What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoordspelling: pv tt en vt
Werkwoordspelling
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
en
verleden tijd
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1,2
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
en
verleden tijd
Slide 1 - Slide
Weet je nog?
Slide 2 - Slide
De tegenwoordige tijd
Gebruik het werkwoord 'werken'. Hoor je een t? Dan schrijf je t
Gebruik de stam
: hele ww-en
Ik werk- werk ik?
Ik vind- vind ik?
Je of jij na het werkwoord?
Hij werkt- werkt hij? Jij werkt-
werk
jij?
Hij vindt- vindt hij? Jij vindt-
vind
jij?
Slide 3 - Slide
Oftewel:
Ik werk Ik word
Hij werkt Hij wordt
Jij werkt Jij wordt
De leraar werkt
De leraar wordt
STAM+T
bij hij, zij, het, de slager, de bus, het vliegtuig etc.
Slide 4 - Slide
Ik .......(worden) morgen gebracht met de auto.
A
word
B
wort
C
wordt
D
werd
Slide 5 - Quiz
Ik (landen) morgen in Nieuw Zeeland.
A
land
B
lant
C
landt
Slide 6 - Quiz
Hij (lopen) elke dag naar school.
A
loopt
B
loopd
C
loopdt
Slide 7 - Quiz
Hij (zwemmen) elke dag vijf kilometer.
A
zwemt
B
zwemd
C
zwemdt
Slide 8 - Quiz
Mijn buurman (worden) morgen tachtig.
A
word
B
wordt
C
wort
Slide 9 - Quiz
Het vliegtuig (landen) over een half uur in Kenia.
A
land
B
landt
C
lant
Slide 10 - Quiz
Het huis (branden) tot de grond toe af.
A
brand
B
brandt
C
brant
Slide 11 - Quiz
Jan (besteden) weinig tijd aan zijn sport.
A
besteet
B
besteed
C
besteedt
Slide 12 - Quiz
Anna (verhuizen) naar Den Haag
A
verhuist
B
verhuisd
C
verhuisdt
Slide 13 - Quiz
Ik kan de ik-vorm en de hij/zij/het-vorm van de persoonsvorm in de tt correct spellen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 14 - Poll
Verleden tijd
Regel:
STAM + TE(N) of DE(N)
Neem het werkwoord lachen: de stam= lach
Ik lachte
Hij lachte
Jij lachte
Wij lachten enz
Slide 15 - Slide
Verleden tijd
Neem het werkwoord 'broeden'.
Wat is de stam?
Broed
Ik broed+de= ik broedde
Hij broed+de= hij broedde
Jij broed+de= jij broedde
Wij broed+den= wij broedden
Slide 16 - Slide
Gister (fietsen) ik alleen naar school.
A
fietste
B
fietstte
Slide 17 - Quiz
Vorige week (rennen) we hard weg voor de relschoppers.
A
rennen
B
rende
C
renden
D
rendden
Slide 18 - Quiz
Hij (pakken) gister per ongeluk de verkeerde tas.
A
pakt
B
pakte
C
pakten
D
paktten
Slide 19 - Quiz
Leg uit hoe je de persoonsvorm in de verleden tijd vormt. Wat moet je doen met de stam van het werkwoord?
Slide 20 - Open question
De medicijnen die zij vroeger slikte, … toen haar reactievermogen.
A
beïnvloede
B
beïnvloedde
C
beïnvloeden
D
beïnvloedden
Slide 21 - Quiz
Hij (lachen) haar keihard uit.
A
lachte
B
lachtte
Slide 22 - Quiz
Gisteren …... (vergroten) het Nederlandse elftal zijn voorsprong.
A
vergrote
B
vergrootte
Slide 23 - Quiz
Ik weet wat ik met de stam van een werkwoord moet doen bij de pv verleden tijd.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 24 - Poll
Volgende les
Heb je de opdrachten gemaakt bij deze hoofdstukken
(Spelling/taalverzorging)
Slide 25 - Slide
More lessons like this
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Pv tt en vt
December 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
onwk 4 les 4 vervoeging persoonsvorm
August 2024
- Lesson with
51 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Lesson with
27 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
onwk 4 les 4 vervoeging persoonsvorm
January 2023
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Par. 9 persoonsvorm in enkelvoudige zinnen
October 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Werkwoordspelling tegenwoordige- en verleden tijd week 1
March 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3