This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
KUA 20e & 21e eeuw Quizzz......
Slide 1 - Slide
Welke kenmerken horen bij abstracte kunst? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Realistische weergave van de werkelijkheid
B
Gebruik van geometrische vormen
C
Afwezigheid van herkenbare onderwerpen
D
Nadruk op emotie en gevoel in plaats van op vorm
Slide 2 - Quiz
Leg in één zin uit wat het postmodernisme onderscheidt van het modernisme in de kunst.
Slide 3 - Open question
Surrealisme
Futurisme
Minimalisme
Pop Art
Onbewuste en droombeelden
Toekomst, snelheid, dynamiek
Simpele vormen en herhaling
Alledaagse voorwerpen en populaire cultuur
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Video
00:18
Welke kenmerken van moderne dans herken je in deze voorstelling?
A
Narratieve structuur en verhalende inhoud
B
Gebruik van experiment en emotionele expressie
C
Herhaling van klassieke balletbewegingen
Slide 6 - Quiz
Wat is een belangrijk kenmerk van de architectuur van het Bauhaus?
A
Ornamenten en decoratie
B
Functionaliteit en eenvoud
C
Gebruik van klassieke zuilen
D
Inspiratie uit natuurlijke vormen
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Welke techniek wordt hier toegepast, en bij welke stroming hoort dit werk?
Slide 9 - Open question
Postmoderne kunst maakt vaak gebruik van ironie en parodie.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Vul in: Bij de muziekstijl _______ uit de 20e eeuw wordt vaak gebruik gemaakt van dissonantie, onverwachte ritmes en atonaliteit.
A
Impressionisme
B
Kubisme
C
Expressionisme
D
Surrealisme
Slide 11 - Quiz
Welke elementen komen vaak voor in performancekunst? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Interactie met het publiek
B
Gebruik van technologie
C
Geselecteerde rekwisieten en vaste scripts
D
Tijdelijkheid en fysieke aanwezigheid
Slide 12 - Quiz
Wat is een belangrijk kenmerk van de montage in de Russische montagecinema, zoals die van Sergei Eisenstein?
Slide 13 - Open question
Bij de stroming __________ worden vaak losse scènes zonder duidelijke verhaallijn aan elkaar gekoppeld, wat typerend is voor arthousefilms.
A
Expressionisme
B
Surrealisme
C
Futurisme
D
Impressionisme
Slide 14 - Quiz
Episch theater richt zich op het emotioneel meeslepen van het publiek, zodat ze volledig opgaan in het verhaal.
A
Juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Welke kenmerken horen bij absurdistisch theater? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Cirkelstructuur in verhalen (geen duidelijk einde)
B
Logische en rationele dialogen
C
Onlogische situaties en existentiële thema’s
D
Gebruik van realistische decors
Slide 16 - Quiz
Wat is een kenmerk van fysiek theater?
A
Focus op tekst en dialoog
B
Gebruik van het lichaam als primair expressiemiddel
C
Strikte naleving van een script
D
Realistische en natuurlijke bewegingen
Slide 17 - Quiz
De vierde wand wordt in postmodern theater vaak doorbroken om het publiek bewust te maken van de kunstmatigheid van de voorstelling.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Wat zijn de kenmerken van dit schilderij die het tot abstracte kunst maken? (Meerder antwoorden mogelijk).
A
Gebruik van geometrische vormen of vrije lijnen
B
Afwezigheid van een herkenbaar onderwerp
C
Focus op symbolische betekenis en figuratieve elementen
D
Experiment met kleur, vorm en compositie
Slide 19 - Quiz
Welke kenmerken horen bij jazzmuziek? (Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Improvisatie
B
Polyritmiek
C
Strikte compositie zonder variatie
D
Swingritmes
Slide 20 - Quiz
Wat wordt bedoeld met "atonaliteit" in de muziek?
Slide 21 - Open question
De techniek waarbij componisten een serie van 12 tonen gebruiken, zonder een toon te herhalen voordat alle andere hebben geklonken, heet ______________.
Slide 22 - Open question
Zoek een foto van Andy Warhol.
Slide 23 - Open question
Eclectisch
Postmodernisme
Lage cultuur
Pop muziek
Hoge cultuur
Breuk met abstracte en minimalistische vormgeving van het modernisme. Vanaf de jaren 60 worden kleur, humor, decoratie en vermenging van stijlen weer populair
Elementen uit verleden en andere culturen worden vrijelijk geciteerd en gecombineerd.
Een verzamelnaam voor tal van stijlen in de muziek. Meer gericht op de populariteit dan naar de diversiteit van de muziek.
Kunst en cultuur voor de elite, een kleine doelgroep omdat het vaak complex is en niet door iedereen begrepen wordt.
Kunst en cultuur die toegankelijk is voor de massa en waarin amusement een belangrijke factor is
Slide 24 - Drag question
Welke periode hoort bij massacultuur?
A
van 1850 to nu
B
van 1900 tot 1950
C
van 1900 tot nu
D
van 1950 tot nu
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Video
Welke kenmerken passen bij de popartstroming? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Gebruik van beelden uit de populaire cultuur, zoals reclames of beroemdheden
B
Overdrijving van emoties door expressieve penseelstreken