lidwoorden/ geslacht zelfstandige naamwoorden + zelfst.nw naar pers.vnw

Duits: der, die, das...
1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Duits: der, die, das...

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Jullie kunnen de hoodregels voor het geslacht van zelfstandige naamwoorden en kunnen deze toepassen.

Slide 2 - Slide

wat zijn ook alweer zelfstandige naamwoorden?

Denk even na.
Overleg zachtjes met je buurvrouw of buurman.
Samen moet je het antwoord kunnen geven.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

wat zijn ook alweer lidwoorden?

Denk even na.
Overleg zachtjes met je buurvrouw of buurman.
Samen moet je het antwoord kunnen geven.


Okay we kunnen verder!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Onthouden!
Meervoud krijgt altijd het lidwoord "die"
die Kinder
die Eltern
die Süßigkeiten

Slide 11 - Slide

Junge
A
die
B
der
C
das

Slide 12 - Quiz

Kind
A
die
B
der
C
das

Slide 13 - Quiz

Mädchen
A
das
B
die
C
der

Slide 14 - Quiz

Onkel
A
die
B
der
C
das

Slide 15 - Quiz

Lehrerin
A
der
B
das
C
die

Slide 16 - Quiz

Kater
A
die
B
das
C
der

Slide 17 - Quiz

Opa
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quiz

Pferd (paard)
A
das
B
die
C
der

Slide 19 - Quiz

Buch
A
die
B
das
C
der

Slide 20 - Quiz

vrouwelijke personen, dieren en beroepen krijgen het lidwoord..
A
...die
B
...der
C
...das

Slide 21 - Quiz

Mannelijke personen, dieren en beroepen krijgen het lidwoord ...
A
...das
B
...die
C
...der

Slide 22 - Quiz

Nederlandse het-woorden krijgen meestal in het Duits het lidwoord....
A
...der
B
...das
C
...die

Slide 23 - Quiz