezelf zijn.)
Slide 7 - Slide
Groepsgedrag en groepsdruk
Groepsgedrag: Het gedrag wat mensen in een groep vertonen.
- In een voetbalstadion
- Het dragen van merkkleding
Groepsdruk: Je wordt ergens tot gedwongen omdat de groep het ook doet .