Herhaling H5

Herhaling
hoofdstuk 5

2tl
Wo 31 mei 2023
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling
hoofdstuk 5

2tl
Wo 31 mei 2023

Slide 1 - Slide

Vraag of aanbod?
1. Je koopt op het internet schoenen
2. Een huis wordt te koop gesteld
3. Je gaat naar de winkel voor brood

Slide 2 - Slide

Bij het opruimen van je kamer kom je erachter dat je veel spullen hebt waarvan je niet meer wist dat je ze had. Je besluit daarom om een aantal spullen via internet te verkopen.



Zorg je op deze manier voor vraag of voor aanbod? Leg uit.

Slide 3 - Slide

Kies de uitspraak die over een concrete markt gaat.
A
Je hoort dat de arbeidsmarkt verbetert
B
Je koopt een nieuwe jas bij de Hema
C
Je leest dat de marktprijs van olie opnieuw is gedaald

Slide 4 - Quiz

Welke markt is een voorbeeld van een concrete markt.
A
Kerstmarkt
B
Arbeidsmarkt
C
Woningmarkt
D
Valutamarkt

Slide 5 - Quiz

De inkoopprijs is € 0,80.
De brutowinst opslag is 40% van de inkoopprijs.


Bereken de verkoopprijs.
A
€0,80
B
€1,40
C
€1
D
€1,12

Slide 6 - Quiz

Antwoord
Stap 1: bereken de brutowinstopslag.
€0,80 ÷ 100 x 40 = €0,32. of €0,80 x 0,40 = €0,32

Stap 2: tel de brutowinstopslag op bij de inkoopprijs.
De inkoopprijs wordt €0,80 + €0,32 = € 1,12

Inkoopprijs + brutowinst = verkoopprijs
€0,80 + €0,32 = €1,12


Slide 7 - Slide

Ik verkoop 350 broodjes voor €4,50 per stuk.
Wat is mijn omzet?
A
€4,50
B
€1.575
C
€350
D
€77

Slide 8 - Quiz

Een telefoonwinkel koopt smartphones in voor € 140 en verkoopt ze met een brutowinstopslag van 45%.

Bereken de verkoopprijs.
A
€203
B
€145
C
€140
D
€209

Slide 9 - Quiz

H&M verkoopt T-shirts. De verkoopprijs (exclusief btw) is € 18. De btw is 21%.

Wat wordt de consumentenprijs?
A
€21,78
B
€18
C
€21
D
€19,80

Slide 10 - Quiz

Consumentenprijs = verkoopprijs + btw


H&M verkoopt T-shirts. De verkoopprijs (exclusief btw) is € 18. De btw is 21%. Wat wordt de consumentenprijs?

Stap 1: bereken de BTW.
De BTW is 21% van €18. 18÷ 100 × 21 = €3,78 of 18 x 0,21 = €3,78

Stap 2: tel de BTW op bij de verkoopprijs.
Consumentenprijs: €18 + €3,78 = € 21,78 of 18 x 1,21 = €21,78


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Je koopt een fiets. De consumentenprijs is € 744,15, de btw is 21%.

Bereken de verkoopprijs exclusief btw.
A
€744,15
B
€723,15
C
€21
D
€615

Slide 13 - Quiz

Voor een tablet betaal je 9% btw.

Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Als consument betaal je de BTW rechtstreeks aan de belastingdienst.
Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Met de verkoop van kleding heb je deze week een omzet behaald van € 6.843. De kleding heb je ingekocht voor
€4.140.

Bereken je brutowinst.
A
€6.843
B
€2.703
C
€4.140
D
€10.983

Slide 17 - Quiz

De nettowinst van chemiebedrijf Acedo is 3% meer dan vorig jaar. Deze winst volgt op het ontslag van vijftien personeelsleden.

Waaraan heeft Acedo deze nettowinst te danken?
A
Een hogere omzet
B
Een lagere inkoopwaarde
C
Lagere bedrijfskosten

Slide 18 - Quiz