les 4 bloeddruk

• MTH
• MBO
• Studiejaar 4

les 4 bloeddruk H 5.5

Belangrijk bij:

Keuringen.

Zwangerschapscontrole.

Cardio Vasculair Risicomanagement.

Cardio vasculair risicomanagement (CVRM)

Behandeling en begeleiding van patiënten die hart- en vaatziekten hebben of een hoog risico lopen om dit te krijgen.

Bloeddruk = tensie = RR

RR: Riva Rocci (uitvinder van bloeddruk met behulp van kwikthermometer)

RR 120/80 mmHg = normaal waarde

Hoge bloeddruk=hyper tensie

Hyper-tensie: te veel stress, roken, overgewicht, familiaire aanleg.

Hypo-tensie: in geval van shock / flauwvallen

bloeddruk is niet constant

Bij samentrekken van het hart het hoogst=bovendruk = systole

Bij ontspannen van het hart het laagst= onderdruk = diastole

Systolische druk

Diastolische druk

Verhoging van de bloeddruk door:

Lichamelijke inspanning

en stress.

 

Daarom altijd in rust de bloeddruk meten.

info patiënt

Geen intensieve inspanning vooraf.

Geen knellende kleding.

Tijdens de meting niet praten.

Witte jassen effect: door stress hoge bloeddruk bij HA.

Benodigdheden

stethoscoop

bloeddrukmeter

alcohol en gaasjes

Manchet aanbrengen 2 vingers boven de elleboogsplooi.

-Pols voelen, hartslag voelen

-manchet oppompen totdat hartslag aan de pols niet meer te voelen is, + 15 mmHg

-Ventiel langzaam leeg laten lopen.

-Let goed op: kijk naar wijzertje en luister naar vaattonen.

Goed kijken en luisteren tegelijkertijd!!

Systolische (boven) druk: zodra de eerste vaattonen weer te horen zijn, noteer de waarde waar de wijzer op staat.

Diastolische (onder) druk: zodra de vaattonen niet meer te horen zijn, noteer de waarde waar de wijzer op staat.

Luister naar de vaattonen van het hart.

Manchet oppompen, strak om de arm.